Het Laatste Oordeel: Ionica Smeets

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers. 'Hoe maak je wetenschap persoonlijk?' roept de Powerpoint de gasten in de zijzaal van de Refter toe. Ionica Smeets laat direct zien hoe je dit doet. 'Ik ga beginnen met de meest persoonlijke column die ik ooit geschreven heb. Twee jaar geleden werkte ik hard aan mijn proefschrift. Terwijl ik al fantaseerde over wat ik zou aantrekken bij de verdediging, ontdekte ik een fout in de allereerste stelling die het hele artikel onderuit haalde. Een paar dagen kroop ik huilend onder mijn dekbed. Ik overwoog mijn carrière als wiskundige aan de wilgen te hangen en een sauna op een Waddeneiland te beginnen. Mijn promotoren haalden me uit de put en ik ging hard aan het werk om mijn bewijzen rond te krijgen. Een half jaar later promoveerde ik alsnog. De momenten van gelukzalig inzicht die je dan ervaart maken het de moeite waard om door te blijven gaan.' Wat volgt is een opeenvolging van geinige verhalen uit de wiskunde. De toehoorders hangen aan Smeets’ lippen en steken gelijk een hoop mathematische materie op. ‘Een goed voorbeeld van het verschil tussen causaliteit en correlatie: er bestaat een samenhang tussen het dagelijks aantal verdrinkingen en verkochte ijsjes, maar leidt het een ook tot het ander? Dit is natuurlijk een schijnverband: bij goed weer gaan mensen vaker zwemmen en meer ijsjes kopen.’ De persoonlijke noot ontbreekt niet: ‘Dit is een foto van mijn vriend Han op het strand. Eerst wilde ik een foto laten zien waarop hij de afwas deed, maar daar was hij het niet mee eens.’ Smeets legt de beste - wiskundig onderbouwde - methode uit om een vaste geliefde te kiezen. Deze houdt in dat je eerst twaalf partners moet ‘testen’ en daarna de eerste moet kiezen die beter is dan alle vorige. ‘Mijn huidige vriend is de veertiende jongen met wie ik minstens verliefd hand in hand heb gelopen en hij is een stuk beter dan alle vorige. Wat dat betreft zit ik dus goed.’ Het laatste oordeel der toehoorders Smeets blijkt aardig wat fans te hebben. Een wiskundelerares op de middelbare school heeft een aantal van haar leerlingen meegesleurd naar de masterclass. Drie vwo-meisjes geven toe niets van wiskunde te snappen, maar hebben toch het een en ander opgestoken. 'Vooral het verhaal over het bepalen van je ideale partner vonden we leuk.' Het combineren van wiskunde met verrassende en persoonlijke verhalen blijkt zeer succesvol, de toehoorders zijn eensgezind positief. 'Deze masterclass heeft me nieuwe energie gegeven', aldus een enthousiaste vrouw. Spreker Ionica Smeets Uitstraling Lieve schooljuffrouw met wiskundig inzicht Publiek Schuchtere scholieren tussen grijze geïnteresseerden Inhoud Breed scala aan wiskundige weetjes Eindcijfer 8 Foto: Menno van der Meulen

 

Lees meer

Ionica Smeets: 'Wiskunde is altijd waar'

Het begrijpelijk maken van wetenschap voor leken is iets wat maar weinig onderzoekers onder de knie hebben. Wiskundemeisje Ionica Smeets weet als geen ander hoe het moet. ‘Een verhaal over cyclohexaan is gewoon verschrikkelijk om te lezen.’ Na haar studie Technische Wiskunde in Delft en een promotie in Leiden verruilde Ionica Smeets (32) het wiskundig onderzoek voor wetenschapsjournalistiek. Samen met haar medepromovenda Jeanine Daems startte ze het gevierde blog wiskundemeisjes.nl, waarop de dames exacte wetenschap met journalistiek combineerden. Ze verwierf landelijke bekendheid door optredens in De Wereld Draait Door en haar columns in onder meer de Volkskrant. Inmiddels heeft Smeets twee boeken met leesbare wetenschap op haar naam staan en komt ze donderdag in het kader van het Wintertuinfestival college geven in Nijmegen over het aan de man brengen van lastige theorie. Op de vraag of haar voorkeur uitgaat naar wiskunde of naar de journalistiek, is de wetenschapsjournaliste duidelijk: ‘Dan kies ik journalistiek, maar wel over wiskunde. Ik vind het echt fantastisch om me met wiskunde bezig te houden, maar het onderzoek is zwaar en eenzaam. Dat trek ik niet.’ Afgelopen oktober kwam het laatste boek van Smeets uit, Ik was altijd heel slecht in wiskunde, opnieuw een samenwerking met Jeanine Daems. Hierin leggen de dames wiskundige wetten op behapbare wijze uit. De onderwerpen moesten voldoen aan twee eisen: leuk genoeg om op feestjes aan vrienden te vertellen en niet te moeilijk voor je moeder. Smeets stoort zich aan het nerdy imago van wiskunde. ‘Als je toegeeft dat je nog nooit van Hamlet hebt gehoord, ben je een cultuurbarbaar, maar wanneer entropie geen belletjes laat rinkelen ben je geen wiskundebarbaar. Mensen lijken er wel trots op te zijn om slecht te zijn in wiskunde.’ Waar komt die trots op een onontwikkelde wiskundeknobbel vandaan? ‘Misschien is het zo dat mensen het goed moeten praten dat ze slecht waren in wiskunde. Daarom zeggen ze dat het niet zo belangrijk is, anders moet je je eigen kunnen in twijfel trekken. Als jij jezelf heel fantastisch vindt is dat natuurlijk heel onhandig.’ Is wiskunde wel sexy genoeg om er mee te koop te lopen? Of sexy het juiste woord is weet ik niet, maar wiskunde heeft een soort zuiverheid en puurheid die je niet zo snel bij andere gebieden ziet. Dat is wat wiskunde fantastisch maakt. Je kunt exacte theorieën mooi of minder mooi vinden, maar het is altijd waar. ‘Wiskundigen worden in de literatuur vaak heel plat en eendimensionaal neergezet, dat doet het imago geen goed. Ook in series als The Big Bang Theory worden bètastudenten als enorme nerds afgebeeld. Die sitcom zorgt grappig genoeg in Amerika wel voor significant meer aanmeldingen voor exacte studies.’ Ben je een ambassadrice van de wiskunde? ‘Ik wil niet als een soort zendeling erop uit trekken om het heilige woord van de wiskunde te verkondigen, ik ben geen fundamentalist. Ik ben meer iemand van zo’n boodschappenbus zoals die vroeger bij mij in de straat kwam. Als je iets moest hebben, kon je bij hen terecht. Op dezelfde manier moet je bij mij zijn wanneer je wat over wiskunde wilt weten.’ Je werkt samen met schrijver en filosoof Bas Haring aan een Postdoc over hoe je wetenschap het best aan het algemeen publiek kunt uitleggen. Zijn hier al conclusies uit te trekken die je bij het schrijven van je artikelen helpen? ‘Dat onderzoek is nooit echt een onderzoek geworden, we moesten samenwerking vinden met taalwetenschappers en dat is niet gelukt. Ik heb dus nog geen wetenschappelijke, maar wel een informele conclusie uit eigen ervaring. Je moet vooral een vorm zoeken die bij je past. Voor mij is dat een heel persoonlijke stijl, ik merk dat lezers het leuk vinden om zoveel mogelijk van de auteur te zien en daardoor de moeilijke materie beter begrijpen.’ Wat gaat er fout bij het overbrengen van wiskunde op het grote publiek? ‘Het probleem van de meeste wiskundigen is dat ze de publiciteit onhandig opzoeken. Dat is vaak erg aandoenlijk. Af en toe komen ze mij om advies vragen en moet ik uitleggen dat zoveel mogelijk formules op een schoolbord schrijven niet werkt voor een populair praatje. Het allerergste is echter dat ze vaak theorieën die zij begrijpen simpel noemen. De mensen in de zaal voelen zich dan al gauw ontzettend dom, terwijl de wetenschapper misschien ook wel drie maanden nodig had om het te snappen.’ Gaat dat bij andere wetenschappen ook mis? ‘Mensen uit de Geesteswetenschappen zijn meer gewend om een narratief in hun praatje te brengen. Dan vertellen ze: “Nou, ik was heel verliefd op een meisje en wilde iets doen om indruk te maken.” Zo krijg je het publiek gemakkelijk mee. Bij bèta’s wordt het vaker een verhaal als: “Ik was geïnteresseerd in de structuur van het cyclohexaan en dat ging ik bestuderen in een lab.” Dat is gewoon verschrikkelijk om te lezen.’ Ben jij nog steeds een echt wiskundemeisje? Je houdt je nu met journalistiek bezig. ‘Dat is nogal stom, we zitten nu aan die naam vast. Ik ben 32 en heb een kind, op een gegeven moment ga je jezelf afvragen of je nog een meisje genoemd kan worden. Aan de andere kant: de Beastie Boys zijn ook al dik in de 40, dus we hebben precedenten. ‘Meisjesdingen, zoals laarsjes en andere triviale zaken, zijn wel altijd belangrijk voor me gebleven. Ik studeerde in Delft, een enorm mannenbolwerk. Als meisje ben je daar al gauw een vreemde eend in de bijt.’ Vind je het belangrijk dat vrouwen beter worden vertegenwoordigd in de wiskunde? ‘Meisjes hoeven niet per se een bètawetenschap te doen, maar moeten wel de kans krijgen. Je ziet het overigens bij iedere studie misgaan. Bij de Geesteswetenschappen is 70 tot 80 procent van de studenten vrouw tegenover 12 procent bij de hoogleraren. ‘Een hoogleraar Pedagogiek zei deze week dat er weinig aanwijzingen zijn dat er een genetisch of hormonaal verschil zit in de aanleg voor wiskunde tussen jongens en meisjes. Het is cultureel bepaald, een self-fulfilling prophecy. Een jongen met een zes voor exacte vakken wordt aangeraden een bètastudie te doen, maar als een meisje een zeven heeft voor dezelfde vakken wordt aan deze keuze getwijfeld.’ Tekst: Jip Mennen en Mickey Steijaert Foto's: Mickey Steijaert

 

Lees meer