ANS

Als het aan het bedrijfsleven ligt, komt er een stop voor studies met een beperkt arbeidsmarktperspectief. Technische studies moeten een voorkeursbehandeling krijgen aangezien die een grotere bijdrage leven aan het welvaartsniveau van de Nederlandse samenleving. Dat schrijven de voorzitters van de topteams in een brief aan Maxime Verhagen, minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De zogeheten topteams vertegenwoordigen negen sectoren in het bedrijfsleven die Verhagen moeten adviseren hoe wetenschap beter kan worden ingezet voor commerciële doeleinden. Om de kenniseconomie te versterken zijn de topsectoren bereid de komende jaren anderhalf miljard euro te investeren. Dan moeten onderwijs en wetenschap echter wel luisteren naar de eisen van het bedrijfsleven. Zonder voorbeelden te geven pleiten de voorzitters nu voor selectie aan de poort, hogere collegegelden en een studentenstop op studies waar ze het nut niet van inzien.

 

Nederland is uit de top 5 van meest concurrerende landen geknikkerd. Nederland moet het doen met plaats 8, een daling van drie plekken. Een van de oorzaken van deze daling is het falende kabinetsbeleid rondom investeringen in onderzoek en onderwijs. Het kabinet had juist als doelstelling in de top 5 te blijven. De index van concurrerende economieën wordt jaarlijks samengesteld door de onderzoekers van het World Economic Forum in Davos. Ons land werd ingehaald door landen met een herstelbeleid met lange adem en visie zoals Duitsland, de Verenigde Staten, Zweden en Hong Kong. Volgens hoogleraar Henk Volberda van de Erasmus Universiteit Rotterdam, die voor Nederland de data heeft bewerkt, is de achteruitgang te danken aan een reeks problemen die met het kabinetsbeleid te maken hebben. Daarnaast is de daling volgens het onderzoeksrapport te wijten aan de afnemende bedrijfsuitgaven aan onderzoek, het nijpende gebrek aan technici en ingenieurs, de gebrekkige samenwerking tussen bedrijven en universiteiten en het gebrek aan regie door de Nederlandse overheid. Het topsectorenbeleid van dit kabinet is te stroperig en leidt tot een weinig daadkrachtig innovatiebeleid. De bezuinigingen van de regering nekken dus hun plannen om een plek in de top 5 te handhaven.