'De huidige media zijn kleurloos'

Rob Wijnberg is filosoof en oud-hoofdredacteur van nrc-next. Als tegenhanger van de traditionele media, richtte hij onderzoeksjournalistiek platform De Correspondent op: ‘Bij ons weegt relevantie zwaarder dan actualiteit.’ Tekst: Tom Plaum en Annemarie Verschragen Foto's: Simone Both Dit artikel verscheen eerder in de april-ANS ‘Het medicijn tegen de waan van de dag’, zo omschrijft het journalistiek platform De Correspondent zichzelf. Wie de website bezoekt, stuit op uitgebreide artikelen met diepgaand onderzoek van verschillende correspondenten. De lezer kan kiezen wie hij wil volgen. Ieder schrijft over zijn eigen vakgebied, dat varieert van politiek tot buitenaards leven. Anderhalf jaar geleden zag de website het levenslicht, door middel van crowdfunding. Initiatiefnemer en hoofdredacteur Rob Wijnberg (32) is filosoof en begon als columnist voor De Telegraaf. Na zijn hoofdredacteurschap bij nrc-next schreef Wijnberg het manifest De Nieuwsfabriek als kritiek naar de traditionele media. Hij is van mening dat de huidige nieuwsorganen slechts de uitzonderingen op de regel laten zien: ‘Als je het nieuws volgt, weet je precies hoe de wereld niet werkt.’ Hij richtte De Correspondent op om meer perspectieven aan het Nederlandse publiek te bieden. Anderhalf jaar en 32 duizend leden later voelt ANS de jonge hoofdredacteur aan de tand op de redactie van de website aan de Amstel in Amsterdam. Is het echt zo slecht gesteld met de huidige media, is De Correspondent daadwerkelijk het medicijn en hoe ziet de toekomst van de journalistiek eruit? correspondent langWat is er mis met de traditionele journalistiek? ‘Dé journalistiek bestaat niet. Je hoort steeds vaker dat mensen het begrip media gebruiken als enkelvoud. Dat is ook niet raar, aangezien je de hele tijd wordt omringd door hetzelfde nieuws. De media praten elkaar na. Als het NOS Journaal actualiteit brengt, voelen de concurrenten zich gedwongen daar ook aandacht aan te besteden. Ten tweede is er nooit aandacht voor iets structureels. Het nieuws gaat vaak over uitzonderingen en is incidenteel. Als je het in een grafiek zet, lijkt dit op een hartslag: veel aandacht voor één ding, die snel verdwijnt. Dan komt er weer een nieuw onderwerp, dat op zijn beurt ook weer wordt vergeten.’ Is incidenteel nieuws zo’n probleem? ‘De belofte van de journalistiek is dat je weet wat er in de wereld speelt als je de actualiteit volgt. Uitzonderingen domineren het nieuws. Als nieuwsvolger weet je aan het einde van de dag precies hoe de wereld niet werkt. Neem de financiële crisis; hoe kan het dat de journalistiek die niet zag aankomen? Dat komt mede omdat we zo gericht zijn op dingen die vandaag gebeuren dat we de tragere ontwikkelingen niet zien. Je kunt nooit in het journaal zeggen dat het klimaat verandert, want dat is morgen en volgend jaar ook nog zo.’ Is de lezer niet op zoek naar het opmerkelijke nieuws? ‘Daar ben ik heel sceptisch over. Wat de lezer zoekt, wordt in hoge mate bepaald door het aanbod. Als je een kind alleen maar snoep aanbiedt, raakt het hier aan gewend en wil het alleen nog maar meer. Als je in plaats van snoep voedzaam fruit aanbiedt, dan gaat het kind dat op een gegeven moment ook waarderen. Met informatie werkt het net zo. Journalisten hebben een morele afweging: is het belangrijk om te weten of een soapster is gescheiden? Deze overweging hebben journalisten uitbesteed: zolang mensen een nieuwtje lezen, is dat wat ze willen. Wij horen mensen vaak zeggen dat niemand op lange stukken zit te wachten. Onze lange artikelen worden goed gelezen, dus daar kun je aan wennen. Het lijkt nu alsof NU.nl bepaalt wat lang is en dat de rest zich daaraan moeten aanpassen.’ Wat doet De Correspondent anders? ‘Dat wij, anders dan de meeste nieuwsmedia, relevantie zwaarder wegen dan actualiteit. Wij proberen in plaats van uitzonderingen, de context in beeld te brengen. Dat is wat wij bedoelen met het medicijn zijn tegen de waan van de dag. We willen zoveel mogelijk verschillende visies op de werkelijkheid bieden.’ In hoeverre zijn jullie anderhalf jaar later succesvol? ‘Dat ligt eraan wat je succes noemt. Wij zijn erin geslaagd om een medium niet alleen draaiende te houden, we krijgen er ongeveer veertig leden per dag bij. We willen dat lezers een bijdrage kunnen leveren aan de stukken door het geven van kritiek en het aanleveren van bronnen. Zij spelen voor ons een grote rol en we vragen dan ook regelmatig wat zij willen weten. Het is de bedoeling dat we ons nog meer gaan onderscheiden door lezers zelf ook dossiers te laten aanleggen en de mogelijkheid te geven elkaar te volgen. Zo kan een lid dat geïnteresseerd is in economie meehelpen met het onderzoek van een correspondent. Ook willen we het mogelijk maken om als beginnende lezer eerder in het artikel te beginnen dan iemand die al veel weet. Onze ambitie is om artikelen geschikt te maken voor meerdere soorten publiek door het aanbrengen van een soort kennisniveaulagen. Zo ver zijn we echter nog niet.’ Hoe belangrijk zijn de gewenste mogelijkheden, als deze er nog niet zijn? ‘Ze zijn heel belangrijk, maar we zijn maar met een klein team. Wikipedia begon als gewone encyclopedie, maar is inmiddels groter dan een encyclopedie ooit kan zijn. Dit geldt voor ons ook, innoveren doen we stap voor stap. Het is bijvoorbeeld onze ambitie over een aantal jaar ook internationaal te starten.’ Zouden andere media jullie visie moeten overnemen? ‘Absoluut niet, ik geloof niet dat er één goede manier is. Ik zou helemaal niet willen dat andere media onze journalistiek gaan bedrijven. Dan krijg je één pot nat. Hoe meer verschillende soorten journalistiek, hoe beter.’ Is de fout van de huidige media, dat zij slechts één visie hebben? ‘Nee, ik denk dat het probleem eerder is dat kranten en andere media geen visie hebben en dus kleurloos zijn. Ze hebben het idee dat zij hét nieuws brengen. Je kunt echter niet zonder perspectief naar de wereld kijken. Expliciet zijn over jouw vooronderstellingen is eerlijker dan objectiviteit veinzen. Objectiviteit bestaat helemaal niet. Achter de afstandelijke toon van nieuwsberichten zitten aannames. “Het is belangrijk dat we dit melden, we gebruiken deze woorden om het nieuws te brengen en we zetten het op deze plek in de krant.” Het is een geveinsde neutrale visie op de samenleving. De Telegraaf zou bijvoorbeeld zeggen: “Wij zijn voor de blik van de gewone man”, alsof Nederlanders wakker liggen als Rutte Samsom aanvalt in een debat. Dat is fundamenteel onzin. Het meeste nieuws in de wereld komt overigens maar van een paar bedrijven, enorme mediaconglomeraten, die allemaal verschillende kranten en omroepen hebben, maar ondertussen onder één vlag opereren. Mijn ideaal is dat er heel veel ruimte is voor kleine, middelkleine en grote informatiebronnen.’ Maar is dat geen gevecht van David tegen Goliath? ‘Tegenwoordig juist niet meer. Iedereen kan met behulp van internet en crowdfunding een nieuwsmedium beginnen. Je hebt allerlei mogelijkheden om het onder de aandacht te brengen, je kunt stapje voor stapje groeien. Zo kun je binnen de kortste keren machtiger zijn dan de grootste kranten. De meeste bezoekers van De Correspondent komen van Facebook, daar zijn wij groter dan het NRC. We bestaan pas anderhalf jaar en we zijn qua bereik op sociale media groter dan een van de grootste kranten van Nederland.’ correspondent Hoewel Wijnberg ervan overtuigd is dat de papieren krant over een aantal jaren verleden tijd is, denkt hij dat de journalistiek niet wordt gemechaniseerd. Het concept papier is economisch niet haalbaar: ‘Je ziet nu al dat verschillende landelijke kranten niet meer overal worden bezorgd. Een vrachtwagen naar Nijmegen sturen is veel te duur, als je al het nieuws ook door middel van een druk op de knop op internet kan zetten.’ Desondanks is Wijnberg optimistisch over de toekomst: ‘Journalistiek is een kunstvorm. Je hebt altijd mensen nodig die verhalen vertellen, die creatief zijn, die invalshoeken verzinnen, die het op een bepaalde manier opschrijven, die een bepaalde stijl hebben, die jou kunnen enthousiasmeren.’ Dit zie je terug in hoe De Correspondent zijn artikelen presenteert. De mening van de journalisten zijn verweven in hun eigen stukken. Zo weet je wat je kunt verwachten als je correspondent Femke Halsema gaat volgen. Door deze persoonlijke tint noemt Wijnberg robots die nieuws brengen doemdenkerij. Moet de journalist in andere media ook belangrijker worden? ‘Vooral explicieter. Die rol heeft hij, maar we doen net alsof hij die rol niet heeft of we maken hem niet zichtbaar. Je moet laten zien dat nieuws een menselijk product is. De samenleving doet alsof een artikel een column wordt als je er een hoofd boven zet. Alsof het neutraal en objectief is als je dat niet doet. Als je tien mensen een teletekstpagina laat schrijven, krijg je tien verschillende berichten.’ De Correspondent krijgt vanwege de openlijke subjectiviteit kritiek te verduren. De grote nadruk op de correspondenten en het delen van visies zou de artikelen tot columns maken. Zo schreef Kustaw Bessems, chef van de Volkskrant-bijlage Vonk, begin maart op Twitter: ‘Ik heb af en toe de indruk dat De Correspondent een soort handel in een...
Lees meer

Bussemaker gaat op tour

Waar gaat het heen met het hoger onderwijs? Om een antwoord te kunnen geven op deze vraag zal onderwijsminister Jet Bussemaker dit najaar een rondje maken door Nederland. Zo hoopt zij te horen hoe studenten, docenten en bestuurders hierover denken. Bussemaker gaat haar informatie verzamelen in vijf regiobijeenkomsten waarin telkens een ander thema wordt behandeld. Op 15 maart 2015 zullen tijdens een grote conferentie de bevindingen van de zogenaamde HO-tour worden gepresenteerd. De opbrengsten van de gesprekken leveren een bijdrage aan de Strategische Agenda hoger onderwijs, onderzoek en wetenschap, die in de zomer van 2015 verschijnt. Bussemaker zal tijdens haar tour ook de HAN bezoeken, maar het is nog onduidelijk of de minister op 29 oktober afreist naar Arnhem of Nijmegen. Mocht ze Nijmegen aandoen, dan heb je nog anderhalve maand voor het bedenken van je toekomstvisie of het schilderen van de protestborden.

 

Lees meer

Universiteiten pleiten voor verdere verschoolsing

Gisteren kwam de vereniging van universiteiten (VSNU) met hun visie op universitair onderwijs voor de komende 10 jaar. Als het aan de VSNU ligt is over 10 jaar het contact tussen studenten en docenten kleinschaliger en intensiever. Ondanks ontevredenheid onder studenten lijkt de verschoolsing op de universiteit zich dus voort te zullen zetten. De VSNU wordt gevormd door de 14 Nederlandse universiteiten en behartigt de belangen van de universiteiten naar buiten. Hoewel universiteiten door willen blijven gaan met de flexibilisering van het onderwijs door middel van 'webcolleges, MOOC’s, flipped classroom en blended learning', zullen ze zich volgens de visieextra inzetten voor het creëren van 'een hoog ontwikkelde saamhorigheid van de universiteitsgemeenschap'. Daarnaast zal de groei van het aantal studenten niet langer meer een ambitie zijn en zal er geprobeerd worden meer docenten per student te hebben. Deze vooruitzichten lijken aan te sluiten bij de ergernis van minister van Onderwijs Jet Bussemaker dat  'iedereen alleen maar hogerop wil’. Karl Ditrich, de voorzitter van de VSNU, sloot zich eerder al bij deze uitspraak aan. Volgens Martijn Gerritsen, woordvoerder van de Radboud Universiteit, hoeft deze intensivering van het onderwijs niet per se verschoolsing te betekenen. Uit de visie van de VSNU hoeven we volgens hem dan ook niet direct te concluderen dat er nog meer verplichte contacturen komen. Hij benadrukt daarnaast dat volgens hem veel studenten juist wel meer contact met hun docenten willen. Tussen neus en lippen door lijkt de visie van het VSNU dit wel te suggereren en Gerritsen geeft wel aan dat de RU achter de visie staat. De tijd zal het leren.

 

Lees meer