Toezichthouders hoger onderwijs zijn drukbezette baasjes

Gemiddeld genomen is een lid van de Raad van Toezicht van universiteit of hogeschool de vijftig ruim gepasseerd, van het mannelijke geslacht, afkomstig uit het bedrijfsleven en druk met nog heel veel nevenfuncties. Dat blijkt uit onderzoek van ANS in samenwerking met hogeronderwijsbladen Erasmus Magazine, Folia en Univers. Samen plozen we de cv's uit van alle toezichthouders van de Nederlandse universiteiten en de tien grootste hogescholen en vonden een aantal - op het eerste oog - opmerkelijke resultaten.

Een Raad van Toezicht heeft als taak te waken over goed functioneren van het dagelijks bestuur van een onderwijsinstelling. Dit betekent dat niet alleen wordt toegezien op de cijfers en het personeelsbeheer, maar ook op de onderwijs- en onderzoekskwaliteit. In het verleden ging dit niet altijd goed. Zo vonden de InHolland-praktijken plaats onder de neus van de Raad van Toezicht.

Des te opvallender is het dat van de 129 onder de loep genomen toezichthouders, 40 personen afkomstig zijn uit het bedrijfsleven, 21 een politieke carrière kennen en 12 een achtergrond in het bankwezen hebben, tegenover slechts 21 mensen uit de academische wereld. Sommige raden hebben zelfs niemand in hun gelederen die zich voornamelijk bezighoudt of -hield met een academische carrière.

Bovendien hebben zij vrijwel allemaal nog tal van andere nevenfuncties. Via de raden, commissies en besturen waar de toezichthouders plaatsnemen vormt zich een web van contacten, dat sterk lijkt op het beruchte old boys network.  In de infographic hieronder worden de relaties van het Stichtingsbestuur van de Katholieke Universiteit Nijmegen - het toezichthoudend orgaan van de RU - weergegeven, net zoals hun achtergrond.

Meer details over de raden van toezicht en de vraag of deze bestuursbazen de juiste personen zijn op hun posten, vind je in de maart-ANS die vanaf komende donderdag in de bakken ligt.

Illustratie: Pascal Tieman