Minder dieren nodig bij dierproeven

Het dierproefcentrum van het UMC St. Radboud opent volgende week een nieuwe verdieping in het laboratorium waar minder dieren nodig zullen zijn voor de dierproeven. Verschillende faciliteiten op het gebied van beeldvormend onderzoek, waarbij gekeken wordt hoe een bepaalde stof in het lichaam van ratten en muizen zich verspreidt, worden samengevat en hierdoor neemt het aantal dieren dat nodig is voor onderzoek af.

'Er worden onder andere twee MRI-scans en een aantal CT-scans bij elkaar gebracht, waardoor we verschillende onderzoekstechnieken bundelen en veel uitgebreider onderzoek kunnen doen,' zegt prof. dr. Otto Boerman, een van de initiatiefnemers, tegenover ANS-Online. 'Daarbij komt dat we diervriendelijker handelen doordat we minder dieren nodig hebben voor ons onderzoek. Nu kunnen we een dier onder narcose brengen en middels de MRI-scan kijken hoe een stof zich verspreidt. Dit kunnen we op vele tijdstippen herhalen. Voorheen moesten we meerdere dieren inspuiten met een stof en deze op verschillende momenten één voor één doden om te kijken hoe de stof zich in de loop van de tijd over het dier had verspreid.'

Overigens zijn de discussie over en protesten tegen het gebruik van dieren voor wetenschappelijk onderzoek niet de oorzaak geweest voor dit initiatief. 'Natuurlijk houd je rekening met wat er speelt in de publieke opinie bij het houden van je onderzoek, maar het wetenschappelijk belang stond voorop bij de keuze om dit centrum te starten. Het is een mooie bijkomstigheid dat er nu minder dieren nodig zijn,' stelt Boerman.