Opening van het Academisch jaar: Het antwoord op populisme

De officiƫle opening van het Academisch jaar deze middag stond in het teken van het antwoord op populisme. Rector Bas Kortmann sprak van een 'nieuwe elite' en gastspreker Joost Zwagerman - die twee uur te laat arriveerde door file op de A15 - vertelde over de schoonheid van kunst en wetenschap als verantwoording voor overheidsfinanciering.

Kortmann uitte in zijn openingstoespraak zijn zorgen over het huidige populistische klimaat in de samenleving. Hij riep de huidige studenten op een 'nieuwe elite' te vormen om het vertrouwen van de wanhopige burger terug te winnen: 'Tegenwoordig telt niet de mening van de hoogopgeleide arts, maar die van de welbespraakte forumgebruiker.' Wat de taken zijn van die nieuwe elite, werd mooi verwoord door Joost Zwagerman. Hij spoorde de academische wereld aan zich niet te onderscheiden van het volk door acties als de Mars der Beschaving, maar stelde dat iedereen de schoonheid van zijn eigen discipline moet ontdekken en overbrengen. Hij sprak over hoe hij in zijn jonge jaren niets van moderne kunst moest hebben, maar na het ontdekken van de verhalen achter de kunst een groot liefhebber werd. Een mooie parallel met de onwetendheid (en het samenhangend cynisme) van veel bezorgde burgers over wetenschap.

Daarnaast hield Niek Janssen, student Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, een pleidooi voor meer serendipiteit - oftewel meer gestructureerd soggen zodat de creativiteit van mensen wordt gestimuleerd. 'Neem Google. Daar moeten werknemers 20% van hun werktijd besteden aan ontspanning. Gmail, Google Earth en iGoogle zijn in die 20% van de tijd ontstaan.' Het sterke betoog van de honoursstudent deed Kortmann verzuchten: 'Wat hebben we toch fantastische studenten op deze universiteit!'

De rest van de middag werd opgevuld met een mooi muzikaal intermezzo van de onterecht nerveuze singer/songwriter Marieke Jager ('Dat ik mijn broekriem uitdeed was omdat het microfoontje in mijn gitaar het gerammel opving. Hebben jullie dat niet gehoord?'), prijsuitreikingen voor succesvolle studenten en docenten en het gebruikelijke succespraatje ('De stijging op internationale ranglijsten die de RU de laatste jaren doormaakt wordt voortgezet!').

Dat geeft meteen aan wat vanmiddag het meest ontbrak: zelfreflectie. Dat studenten aan de bak moeten om cynisme en wantrouwen te bestrijden is duidelijk, maar hoe moet de RU zich daarvoor inzetten?