College verzet zich tegen schrappen subsidie CPG

In brieven aan staatssecretaris Sander Dekker en minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verzet het College van Bestuur (CvB) zich tegen het schrappen van de onderwijssubsidies voor het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis (CPG).

Het onafhankelijke CPG doet onderzoek naar parlementaire geschiedenis en biedt tevens de master Politiek en Parlement aan op de RU. Het voortbestaan van het Centrum wordt bedreigd omdat het kabinet voornemens is om de subsidie van een half miljoen per jaar te schrappen.

In de brieven van het CvB aan de bewindslieden wordt vooral de argumentatie van dat besluit gehekeld. Volgens Dekker en Bussemaker is er bij het CPG 'geen sprake van een unieke, excellente instelling die noodzakelijk is voor ons wetenschapsstelsel'. Bovendien kunnen de werkzaamheden van het CPG best worden uitgevoerd door de RU. Het CvB is het niet eens met die argumentatie en stelt juist dat het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis wel degelijk beschikt over hoogstaand onderzoek en onderwijs. 'Het CPG heeft nationaal en internationaal een uitstekende reputatie als uniek expertisecentrum op het gebied van de parlementaire geschiedenis. De resultaten van zijn onderzoek zijn niet alleen van groot belang voor de wetenschap, maar ook voor het hieraan gekoppelde academische onderwijs en voor het maatschappelijke debat', aldus het CvB. De universiteit neemt graag een deel van de subsidie over, maar 'is echter niet in staat zonder steun van het Rijk het Centrum in stand te houden.'

Of de brief de beide bewindslieden over kan halen om de subsidie in stand te houden is de vraag, maar het is in ieder geval duidelijk dat er veel verzet is tegen het schrappen van de subsidies. Eerder kreeg het kabinet al een veeg uit de pan van Volkskrant-columnist Bert Wagendorp en op haar website verzamelt het CPG steunverklaringen. Helpt dat alles niet, dan wordt het Centrum per 2015 gesloten, maar niet voordat er eerst een feestje is gevierd met Rutte, want dat willen ze in Den Haag natuurlijk niet missen.