Het issue: Excellentie op Erasmus

In deze rubriek staat iedere maand een ander issue centraal, waarover de meningen sterk zijn verdeeld. Deze maand: elitair Europa

Tekst: Mickey Steijaert en Jozien Wijkhuijs Illustratie: Erik Molkenboer

Iedere student die zin heeft in zon, zee en weinig studielast komt in aanmerking voor onder meer de Erasmusbeurs. Deze zak geld wordt gebruikt om een studie of stage over de grens te financieren. Verhalen van teruggekeerde Erasmusstudenten over hun nachtelijke escapades hebben de reputatie van de beurs geen goed gedaan. Hierdoor is het beeld ontstaan van feestende studenten in den vreemde, die hun maanden zuipend en kruipend doorbrengen. De behaalde studiepunten zouden minimaal zijn en de kosten voor de gemeenschap buitensporig. Als het aan Sijbolt Noorda ligt, is deze periode van Europese financiering voor pleziertripjes voorbij. De voorzitter van de Vereniging van Universiteiten (VSNU) noemde deze beurs ‘financiering van academisch toerisme’. In januari zei Noorda: ‘Ik ben voor een Europees Fonds voor het hoger onderwijs waar zo’n 20 procent van de studenten aanspraak op kan maken.’ Deze groep zou uitsluitend uit de meest excellente geesten moeten bestaan. Is de Erasmusbeurs slechts lof voor de zotheid of een stimulans voor verrijking van de studie?

Stelling: De Erasmusbeurs moet een beloning voor excellentie worden.

Kadertje: - Per jaar maken 182.000 studenten gebruik van de Erasmusbeurs voor een verblijf in het buitenland. - Sinds de start van de beurs in 1987 hebben al meer dan twee miljoen studenten gebruik gemaakt van de toelage. - De hoogte van de Erasmusbeurs verschilt. Het is afhankelijk van onder meer de duur van de studieperiode en het aantal gegadigden. Het minimum beursbedrag is 200 euro. - De RU heeft van internationalisering een van haar speerpunten gemaakt. Eenderde van alle studenten zou tijdelijk in het buitenland moeten studeren.

Hendrik Jan Hobbes, expert Europa en Nederlands hogeronderwijsbeleid bij NUFFIC 'Ik ben het niet eens met deze stelling. Het doel van de Erasmusbeurs is om studenten te ondersteunen bij hun buitenlandverblijf, waarbij het bereiken van onderwijsdoelen en het opdoen van culturele ervaring hand in hand gaan. Voorwaarde is wel dat de kwaliteit van het onderwijs of de stage hoog genoeg is en dat het toegankelijk is voor iedereen. Daarnaast hebben excellente studenten ook andere programma's om zich verder te ontwikkelen. 'Het beste middel om studenten te motiveren, is in het beginstadium van de studie duidelijk te maken wanneer ze naar het buitenland kunnen gaan en waar naartoe. Studievertraging is een groot obstakel voor een buitenlandverblijf. Er moeten afspraken gemaakt worden over ondersteuning, zoals huisvesting en vak- of stage-inhoudelijke invulling. Dit moet aansluiten op de studie in eigen land. Alleen dan zijn studenten zeker van een kwalitatief goed buitenlandverblijf zonder studievertraging en zullen zij er echt gemotiveerd werk van maken. De Erasmusbeurs is ondanks de bescheiden omvang hard nodig, want in het buitenland studeren blijft over het algemeen een duur grapje.'

Sijbolt Noorda, voorzitter van de VSNU ‘Ooit waren Erasmusbeurzen een welkome uitvinding. Veel studenten werden gestimuleerd een tijdje in een ander Europees land te studeren. Dat was 25 jaar geleden al heel wat. Nu is het tijd voor iets anders. Ik vind dat er beurzen moeten komen voor studenten die in echt internationale studieprogramma’s een bachelor- of masterdiploma halen. Dat zijn dan programma’s waarbij twee of meer universiteiten samenwerken en gezamenlijk een graad verlenen. ’Academisch toerisme hoeft na 25 jaar niet meer gestimuleerd te worden, het behalen van internationale diploma’s heeft zo’n steun in de rug wel nodig en dat geldt ook voor de ontwikkeling van echt internationale studieprogramma’s. ‘Door zo’n nieuw Erasmusprogramma zullen universiteiten worden gestimuleerd om meer en beter samen te werken over de grenzen. En studenten stellen aan hun buitenlandse studie hogere eisen. Eigenlijk vind ik dat Europa geen geld moet uitgeven aan het volgen van een nationaal studieprogramma in een ander land. In een echt internationaal programma is de inhoud internationaal, zijn de studiematerialen en leerboeken internationaal, is de studentengroep gevarieerd samengesteld en zijn de docenten van verschillende nationaliteiten en achtergronden. Wetenschap hoort niet in een nationaal keurslijf. Europese studenten evenmin.’

Marian Jassen, hoofd van het International Office van de Erasmus Universiteit ‘Ten eerste is de uitlating van Noorda over de Erasmusbeurs als “financiering van academisch toerisme” onzin. Onderzoek van de European Association for International Educators (EAIE) heeft uitgewezen dat studenten die met deze toelage in het buitenland verblijven evenveel studiepunten behalen als thuisblijvers. ‘Daarnaast is het is in onze sterk globaliserende wereld hard nodig dat studenten goed worden voorbereid op hun toekomst als wereldburger. Daar hoort een verblijf over de grens voor studie of stage bij. De RU streeft er daarom naar dat minstens een derde van de studenten in het buitenland gaat studeren. Alle studenten moeten de mogelijkheid krijgen om hun geluk elders in Europa te beproeven. De Erasmusbeurs biedt daarvoor de perfecte uitkomst. Wij pleiten voor meer in plaats van minder beurzen. ‘Tenslotte zijn er al specifieke beurzen voor begaafde studenten, zoals het VSBfonds. Deze motiveren al tot extra inzet voor de studie. De Erasmusbeurs alleen aan een selectie van talenten toekennen is dus onnodig.’

Jesper van Munster, hoofd externe zaken en vicevoorzitter AEGEE Nijmegen ‘De uitspraken van meneer Noorda passen binnen een nieuwe trend in de Nederlandse politiek: de student moet meer studeren en minder luieren. Een aantal jaar geleden werd studenten op het hart gedrukt om ervaring op te doen buiten de collegezalen. Nu ‘s vaderlands spaarpot op is moet er alleen nog maar hard gewerkt worden, de maatschappij wil immers geen lullo’s sponsoren. Jammer dat de overheid negeert dat veel studenten later een beroep zullen uitoefenen waarbij buitenlandervaring nuttig is, zoals in de handel, de politiek of de academische wereld. ‘Er is geen betere manier om een taal te leren of een cultuur te begrijpen dan erin ondergedompeld te worden. Een tijd studeren op een andere universiteit kan een andere kijk op de studie geven. Dit is academisch erg interessant, inzichten opdoen is immers het doel van elke universitaire studie. Het is ongehoord om deze kansen enkel te bieden aan de beste 20 procent. Die krijgt vaak al meer mogelijkheden voor academische verdieping. Juist de modale student heeft toch voordeel van een buitenlandverblijf. Het Erasmusprogramma is geen vakantie, maar een levensles.’

Klik hier voor alle artikelen van de ANS uit april 2011.