Column: W.V.T.T.K.

Deze column van Diederik Rozenboom verscheen eerder in de april-ANS. Besluitvormingsprocedures, constituties en dronken vestjeslikkers: Diederik heeft eigenlijk een hekel aan bestuurs-pikken, maar in de nadagen van zijn studie besluit hij er toch zelf een te worden. Op deze plek staan de notulen van dat proces. Ze mailt me dat ze eventueel volgend jaar bestuur X in wil gaan. ‘Moet het echt bestuur X zijn?’, mail ik haar terug. ‘Ja’, zegt ze, ‘alleen bestuur X.’ Ik vind haar koppig. Er zijn zoveel verschillende besturen in het studentenleven. Sommige krijgen jaarlijks een inbox vol met geïnteresseerden. Andere sprokkelen met moeite een driekoppig bestuur bij elkaar, terwijl ze niet minder leuk zijn. Ik heb echter goede argumenten nodig om haar te kunnen mailen. Ik kom terecht op een pagina van de RU. Omdat het College van Bestuur studentbesturen belangrijk vindt, is het overgegaan tot drastische maatregelen: er is een heuse internetpagina uit de grond gestampt waar je er meer over kan lezen. Er is zelfs een speciale pagina waar je ‘ervaringen van studentbestuurders’ kan bestuderen. Op deze pagina kom je de crème de la crème van het Nijmeegse studentenbestuur tegen. Aristoteles, Winston Churchill en Bas Kortmann, allemaal passeren ze de revue. Vooral de laatste van dit drietal roergangers maakt indruk met de prachtige frase: ‘Het vervullen van bestuursfuncties naast je studie is heel goed mogelijk’. Bijna net zo poëtisch als zijn tegeltjeswijsheid over dat alle studentenbestuurders vroeg uit de veren moeten (zie daarvoor de site van uw favoriete studentenblad). Er is echter iets op de pagina dat nog meer in het oog springt: het ‘CV-argument’ valt al in de allereerste regel van het allereerste citaat. ‘Een bestuursjaar staat goed op je CV’ - zo luidt de allereerste zin die je leest. Hoera. En nu allemaal een bestuur in. Hup, hup! Oke. De RU heeft dus te weinig tijd om met echte studentbestuurders te spreken en ziet het argument dat een bestuursjaar leuk op je CV staat als een belangrijk argument. Al met al geeft me dat nog niks in handen om terug te mailen. Ik mail haar daarom maar: ‘Waarom alleen bestuur X?’ Ze antwoordt: ‘Ik kan me ook wel motiveren voor honderd andere besturen, maar dat duurt altijd even. Een jaar is dan te kort. Je moet je volgens mij al op de een of andere manier bij het bestuur betrokken voelen voordat je er in stapt. X ken ik, dus ga ik voor X.’ Ik weet haar niks zinnigs terug te mailen. Behalve dan of ik haar quote gebruiken mag. Voor een column. En misschien voor een internetpagina. Bekijk hier de overige artikelen uit de april-ANS.

 

Lees meer

W.V.T.T.K.

Tekst: Diederik Rozenboom Besluitvormingsprocedures, constituties en dronken vestjeslikkers: Diederik heeft eigenlijk een hekel aan bestuurs-pikken, maar in de nadagen van zijn studie besluit hij er toch zelf één te worden. Op deze plek staan de notulen van dat proces. Toen ik zeven was, zijn mijn melktanden moeiteloos omgewisseld voor de tanden die ik nu heb. Ik heb er eerlijk gezegd weinig van gemerkt. Mijn tanden vielen er eigenlijk gewoon uit. Zo voelde het althans. Toen ik elf was speelde ik poortwachter in een schoolmusical. Mijn taak was om de eerste helft van de musical stokstijf en trots voor een kartonnen bord te staan waarop Meester Jan een kasteelpoort had geschilderd. Na mijn helft liep ik statig het podium af en kwam Michael voor het karton te staan. Wisseling van de wacht. Twee keer hebben we de musical opgevoerd. Twee keer heb ik moeiteloos met Michael gewisseld. Het is denk ik daarom geweest dat ik volledig in de veronderstelling verkeerde dat een bestuurswissel ook net zoiets zou zijn: een moeiteloos omruilen, iets waar je weinig van zou merken. Ik had het mis. De mailtjes die de oud-bestuursleden naar ons stuurden, bevatten meestal een variatie op de zin: ‘Wie kan er toevallig aanstaande zondagmiddag?’. Een mailtje met één datumvoorstel is eigenlijk helemaal geen datumvoorstel, maar een minder interessante vorm van een spelletje Jenga: wachten op de eerste persoon die niet kan. Ik begon het idee te krijgen dat het oude bestuur simpelweg niet weg wilde gaan. Dat ze voor eeuwig en altijd bestuurtje zouden willen spelen, dat ze geen boodschap hadden aan het feit dat het nu onze beurt was. In niets leek het op het wisselen van tanden. Of het wisselen met Michael. Toch verschilt zo’n bestuurswissel eigenlijk maar weinig van een wissel in een schoolmusical. Je staat op het podium als poortwachter een beetje belangrijk te doen met je tot lans omgebouwde bezem - of je staat er niet. Op het podium of er naast, beide posities zijn prima. Er is maar één plaats waar je zo snel mogelijk weg wil: het trapje naar het podium toe. Je staat daar precies tussen twee posities in – je weet precies niet wat je bent en wat je moet doen. Vandaar dat ik zat te juichen toen ik las dat er eindelijk een datum was geprikt voor een ALV en een overdracht. Ruim twee maanden later dan dat eigenlijk de bedoeling was. Nog nooit eerder had ik gejuicht voor een wissel. Er heerste ook een jubelstemming bij mijn aankomende bestuursgenoten. ‘We moeten bloesjes kopen’, zei iemand. ‘We kunnen de mailbox in’, zei iemand anders. ‘We kunnen beginnen’, bedoelden we eigenlijk en dat voelde voor mij alsof we trots ons armetierig schoolpodium mochten beklimmen. Bekijk hier de overige artikelen uit de oktober-ANS.

 

Lees meer

W.V.T.T.K.

Tekst: Diederik Rozenboom Besluitvormingsprocedures, constituties en dronken vestjeslikkers: Diederik heeft eigenlijk een hekel aan bestuurs-pikken, maar in de nadagen van zijn studie besluit hij er toch zelf één te worden. Op deze plek staan de notulen van dat proces. Ik werd gemaild met een vraag. Of ik aanstaand weekend kon helpen met een bepaalde TaFo. Dat moet ik misschien even uitleggen. De meeste studentenbesturen bestaan weer uit kleinere projectgroepen. Zo’n groep kun je heel veel verschillende namen geven. In dit geval was dat Taskforce. Niet dat onze bezigheden veel met legermilities te maken hebben, maar alles is beter dan je club met mensen ‘groepje’ te moeten noemen. In deze TaFo zat ik niet, maar dat doet niets af aan de vraag. Je moet elkaar kunnen helpen als het nodig is. Ik kon alleen niet. Ik zat op dat moment op een zeilkamp in Leiden. Ik mailde terug: ‘Sorry. Dan kan ik niet.’. Ik kreeg terug: ‘Je had geen zin, hè. Mag je ook gewoon zeggen.’. Ik ben een hele dag boos geweest op die reactie. Ik was boos op het feit dat iemand me niet gewoon geloofde. Ik begon gelijk aan een nieuwe bestuurscolumn. Onderwerp: waarom mensen waarmee je samenwerkt je soms zomaar niet geloven, of dat ze soms slechts het negatieve van je acties inzien. Grommend ging ik aan de slag. Maar tijdens het schrijven herinnerde ik dat mijn vader ooit zei: ‘De mensen lezen maar wat ze er in willen lezen. Dat is altijd zo. Je kan er beter voor zorgen dat je zo volledig mogelijk bent’. Het is al een hele tijd geleden dat hij die troostende woorden uitgesproken heeft. Ik zat in groep 8 en was net thuis gekomen met een onvoldoende voor een zelfgeschreven verhaal. Het verhaal ging over een man die heel moeilijk liep. Hij wist niet hoe hij zijn linkervoet voor zijn rechter moest zetten. Pas toen hij zichzelf had geleerd niet op alle moeilijkheden van zijn lopen te letten, lukte het hem te lopen zonder vallen. Heel groep 8 dacht dat het over Joris ging. Joris had X-benen en werd altijd als laatste gekozen bij voetbal, maar ik had nooit aan Joris gedacht bij het schrijven ervan. In de plaats van de column af te schrijven heb ik de Taskforce gemaild met verontschuldigingen voor mijn onduidelijkheid, en een foto van mezelf op een zeilboot ergens in een Leidse gracht. Zelfvoldaan dat ik dan misschien toch een beetje van mijn oude fouten heb geleerd ging ik slapen – zonder ook maar een beetje in te zien dat ik er eigenlijk weer niks van had gesnapt. Dat ik hier degene ben die zich te veel focust op het lopen. Dat ik pas echt kan besturen als ik niet te veel op alle kleine moeilijkheden let. Bekijk hier de overige artikelen uit de november-ANS.

 

Lees meer

W.V.T.T.K.

Tekst: Diederik Rozenboom Besluitvormingsprocedures, constituties en dronken vestjeslikkers: Diederik heeft eigenlijk een hekel aan bestuurs-pikken, maar in de nadagen van zijn studie besluit hij er toch zelf één te worden. Op deze plek staan de notulen van dat proces. Miereneters lopen graag over savannes. De lynx is het liefst in een naaldbos. De bekerplant groeit enkel op de Kinabalu-berg op Sumatra. Ook de studentenbestuurder heeft zijn favoriete habitat. De CoBo. CoBo is de afkorting voor constitutieborrel. In principe wil elk nieuw bestuur kenbaar maken dat het geïnstalleerd is. Om iedereen de gelegenheid te geven zich aan het bestuur voor te stellen is de constitutieborrel in het leven geroepen: nieuwe bestuursleden bezetten een kroeg of een andere plek met een tap, en nodigen andere besturen uit om ze te feliciteren – oftewel ‘op constitutie’ te gaan. Maar zoals de lynx het liefst een dichtbegroeid naaldbos heeft, groeien er ook in deze habitat allerlei bomen. Een heel struikgewas van regelgeving en etiquette is geplant om van te genieten - vooral wanneer je van het ietwat corporalere soort bent. Planten die zeggen wat voor kleren je aan mag doen en wat voor dingen je al dan niet mag roepen; alles is er. Gelukkig kun je bij je eigen CoBo zelf uitmaken hoeveel struikgewas je links laat liggen. Toen ik onlangs mijn eigen CoBo ging organiseren had ik dan ook flink wat in de regeltjes gesnoeid: alleen de dingen die ik enigszins snapte, golden op mijn eigen CoBo. Ik bepaal mijn eigen regels wel. Dacht ik. Om dat te kunnen begrijpen moet je eerst wat van me weten. Ik hou er van regelmatig een meisje te zoenen. En mee naar huis te nemen. En er daarna pas spijt van te hebben. Enfin: zo’n type ben ik een beetje. Daar doe je niet zo veel aan. Het is meestal ook niet zo’n probleem. Totdat je je eigen CoBo hebt - tot er elf besturen langs komen met zo’n meisje. Je kan maar tot een zekere hoogte bepalen hoe je eigen CoBo verloopt. Je hebt op een belangrijk deel geen invloed: welk cadeau je krijgt van de constituerende besturen. De besturen die jou feliciteren nemen namelijk allemaal een cadeau mee. Soms is dat een rolletje pepermunt, soms een afgedankte mixer en soms een setje stiften. Behalve als er een bestuur komt waarin een meisje zit dat jou op je nummer wil zetten. Dan is het cadeau alcohol. Liefst zo puur mogelijk. Gelijk tot je te nemen. Aan het einde van de avond was mijn zorgvuldig gekapte bos veranderd in een oerwoud dat ik nergens van kende. Verdwaald zocht ik houvast aan lianen, maar geen enkele liaan zat ergens aan vast. Toen ik aan het einde van de nacht met spartelende armen naar buiten waggelde, sjokten er een aantal inheemse besturen lachend achter me aan. Bekijk hier de overige artikelen uit de december-ANS.

 

Lees meer