'Iedereen maakt al bloemetjeskleedjes'

Het oeuvre van Studio Job bestaat uit zowel een pronkstuk voor EU-president Herman van Rompuy als een tafelkleedje dat refereert aan de Holocaust. De wereldberoemde designer Job Smeets noemt een verbod op dit werk fout. ‘In design moet alles kunnen.’ Tekst: Silke Spierings Foto: Robert Kot Een half uur na de afgesproken tijd doet Kathelijn, manager bij designerscollectief Studio Job, de glazen deur van het hoofdkantoor in Antwerpen open. De strakke, witte ontvangstruimte is op een aantal designerstukken na leeg. ‘Dat is een bureau van Rietveld, een van de laatste stukken die hij maakte voor zijn dood’, vertelt Job Smeets (43) als hij even later binnenkomt en neerploft op een bank bekleed met insectenpatroon. Samen met Nynke Tynagel vormt hij het brein achter Studio Job. Het designerduo heeft honderden ontwerpen op haar naam staan, waaronder catwalks voor de modeshows van Viktor & Rolf en een pronkstuk voor het kantoor van Herman Van Rompuy, de president van de Europese Raad. Het verwerpen van gebruikelijke werkwijzen in de designwereld vormt de rode draad in hun werk. Smeets: ‘Iedereen maakt al bloemetjeskleedjes, wij dachten: wij maken iets anders.’ ‘Anders’ verwijst in dit geval naar de ontwerpen die Studio Job vorig jaar een golf van kritiek opleverden. Het duo gebruikte daarvoor symboliek die refereert aan de Holocaust: ze verwerkten wachttorens, spoorwegen en doodshoofden tot een symmetrische print. Samen met de kamers waaruit zwarte rook opstijgt en een enorme stapel brilletjes, door sommigen geïnterpreteerd als die van afgevoerde Joden, vormt dit de iconografie van het inmiddels veelbesproken tafelkleed. Daarnaast maakten ze in opdracht van een bekende kunstverzamelaar een groot kunstwerk met vergelijkbare symboliek. De bouw van het ‘Buchenwaldhek’, zoals het in de volksmond wordt genoemd, werd door de gemeente Zandvoort verboden en het Groninger Museum weigerde het tafelkleed dat was bestemd ter aankleding van hun lounge. Wordt het sculptuur alsnog gemaakt? ‘Zeker. De Nederlandse overheid heeft ervoor gezorgd dat de bouwvergunning is ingetrokken, maar dat wil niet zeggen dat het beeld niet wordt gemaakt.’ Smeets kijkt om zich heen: ‘Misschien zet ik het hier wel neer.’ Hoe kwamen jullie erbij om deze symboliek te gebruiken? ‘Het idee ontstond toen we voor het Groninger Museum de zogenaamde Studio Job Lounge mochten inrichten. In 2003 hield de Chapman Brothers, een kunstenaarsduo, een expositie met alleen maar hakenkruizen en vreselijke taferelen in de museumzaal, dat was letterlijk de hel. Mijn these was: als die kunst in de museumzaal mag staan, mag ik als designer ook dit soort symboliek gebruiken voor mijn tafelkleedje in de lounge.’ Dat mocht niet. ‘Nee, dat hebben ze geweigerd, terwijl die lounge, 20 meter verder in hetzelfde gebouw zit. Iedereen die in de museumzaal komt, gaat ook in de lounge kijken. Daarmee heb ik bewezen dat design nog steeds als een mooimakertje wordt gezien. Dat blijkt ook wel uit de ophef om die poort. Ik weet zeker dat het wel had gemogen als het kunst was geweest.’ Als er een kunstwerk in die tuin was gebouwd met dezelfde symboliek erop, zouden mensen er toch ook aanstoot aan nemen? ‘Ik zie niet in hoe dat kan. Als ik hier in Antwerpen de deur uitloop zie ik ook een bronzen kunstwerk waar mensen staan afgebeeld achter prikkeldraad, het is een herinnering aan de concentratiekampen. En dat midden in de Joodse wijk. Daar lopen elke dag orthodoxe Joden langs, die nemen daar ook geen aanstoot aan.’ Dat is een monument, daar zit een andere bedoeling achter. ‘Dat maakt voor het uiterlijk van het beeld geen verschil. Ik begrijp niet waarom je het wel zou mogen uitdrukken als het om een monument gaat en niet zodra het de vorm van een tafelkleed krijgt. Het mag altijd of het mag nooit.’ Plots fel: ‘Kom nou, ik ben toch niet gek? Het verbod op dit werk is idioot.’ Mensen willen liever iets vrolijks zien op hun tafelkleed. ‘Dat is best triest. Waarom zouden designers het lelijke niet mogen tonen? Design laat altijd alleen maar mooie dingen zien, het gaat puur om het verfraaien van de omgeving. Ook in design moet ik dit soort controversiële zaken kunnen verwerken, ik heb net zo goed vrijheid van vormgeving. Dan zeggen mensen: “Ja, maar dat is kunst.” Dat is belachelijk, het maakt geen bal uit of het kunst of design is.’ Het afbeelden van contrasten vormt ook zonder dit tafelkleed een centrale rol in de Studio Job Lounge. Bij binnenkomst wordt de bezoeker overspoeld met pracht en praal. In het midden van de ruimte prijkt een fontein van brons, statige glas-in-loodramen sieren de muren en de bar is gemaakt van ingelegd hout. Wie dichterbij komt om een drankje te bestellen, ziet echter dat wat van veraf een krullerige opdruk lijkt, eigenlijk een houten inlegwerk van kinderskeletten is. De fontein druppelt als een vervelende kraan die niet goed dicht zit en het glas-in-lood verbeeldt grauwe fabrieken. Deze ironische toon vergezelt meerdere ontwerpen van Studio Job. Smeets: ‘Ik vind het leuk om mijn eigen vakgebied op de proef te stellen. Design is eigenlijk onzin. Het draait alleen maar om het hyperconsumentisme van een klein, rijk deel van de wereldburgers terwijl een ruime meerderheid van deze wereldbevolking niet eens weet wat design is en honger leidt. Ook zijn opdrachtgevers komen er niet ongeschonden vanaf. Grijnzend: ‘Het is leuk om je klanten soms iets ongemakkelijks te verkopen. Voor mijn stoelen betaal je veel meer dan voor eentje van IKEA terwijl je ze niet eens kunt gebruiken, omdat ze niet functioneel zijn.’ Deze dubbele lading komt ook terug in het pronkstuk dat Smeets en Tynagel maakten voor het kantoor van Herman van Rompuy. Smeets: ‘Er moest een kunstwerk komen waarvoor hij tijdens fotomomenten handjes kon schudden met allerlei belangrijke presidenten. Een pronkstuk. Uiteindelijk hebben we een soort surrealistische koffiepot gemaakt met het vredesteken uit Suske en Wiske erboven op. Dat is nu ongeveer het belangrijkste achtergrondje van Europa, mensen doen er heel serieus over.’ Is het maken van designstukken de beste manier om tegen materialisme te ageren? ‘Tegen? Ik ageer nergens tegen. Ik speel daar mee. Ons werk is een weerspiegeling van de wereld waarin we leven. Materialisme is daar op dit moment helaas een groot onderdeel van.’ Dragen jullie als designers ook niet bij aan dat materialisme? ‘Natuurlijk, ik heb ook nooit gezegd dat ik onschuldig ben, dat is juist de dubbele lading achter de stukken. Ik heb nou eenmaal een designopleiding gedaan en toen ik klaar was met mijn studie, dacht ik: fuck, nou ben ik designer, dat wil ik helemaal niet. Aan de andere kant is dat gevoel inspirerend bij het maken van werk. In mijn eigen designstukken kan ik allerlei kritiek op zaken als materialisme verwerken. Ik zou ook niet weten hoe ik die opvatting anders moet laten zien, behalve door sandalen met geitenwollen sokken te dragen en een heel ander leven te leiden.’

 

Lees meer

De april-ANS in de bakken en online: fout, vouder vaudst

Wat zijn jouw foutste dromen? Leven als een profvoetballer, of bewonderd worden door honderden gillende dames als je je ontdoet van je kleding? In het ANS van april, dat nu in de gele bakken ligt en online is te lezen, komen ze beide aan bod. We gingen met oud-profvoetballer Andy van der Meyde in gesprek over zijn carriere en de fouten die hij maakte. De oud-international raakte in zijn tijd bij Inter Milan op een zijspoor, vergat het voetbal en dacht: 'Zoek het maar uit, ik ga lekker los.' In ANS vertelt hij zijn verhaal. Marco Toro gaat ook lekker los, maar dan voor een stel gillende vrouwen. Hoe ziet het leven van een mannelijke stripper eruit? ANS liep een dag mee en zag een politieman, een cowboy en een piemel. Verder in de foute-ANS: een openingsartikel over het dalende aantal masterstudenten, een interview met designer Job Smeets die een tafelkleedje maakte dat refereert aan de Holocaust, kijken we wat er gebeurt als het fout gaat met de dijken, testen we in De graadmeter hoe je in no-time een fout, bruin tintje krijgt, hebben we het met strafrechtadvocate Samira Bouddount over foute importhuwelijken en lezen we in Lijn 1over de foute verhalen van studenten Tom, Ronald en Lux. Alle artikelen in de april-ANS zijn online te lezen en in de volledige ANS in pdf.

 

Lees meer