Hanneke Hendrix: 'Met een klotebaan heb je genoeg om over te schrijven'

Van 27 tot 30 november vormt Nijmegen het podium voor literair festival Wintertuin. In het kader van het thema van dit jaar, ‘de ontmoeting tussen literatuur en muziek’, stelt ANS vijf vragen aan verscheidene gastsprekers en muzikanten. Dit keer wordt schrijfster Hanneke Hendrix aan de tand gevoeld. Tekst: Evy van der Aa Foto: Mike Nicolaassen, Wintertuin Welk geluid wil je met je boeken ten gehore brengen? 'In al mijn boeken keert het gegeven terug dat je als mens alleen in je eigen hoofd zit, want dat vind ik een interessant gegeven. Het lijkt net of je contact hebt met anderen, maar dat is niet echt zo omdat alles door je eigen filters heengaat. Daar gaat alles een beetje over. Verder stop ik overal het liefst zoveel mogelijk ontploffingen in.' Stilte of lawaai? 'Allebei. Ik heb ongeveer twaalf jaar zelf bij In de Blaauwe Hand achter de bar gestaan. Nu schrijf ik er graag, ik hou van geroezemoes op de achtergrond. Gedurende de laatste maand voor het boek klaar is, zit ik in mijn werkkamer. Bij het einde raak je namelijk echt gestrest. Vaak is het op dat moment prettig om geen mensen om je heen te hebben, zowel voor de ander als voor mijzelf.' Wat klinkt jou als muziek in de oren? 'Het geeft een fijn gevoel wanneer je met een groep bent en iedereen het naar zijn zin heeft. Voor mij is dat in de kroeg, bij een concert of als ik voor veel mensen gekookt heb. Ik blijf toch echt een horecamens. Aan de andere kant vind ik het heerlijk om tijdens vakanties de rust op te zoeken. Dan ga ik met mijn vriend rondtoeren, de bergen op en het bos in. Als ik voor een bepaald geluid moet kiezen, is dat het geluid van een vuurtje of een open haard. Al klinkt dit wel een beetje cliché.' Wat verstoort jouw ritme? 'Ik vind heel veel dingen niet leuk. Vaders die op hun kind 'moeten' passen en het dan papadag noemen, bijvoorbeeld. Of buren die techno draaien. Het pand naast me werd ooit gekraakt en daar woonden cokesnuivers, of ja, ze waren in ieder geval altijd wakker. Omdat ik hoorspelmaker ben, hebben de meeste van mijn klachten met geluid te maken. Ik kan er echt niet tegen als mensen op de radio smakken of een kikker in de keel hebben, dan word ik helemaal gek. Als je dat eenmaal hoort, kun je dat niet meer uitzetten. Ik kan daarom ook nooit ongedwongen naar de radio luisteren.' Waar zit voor jou muziek in? 'Dit is een beetje een saai antwoord, maar ik wil graag op dezelfde voet doorgaan. Een derde boek schrijven zou leuk zijn en er staan nog wat hoorspelen op de planning. Hopelijk kan ik van schrijven rond blijven komen, anders ga ik weer achter de bar staan. Dan pak ik een kladblokje erbij voor ideeën. Ik mis het werken in de kroeg heel erg, maar als je als schrijver een klotebaan hebt, zoals een kantoorbaan, heb je wel genoeg om over te schrijven.'

 

Lees meer

Hanneke Hendrix: 'Uiteindelijk sterf je toch in je eentje'

In het kader van het Wintertuinthema ‘kunst van het verzamelen’ stelt ANS-Online vijf vragen aan verscheidene gastsprekers en muzikanten. Ditmaal: Hanneke Hendrix.Hanneke Hendrix debuteerde afgelopen zomer met De Verjaardagen, waarin ze de opbloeiende liefde tussen de destructieve Boris en de breekbare Lies beschrijft. De roman weerspiegelt Hendrix’ kijk op het menselijk bestaan. ‘Met dit boek moeten mensen goed voelen dat het leven geen enkele zin heeft. Iedereen leeft maar gewoon, alsof er niets aan de hand is. Ik ook hoor, daar niet van.’ Vlak voor ze het podium in de Lindenberg betreedt, vindt de schrijfster een paar minuten om de vragen van ANS te beantwoorden. ‘Dat kan wel tijdens het roken, toch?’ Ben je een jager of verzamelaar? ‘Een verzamelaar. Ik kan niet richten, dus daarom geen jager. Als je bij de Kersentuin gaat kijken, zie je mijn oude servies staan. Ik sleur mijn kopjes en schemerlampen overal mee naartoe. Als ik ergens moet voordragen waar het erg kaal is, wil ik nog wel eens een bak spullen in de auto gooien. De meeste schrijvers zijn erg neurotisch, denk ik. Je denkt dat je spijt krijgt als je iets weggooit.’ Wat is het pronkstuk uit jouw verzameling? ‘Vroeger had ik al mijn schemerlampen in mijn kamer staan. Ondertussen heb ik ze daar, mede door mijn vriend, langzaamaan weggehaald. Er staat er nog één, dat is misschien wel een pronkstuk. Hij is van porselein, een hele mooie. ‘Van mijn eigen werk ben ik het trotst op mijn boek. Ik ben een echte blogger, dus ik gooi alles online. Mijn boek is het enige waar je voor moet betalen.’ Waarvoor moet je moed verzamelen? ‘Duiken. Zwemmen vind ik heel leuk, maar ik durf echt niet met mijn hoofd onder water. Ik heb ooit gezwommen met dolfijnen, maar dat was geen succes. Iedereen riep: “Ik heb ze aangeraakt!” terwijl ik daar een beetje aan de oppervlakte dreef. Ik ben maar tot zwemdiploma A gekomen, ik werd steeds teruggezet naar het pierenbad.’ Hoe raapt je je inspiratie bij elkaar? ‘Ik geloof niet dat je moet wachten tot je inspiratie krijgt. Zelf ga ik altijd op een plek zitten waar ik niet weg kan en dan begin ik maar gewoon met waar ik ongeveer heen wilde. Wat ik schrijf moet wel een bepaalde urgentie hebben, al vind ik urgentie een heel vies woord. Met De Verjaardagen wil ik mensen door de strot duwen dat het leven geen zin heeft. Omdat ik dat vind. Je kunt veel meemaken, uiteindelijk sterf je toch in je eentje. Ieder mens zit alleen in zijn eigen hoofd.’ Hoe maakt je jezelf winterklaar? ‘Sowieso door een extra dekbed te kopen, ik heb het altijd heel erg koud. Lekker de verwarming aan, met een dekentje op de bank. En de kroeg in. Glühweintje erbij? Nee, liever met koffie en taart.’

 

Lees meer

Literair vermaak tijdens campusdag Wintertuinfestival

Vandaag vindt de aftrap van literair festival Wintertuin plaats, waarbij op deze eerste dag de universiteit het podium vormt voor de geplande festiviteiten. Schuif vanmiddag aan in het Cultuurcafé, waar ANS in samenwerking met Cultuur op de Campus van half een tot half twee en van drie tot vier uur studenten een bijzondere combinatie van muziek en literatuur voorschotelt. Vaste ANS-columnisten Manu Compen en Lotte Coenen zullen hun eigengereide, soms humoristische werk aan bezoekers ten gehore brengen. Naast de columns, zal het duo Jelko Arts en Lotte Lentes je proberen te boeien met een heuse 'propaganda voor het enthousiasme'. In de aankomende december-ANS valt tevens een verhaal van Lentes te lezen. Daarnaast is er literair vermaak in de vorm van poëzie, waarin campusdichter Loren Brouwer haar talent zal laten spreken. Als kers op de taart, speelt de Duitse singer-songwriter Wüstersturm de literaire acts aan elkaar. Ook buiten het Cultuurcafé om valt er genoeg te beleven op de campus. Schrijvers Henk van Straten en Hanneke Hendrix, die naast Lentes ook een verhaal schreef voor de december-ANS, geven in de zijzaal van de Refter literaire masterclasses. 's Avonds geeft muzikant en eenmansband Spinvis in CC1 een college over de zeggingskracht van muziek, waarmee de eerste dag van Wintertuin op passende muzikale wijze wordt afgesloten.

 

Lees meer

Sheng dan jie

Besneeuwde daken, knapperende haardvuren en huisdieren die eindigen als kerstmaaltijd: Rond deze tijd krijg je genoeg clichématigheid voor je kiezen. Hanneke Hendrix en Lotte Lentes schreven ieder voor ANS een verhaal over een kutkerst. Vandaag lees je het verhaal van Hanneke Hendrix: Sheng dan jie. Dit artikel verscheen eerder in de december-ANS I De ruiten van de enige afhaalchinees in de stad die geopend is op kerstavond zijn beslagen. Buiten zoemt de uitbundige kerstversiering en op het voorste raam staat met spuitsneeuw Happy Christmans! geschreven. Als ik de deur achter me sluit, knikt een kale meneer met een leesbril me toe. Hij staat tegen het grote aquarium met de goudvissen geleund. Het echtpaar dat tegenover hem op de bank zit volgt aandachtig mijn bewegingen. ‘Ik hoop dat je veel tijd hebt’, zegt hij als ik hem voorbij loop richting de balie. Voor mij pakt een man een witte tas aan en loopt de zaak uit. ‘Heel veel tijd’, sist de aquariumman tegen de man die met de witte tas weer naar de deur loopt. De vrouw van het echtpaar op de bank lacht schamper. II ‘Een singlemenu met mihoen is drie euro extra’, zegt de mevrouw achter de balie terwijl ze het bonnetje schrijft. ‘Mihoen dlie eulo extla’, zegt de man van het echtpaar op de bank. Er klinkt gelach. Ik schaam me. ‘Ik sta hier al uren’, zegt de man die tegen het aquarium staat. ‘Ja, wij ook’, zegt de vrouw van het echtpaar op het bankje. ‘Het is echt verschrikkelijk. Ik vind dit helemaal niet gezellig.’ ‘Uren’, zegt de aquariumman, terwijl hij over zijn schouder naar de balie kijkt. Iets meer naar links op het bankje zit een vrouw met lang blond haar. Ze knikt serieus, als een nieuwslezer die een correspondent in oorlogsgebied aan de lijn heeft. Aan de tafel zit een man met natte krulletjes. Ik schuif aan. III Als ik zit, zwaait de deur open en stapt een man in een gewatteerde jas binnen. Buiten knipperen de alarmlichten van zijn auto. ‘Ik had gebeld’, zegt de man. Hij noemt de gerechten. Meteen daarna schuift het luik open en wordt er een wit pak de balie opgeschoven. ‘Manmanmanman’, zegt de man die tegen het aquarium staat. ‘Mevrouw’, roept de blonde vrouw. ‘Ik zit hier nu al een uur te wachten op drie loempia’s en steeds komen er mensen binnen die telefonisch iets besteld hebben.’ ‘Die hebben telefonisch besteld’, zegt de mevrouw achter de balie. ‘Dit kan zo niet langer!’, roept de aquariumman, zijn stem slaat over. De mevrouw achter de balie schreeuwt iets door het luik de keuken in. Iemand schreeuwt iets terug. Daarna gaat het luik weer dicht. ANS14_december2IV Steeds opnieuw komt er iemand binnen. Steeds opnieuw is de eerstvolgende witte tas voor de beller. De man met de krulletjes loopt naar de balie en weer schreeuwt de vrouw wat door het luik. De man met de krulletjes schuift bij het echtpaar en de blonde vrouw op de bank. ‘Dichter bij de balie zitten maakt niet dat het sneller gaat, hoor’, zegt de aquariumman. De bank lacht luid. De mevrouw achter de balie toont geen reactie. De lichtjes in de kerstboom op de balie veranderen van knipperritme. V ‘Ik vind dat we gewoon moeten gaan’, zegt de aquariumman op gedempte toon, nadat er weer een beller met een witte zak is vertrokken. ‘Dat ze maar stikken in hun Chinees.’ De man van het echtpaar kijkt op zijn horloge. ‘We hadden de kinderen beloofd dat we om zeven uur konden eten’, zegt de man. ‘Dat valt nu helemaal in het water’, zegt zijn echtgenote. Ze bijt op haar lip. ‘Helemaal in het water.’ ‘Ja’, sist de man met de natte krullen. ‘Laten we gaan. Dan halen we gewoon shoarma.’ ‘Ja!’, roept de aquariumman. ‘Muiten!’, roept de man met de natte krullen. Het echtpaar kijkt elkaar even aan. ‘Zullen we het gewoon doen?’, zegt de man. Even zie ik een twinkeling in zijn ogen. ‘Niks ervan’, zegt de blonde mevrouw. ‘Niemand gaat hier muiten. Ik blijf hier en eet vanavond godverdomme die fucking loempia’s. Al is het ’t laatste dat ik doe.’ De man van het echtpaar schraapt even zijn keel. ‘Prima’, zegt de aquariumman. ‘Prima. Sommigen verpesten het voor de rest. Dat gebeurt ook met kerst.’ ‘Jij had net zo goed zo’n beller kunnen zijn’, zegt ze. Niemand zegt meer wat. VI En dan ben ik de enige die nog over is in de zaak. Ik glimlach naar de mevrouw achter de balie. Ze glimlacht terug. Daarna is het lang stil. Ik wil niet opstaan om te vragen hoe lang het nog duurt. Ondertussen is er ook al een hele tijd geen beller meer binnengekomen. Misschien zijn ze voor een hele grote familie aan het koken. Dat kan best. Het is immers kerst. Dan eten grote families samen en sommige grote families eten dan Chinees. Dat is helemaal niet raar. Net zoals het niet raar is dat ik singlemenu zeven met mihoen eet op kerstavond. VII ‘Mevrouw?’, zegt de vrouw van de balie. Ze staat voor me. Ik schrik op. ‘Huh?’, zeg ik. ‘Mevrouw, we zijn uw singlemenu vergeten.’ ‘O’, zeg ik. ‘Sorry, heel dom. Het was heel druk. De keuken is al schoon. Ik had niet opgelet.’ ‘O’, zeg ik nog een keer. ‘Ja’, zegt ze. Ze geeft me mijn geld terug. Ik sta op en begin mijn jas dicht te knopen, sla mijn sjaal weer om mijn nek. Ik vraag me af hoe laat het is. Ik gooi mijn tas op mijn rug en loop richting de deur. ‘Mevrouw’, zegt de mevrouw. ‘Wat gaat u nu doen?’ ‘Weet ik niet’, zeg ik. ‘Naar huis.’ ‘Wat gaat u dan eten?’ ‘Een boterham, denk ik.’ ‘O’, zegt de vrouw. ‘Ja’, zeg ik. VIII ‘Mevrouw?’, roept de balievrouw in de deuropening als ik mijn fiets van het slot aan het halen ben. Ik kijk op. Ze wenkt me. ‘Wat?’, zeg ik. Ze wenkt nog eens. Ik draai mijn slot weer dicht. IX Achterin de keuken zitten drie koks en een stel kinderen aan tafel. Er zoemt wat tl-licht en de koelingen ruisen. De vrouw trekt een stoel van de tafel en wijst ernaar. ‘Eet je mee?’ Ik kijk naar de stoel. Een van de koks pakt een bord van een stapel en legt er bestek op. ‘Het is alleen geen Hollandse chinees’, zegt de vrouw. De koks beginnen te lachen. Ik schuif aan. Op tafel staan rijst, vlees en groente. Er wordt een biertje naar mijn bord geschoven. Een van de koks wuift naar me. ‘Geen singlemenu, geen kerstdiner, maar wel nog dit’, zegt hij. ‘Met ons.’ Ik schuif aan en we eten en de mevrouw van de balie en de koks en de kinderen praten en lachen en ik kan ze niet verstaan, maar ik lach evengoed mee. De ramen zijn beslagen, ik heb een dikke keel, zo fijn vind ik het, dus ik lach alleen maar, ik lach, want soms is dat het enige wat je moet doen tijdens zo iets vreselijks als kerst. Gewoon even je mond dichthouden en lachen. Gewoon lachen. Hanneke Hendrix is schrijver en hoorspelmaker. Ze schreef onder andere voor literair festival Wintertuin, maar verscheen ook op de Zwarte Cross. In 2014 kwam haar tweede roman uit, De dyslectische-hartenclub. Klik hier voor de overige artikelen uit de december-ANS.

 

Lees meer