Carnavalhaters kunnen terecht op Texel

Degene die volgende week carnaval wil ontvluchten, vindt op Texel een oase van rust. Op het waddeneiland is namelijk een carnavalsvrije zone uitgeroepen tijdens het katholieke feest. Volgens de VVV op Texel trekt het carnavalsfeest steeds verder naar het noorden, ook de Hollanders zetten vaker hun feestneus op. Als het aan de directeur van VVV Wouter de Waal ligt, blijven deze dronken feestgangers op het vasteland: 'Op Texel worden geen bloemetjesgordijnen bezongen, hoofdstad Den Burg wordt niet omgedoopt tot Lamsgat of Wadlikkerveen en elk biertje dat op het eiland wordt getapt heeft ook op 15, 16 en 17 februari een prachtige schuimkraag.' Door de carnavalsvrije zone probeert het eiland een plek te zijn voor de Nederlanders die niets met boerenkielen of verpleegsterspakjes hebben en zich niet wagen op dunne latten in de Alpen. Voor de liefhebbers van verkleden en jezelf ongegeneerd gedragen, biedt Nijmegen genoeg festiviteiten vanaf 13 tot en met 17 februari, wanneer de stad zich omdoopt tot Knotsenburg. Mocht je willen ontkomen aan het gehos, is een weekendje Texel een alternatief.

 

Lees meer

Uit de Oude Doos: carnaval in Knotsenburg

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: Wat is carnaval?

Op de Nijmeegse Grote Markt zijn ze er al aan begonnen, de carnavalstent. Volgende week is Nijmegen een week Knotsenburg. Ook de straten van de andere zuidelijke steden zullen weer worden gevuld met een zuipende menigte en onder luidt gelal zal menig carnavalskraker de revue passeren. Dat carnaval meer is dan een week bier drinken en hossen in een fout pakje, liet redacteur Bram Balk zien. Hij dook in de historie van het oerfeest. Zo sprak hij Gerard I, de toenmalig prins Carnaval van Knotsenburg, die het zuipfeest vooral een week van verbroedering vindt. 'Feestvieren met iedereen, zonder belemmering van rangen of standen. Barrières uit het dagelijkse leven worden doorbroken. Jij, ik, wij; samen.' Met historicus Martijn Rus dook hij in de geschiedenis van carnaval en stuitte op opvallende gewoontes. Wist jij dat kinderen met carnaval een dag zeggenschap hadden over Bethlehem en de polonaise vroeger werd gedaan door met je neus tegen de aars van je voorganger aan te hangen?

Lees hieronder het gehele artikel over carnaval in de ANS van maart 2004.

Bij Hoevelaken linksaf...

Tekst: Bram Balk

Clowns, cowboys en ander bont gezelschap trekt van kroeg tot kroeg. Fanfare 'Kleintje Pils' galmt door de straten. Er wordt gedronken, er wordt gelachen, kortom: het is weer carnaval. ‘Wat een oubollige vraag. Natuurlijk wordt er een pilsje gedronken. Maar waarschijnlijk minder dan op het gemiddelde studentenfeest.’ Prins Gerard I van Knotsenburg vindt de vergelijking met een plat bierbacchanaal op z’n zachtst gezegd uit de tijd. ‘Carnaval is een feest voor het hele gezin en daar hoort passend gedrag bij. Carnaval betekent verbroedering. Feestvieren met iedereen, zonder belemmering van rangen of standen. Barrierès uit het dagelijks leven worden doorbroken. Jij, ik, wij; samen.’De stadsprins van Nijmegen maakt er geen geheim van dat de Keizerstad ook dit jaar weer zal moeten geloven aan de carnavalskoorts.

De stop eruit
Dat carnaval geen verspreider is van het Krosakovsyndroom is, maar een feest met een rijke historische achtergrond, kan ook dr. Martijn Rus beamen. De docent en onderzoeker Antieke en Middeleeuwse Literaire Cultuur aan de Universiteit Utrecht ziet carnaval vooral in een laat-middeleeuwse context: ‘Carnaval is het feest van de omgekeerde wereld. Het was een uitlaatklep voor boeren en burgers in de Middeleeuwen, die niet onder de beste omstandigheden leefden. Tijdens carnaval konden zij eindelijk genieten van al het eten en drinken dat ze hadden geproduceerd. Onder invloed van de katholieke kerk werd de nadruk gelegd op de latste uitspatting van de vastentijd. Om een middeleeuws schrijver aan te halen: “Wij mensen zijn net wijnvaten: we zouden uit elkaar barsten, als niet af en toe de stop eruit werd getrokken.” Die gedahte heeft verschillende christelijke feesten tussen Kerstmis en vastentijd besmet. In al die festijnen zijn carnavaleske elementen terug te vinden. Met name het principe van de omgekeerde wereld.

Sint Strontsmijter
In de carnavaleske wereld moest ook de kerk het ontgelden. Als voorbeeld van de omkering geeft Rus het in vergetelheid geraakte heilige feest van de onnozele kinderen. Dit feest herdacht de kindermoord in Bethlehem door de kinderen één dag de amcht te geven. Koorkanpen joegen dan de geestelijken de kerk uit, om vervolgens hun eigen schetsmis te verzorgen. De pastoor en zijn gevolg werden op een kar vol mest gegooid. Deze wagen reed door de straten van de stad en de papen wierpen mest anar de toeschouwers. ‘Omwille van de kuisheid is de mest later vervangen door confetti,’grinnikt Rus. Ook in het kerkgebouw werden heilige elementen op z’n kop gezet. Zo plaatste men tijdensde zogenoemde ‘ezelsmis’ een ezel op het altaar. Deze sotternie is een echte omkering, want ‘de ezel staat in deze tijd niet alleen symbool voor de domheid, maar ook voor de meset rauwe seksualiteit,’aldus Rus. ‘In de wierookhouder vond je geen wierook, maar een stinkende oude schoen of zelfs mest. Din plaats van het gebruikelijke “amen, amen, amen” werd de dienst afgesloten met een vroom “ia ia, ia”,’ vertelt hij. De utrechtse onderzoeker concludeert dan ook dat carnaval in de Middeleeuwen niet beperkt blifjt to een paar dagen voor de vastentijd, maar al die feesten tussen Kerstmis en de vastentijd beslaat.

Steek je neus in een aars
Helaas viel carnaval aan het begin van de zestiende eeuw ten prooi aan een complot tussen kerk en staat. De duur van het feest werd beperkt tot enkele dagen en de optocht mocht slechts van kerk tot gemeentehuis. Veel gebruiken werden het slachtoffer van censuur. ‘De polonaise bijvoorbeeld, voert men tegnwoordig uit tijdens bruiloften en partijen met de ahnden op de schoduer van de voorganger. Tijdens carnaval liep iedereen gebogen met de neus tegen de anus van een ander’, vertelt Rus. De carnavaleske uitspattingen vielen al helemaal niet in de smaak bij de calvinisten. ‘Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom varnaval in de noordelijke Nederlanden is verdwenen, zelfs in Limburg en Brabant,’ bekent Rus. ‘Het carnaval van beneden de rivieren is pas veel alter opnieuw ingevoerd.’

Geen reuzen voor Knotsenburg
De liefhebber van het echte authentieke carnaval zal alleen aan zijn gerief kunnen komen in België. Rus is in ieder eval lyrisch over de typische carnavaleske gewoontes aldaar: ‘Je kunt er bijvoorbeeld van die prachtige metershoge reuzen bewonderen tijdens de optochten. Die stammen uit de late Middeleeuwen.' In de Knotsenburgse optocht zijn metershoge reuzen slechts toekomstmuziek. Prins Gerard I hoopt vooralsnog op betere tijden als het gaat om praaltochten lands de Stevenskerk. ‘In tegenstelling tot de andere grote carnavalssteden, wordt het carnaval in Knotsenburg meer “binnen” gevierd. Helaas is het straatcarnaval in onze stad de laatste jaren onderbelicht, maar er wordt door velen aan gewerkt hier verandering in te brengen.’ Authenthiek carnaval is een mooi streven. Rus vraagt zich af of de boodschap van het volksfeest nog wel cachet heeft anno 2004: ‘De gewone man in de Middeleeuwen at ’s ochtends pap, ’s middags pap en ’s avonds pap. Dn ai er het pas feest als je bloedwordt kunt eten tot je er bij neervalt. Het leven van alledag biedt tegenwoordig eten en drinken in overvloed, dus wat valt er vandaag nog om te keren?

Eefke, student Psychologie, viert carnaval in Uden (Brabant)
‘Het is gewoon overal feest. Dat begint overdag al: ieder jaar is er en traditionele boerenmert met soep en zult. Leuk voor m’n opa en oma, maar ik ga daar nooit naar toe. Ik struin liever ’s nachts de kroegen af. Iedereen gaat dan uit z’n dak. Overal spelen carnavalsbandjes en alle café’s zitten vol. Ergens anders dan in Brabant kun je het echte carnavalsgevoel niet krijgen.

De afgestudeerde Arun en vierdejaars Nederlands Recht Koen vieren geen carnaval
Koen: ‘Daar in Lumbrug en Brabant leven ze echt het hele jaar naar carnaval toe. Ze sparen soms wel een heel jaar lang om een paar weken totaal uit hun dak te gaan.’ Arun: ‘Maar dat doen wij altijd al. Als ik het goed begrijp draait dat hele carnaval voornamelijk om seks en zuipen. Dat spreekt me gweoon niet aan. Kindercarnaval vond ik vroeger wel leuk, maar dat stelde niks voor.’ Koen: ‘Ik krijg bij carnaval zo’n gevoel van: doe toch iets nuttigers. Geef mij maar de kinky pink party in Dio.’

Ruud, vijfdejaars Nederlands, viert carnaval in Weert (Limburg)
‘In Limburg verkleed je jezelf niet als boer tijdens carnaval. Dat doen alleen Brabanders. Wat carnaval zo leuk maakt, zijn de vele tradities. Zoals het traditionele boerenbal: alleen daar komt iedereen in boerenkledij en een geheim stel wordt door Prins Carnaval in de onecht met elkaar verbonden. Daarna is er een groot feest om deze nepbruiloft te vieren. Het gaat dus helemaal niet om het zuipen. Behalve op donderdag, dan gebeurt er niks.’

 

Lees meer