ANS

Een geweldige cijferlijst is minder belangrijk voor werkgevers dan een bestuursjaar of een commissie. Dat blijkt uit een onderzoek van Magnet.me, een soort Linkedin dat bedrijven in contact brengt met afstudeerders. Bij de zoektocht naar de geschikte kandidaat voor een bepaalde functie, weegt het type studie het zwaarst met 18,9 procent. Op de tweede plaats staan de nevenactiviteiten met 17,8 procent. Ook stage-ervaring wordt gewaardeerd door toekomstige werkgevers, volgens het onderzoek is het lopen van een stage voor 12 procent bepalend. Aan de cijferlijst wordt beduidend minder waarde gehecht, maar 8,2 procent. Tijd besteden aan commissie- of bestuurswerk is dus beter voor je baankansen dan dezelfde tijd steken in het halen van hoge cijfers. Dit geldt echter alleen voor de bachelor, in de master telt de cijferlijst zwaarder mee met 11,9 procent. Werkgevers die bij het platform zijn aangesloten, vullen in wat de selectiecriteria zijn voor een toekomstige werknemer en kennen gewichten toe aan de CV-onderdelen die zij belangrijk vinden. Volgens Vincent Karremans, mede-oprichter van Magnet.me, zijn inmiddels ongeveer vijfhonderd bedrijven aangesloten bij de netwerksite. De ingevulde gegevens van deze bedrijven vormen de data van het onderzoek.

 

Vorige week werd het Platform Kamerbreed Nijmegen opgericht om het beleid rondom de ‘verkamering’ samen met de gemeente aan te passen. Deze samenwerking tussen verschillende Nijmeegse belangenvertegenwoordigers wil het aantal studentenhuizen en -kamers in de straten doen afnemen. Initiatiefnemer Mickel Moors hierover: ‘Reguliere woningen worden steeds vaker verruild voor woningen bestaande uit meerdere individuele personen’, voornamelijk studenten. ‘Volgens het platform zijn ze vaak niet betrokken bij het leven in de buurt en leiden ze een geïsoleerd bestaan’. Als voorbeeld worden studentensteden als Eindhoven, Groningen en Utrecht genoemd, waar slechts 10 tot 15 procent van de straten bewoond mag worden door studenten. Het platform wil in eerste instantie de dialoog aangaan met de gemeente, omdat zij zich niet aan haar eigen regels zou houden. ‘Huizen met maar vier studenten hoeven van de gemeente geen kamervergunning te hebben’. Moors benadrukt dat hij niet met een kruistocht tegen Nijmeegse studenten bezig is: ‘In plaats van dat studenten met scheve ogen worden aangekeken willen wij er voor zorgen dat ze met een open blik worden benaderd’. Dat het initiatief nu is opgericht, is niet verwonderlijk, aangezien in maart 2014 de gemeenteraadsverkiezingen op het programma staan. Moors zoekt dan ook studenten die met hem en het platform het gesprek aan willen gaan om nieuwe ideeën te bedenken voor een betere samenwerking in de wijk.