Van 27 tot en met 30 november vormt Nijmegen het podium voor literair festival Wintertuin. In het kader van het thema van dit jaar, ‘de ontmoeting tussen literatuur en muziek’, stelt ANS vragen aan verscheidene gastsprekers en muzikanten. Dit keer wordt singer-songwriter Douwe Bob aan de tand gevoeld.
Tekst:Marit Willemsen
Foto's:Mike Ruth
Welk geluid wil jij met je teksten laten horen?
'Een boodschap of iets dat ik wil doorgeven, zit niet echt in mijn muziek. Ik maak geen bewuste keuze, waardoor ik kan zeggen: “Ik wil mensen dit geven of ik wil dit doen.” Het is heel moeilijk om zoiets te zeggen zonder zweverig te klinken, maar het gebeurt gewoon en het komt eruit. Ik ben helemaal niet zweverig namelijk. Ik hoop wel dat mensen uit mijn muziek kunnen halen wat zij willen. Als ze bijvoorbeeld troost of geluk zoeken, hoop ik dat ze dat vinden. Ik denk trouwens dat je niet moet gaan schrijven om mensen te overtuigen van jouw mening. Ik ben geen priester, weet je. Het is niet aan mij om mensen te vertellen wat ze moeten doen.'
Stilte of lawaai?
'Ik ben geboren in het centrum van Amsterdam, dus ik ben niet heel erg gewend aan stilte. Toch was het eerste dat ik deed toen ik zelf een beetje geld ging verdienen met muziek, een stukje land kopen met kippen en een geit. Daar kon ik dan mijn rust vinden. Als ik echt moet kiezen, ga ik toch voor lawaai. Ik heb bijna al mijn nummers in het lawaaierige Amsterdam, maar bijvoorbeeld ook in Marrakech, geschreven.'
Wat klinkt jou als muziek in de oren?
'Het klaarkomen van een vrouw.'
Wat verstoort je ritme?
'Ikzelf denk ik, wanneer ik niet blij ben met mezelf. Wanneer ik niet aardig ben tegen vrienden of familie en wanneer ik geen liefde kan geven of krijgen.'
Wanneer zong je voor het laatst een toontje lager?
'Dat deed mijn moeder. Zoals elke kwajongen door zijn moeder op zijn nummer wordt gezet. Ik ben een kwajongen en dat zal ik wel blijven, natuurlijk.'
Waar zit voor jou muziek in?
'Ik hoop dat ik kan blijven doen wat ik wil doen en dat nog meer mensen mijn muziek horen. Ik hoop dat ik op een dag een gezin kan onderhouden door wat ik nu doe. Dat ik mijn kinderen naar een goede school kan sturen en een mooie bontjas voor mijn vrouw kan kopen.'