Fulltime besturen voorbij
De Halbeheffing heeft niet lang op zich laten wachten om ook op de Radboud Universiteit verstrekkende gevolgen te hebben. Hoewel studentbesturen wellicht worden uitgezonderd van deze Halbeheffing, heeft het College van Bestuur (CvB) in samenspraak met de Universitaire Studentenraad (USR) besloten om fulltime besturen te gaan ontmoedigen. Dit blijkt uit opgestelde uitgangspunten met betrekking tot de bestuursmaandenverdeling:
- Het totaal aantal bestuursmaanden blijft gelijk en staat niet ter discussie. De maatregelen scherpen de voorwaarden voor individuele studenten aan om voor bestuursmaanden in aanmerking te komen. - De bestuursmaandenregeling moet het signaal geven dat bestuurswerk moet worden verricht naast de studie en niet in de plaats van de studie. - De bestuursmaandenregeling mag niet stimuleren dat studenten dermate veel studievertraging oplopen, dat zij daardoor de langstudeerdersboete moeten gaan betalen. - Studenten die een langstudeerdersboete moeten betalen, komen niet meer in aanmerking voor bestuursmaanden.
USR-voorzitter Judith Rotink en USR-lid Tamara van Lith benadrukken het belang voor de bestuursmaanden in de studentenwereld, maar willen met het oog op de Halbeheffing geen risico nemen. 'Er moet een cultuuromslag plaatsvinden. Het moet normaal worden om te studeren naast een bestuursfunctie, dat is niet onmogelijk.' Besturen worden vrij gelaten om deze stimulansen op te lossen dus of er meer functies per bestuur worden ingericht of er gewoon efficiënter gewerkt moet gaan worden, blijft de vraag. Rotink: 'Het is echter belangrijk dat nieuwe besturen zich hier nu al op voorbereiden en hier rekening mee houden in de zoektocht naar hun opvolgers. Deze doelstellingen zullen namelijk volgend studiejaar al nagevolgd worden.'
Overigens kan niet worden uitgesloten dat de twaalf-bestuursmaandenvergoeding gaat verdwijnen. Concretere maatregelen zullen in de komende weken nog volgen. Wat wij denken van de (eventuele) verdwijning van de twaalf-bestuursmaandenvergoeding? Lees het hier.
Illustratie: Joost Dekkers