Kansen moet je pakken

Na 25 jaar en meer dan 250 nummers is het tijd voor bezinning. Wat is de rol van ANS op de universiteit en wat brengt de toekomst? Is ANS meer dan gewoon een leuk blaadje?

Tekst: Erik Molkenboer en Henk Strikkers Foto: Jaap Baarends

De allereerste editie kopte in maart 1986: ‘Het ei breekt open!’ De Katholieke Universiteit Nijmegen was een onafhankelijk studentenblad rijker. Van kritisch krantje werd ANS via een lange lijdensweg pleepapierblaadje en het glossy magazine dat het nu is. Al deze gedaantewisselingen vonden plaats zonder ruggespraak met de buitenwereld. Dat is nu voorbij, wij willen weten wat de academische gemeenschap ervan vindt. De woordvoerder van de universiteit, de geldschieter en de vertegenwoordiger van de studenten spreken zich uit. Eerstgenoemde: ‘ANS moet een venster op de academische wereld zijn.’

Een faire relatie Als woordvoerder van de Radboud Universiteit is Willem Hooglugt wellicht de meest geciteerde persoon in de geschiedenis van ANS. Ook deze keer verschijnt hij weer ten tonele, openend met een compliment: ‘Ik vind dat ANS een goede neus heeft voor cultuur en dan met name voor de rijkdom van de studentencultuur.’ De kiezelharde kritiek die ANS in 2008 leverde op de mislukte diesviering met Hollandse avond vond hij bijvoorbeeld meer dan terecht. ‘Ik had weliswaar die opzet mede bedacht, maar het idee faalde. Naar aanleiding daarvan is de viering ook op de schop gegaan.’ Niet over iedere kritische noot die ANS kraakt is Hooglugt te spreken: ‘ANS zet zich te vaak af tegen het College van Bestuur (CvB). In het vorige openingsartikel over academische overbevolking stond bijvoorbeeld “Het CvB kan prijken met een stabiele zeven.” Dat is een trucje om een wij-zij-gevoel te creëren. Alle studenten en docenten aan de RU moeten daarmee pronken. En het was een dikke zeven.’ Hooglugt pleit voor een lichte koerswijziging: ‘ANS zou zich meer moeten richten op de “gewone” student en minder op de incrowd. Het moet een venster op de academische gemeenschap zijn. Het is een ideaal middel om de massa te betrekken bij academische discussies.’ Over de band met de RU is hij duidelijk: ‘De onafhankelijkheid moet niet verloren gaan, maar een goede relatie met het CvB is belangrijk. Dat mag best een kritische verhouding zijn, maar deze moet wel fair blijven. Al die relletjes zorgen ervoor dat ANS een slechte naam krijgt bij de RU en haar studenten. Dat is zonde van de goede artikelen.’

Tegenwicht Pepijn van Erp, secretaris van de Toewijzingscommissie van de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF) en ex-cryptogrammenmaker bij ANS, ziet door de veranderingen bij Vox een nieuwe taak weggelegd voor ANS. Hij doelt op de breed gedragen steun voor de protesten tegen de teloorgang van de tweewekelijkse Vox. Dat is volgens Van Erp een signaal dat er behoefte is aan onafhankelijke berichtgeving. ‘Het CvB zal het nieuwe nieuwsplatform vaker gebruiken om zijn mening te verkondingen. ANS is dan het ideale medium om tegenwicht te bieden aan die goednieuwsshow. Door gebruik te maken van haar voelsprieten bij studenten en medewerkers, kan het nog belangrijker worden dan het nu al is.’ Wanneer dat gebeurt, liggen er met name op het internet kansen. Hij denkt dat ANS-Online op de goede weg is. ‘Sinds anderhalf jaar benut ANS haar site pas ten volle. Meer reacties onder de berichten zouden een kroon op dat werk zijn.’ Van Erp denkt bovendien dat de nadruk in het blad moet komen te liggen bij meer diepgaande artikelen. ‘De afgelopen tijd heeft ANS steeds vaker de frivoliteit van het studentenleven belicht. Wellicht is nu het moment aangebroken om daar verandering in te brengen. Of juist niet en ook qua onderwerpkeuze ervoor te kiezen het tegengeluid te blijven vormen.’ De onderwijsmaatregelen van het kabinet baren Van Erp zorgen. ‘In Den Haag is een duidelijke keuze gemaakt voor “sneller studeren”. Het CvB lijkt deze trend te volgen en dat kan een grote impact hebben op het vinden van actieve studenten, ook voor ANS. Dat is vervelend, want het blijkt altijd een goede leerschool voor de journalistiek geweest te zijn. ANS gaat spannende tijden tegemoet.’

Universitaire mobilisatie Judith Rotink, voorzitter van de Universitaire Studentenraad (USR) en daarmee vertegenwoordiger van alle Nijmeegse studenten, is het met de andere prominenten in dit artikel eens. ANS moet zich ook volgens haar meer richten op de universitaire gemeenschap. ‘Er moet ruimte zijn voor vermaak, maar het moet ook een kritische spiegel zijn.’ ANS moet volgens haar meer aandacht besteden aan, prekend voor eigen parochie, de medezeggenschap. ‘Er mag weleens wat over assessoren worden geschreven. Is dat woord ooit in de ANS voorgekomen? Terwijl dat hartstikke belangrijke studenten zijn!’ In de nabije toekomst ziet Rotink problemen voor alle studentenorganisaties. Door de nakende langstudeerboete vreest de USR-voorzitter een afname van het aantal betrokken studenten, maar ziet daarin ook een kans: ‘Juist ANS kan hen mobiliseren, doordat het heel laagdrempelig is. Studenten stappen niet uit het niets op een medezeggenschapper af, terwijl een blad zo gepakt is. Ik lees graag de luchtige artikelen en de zwaardere kost kom ik dan vanzelf tegen.’ Ook de digitalisering waar alle papieren media problemen mee hebben kan volgens Rotink ANS bedreigen. Zij verwacht dan ook dat het volgende jubileumnummer op een e-reader verschijnt. Dat hoeft geen probleem te zijn, want ze constateert dat ANS al tijden voorloopt op andere studentenmedia. ‘ANS-Online heeft op de universiteit de strijd gewonnen van Voxlog, want die laatste is verdwenen. De uitdaging is om die positie verder uit te bouwen, bijvoorbeeld door in het gat van te springen.’ Over welke leemte die site achterlaat is ze duidelijk: ‘ANS moet veel meer universitair nieuws gaan brengen. Ik zag laatst zelfs nieuwtjes uit de USR op een andere studentensite. Waar waren jullie?’

Klik hier voor alle artikelen van de ANS van maart 2011.