ANS

Iedere student kent het. De laatste avond voor het tentamen is aangebroken. Na dagen van tijdverspilling moet er nu echt gestudeerd worden. Velen hopen het te redden door op de laatste avond een stille studeersessie in te lassen, maar op de bewuste avond is er altijd wel een luidruchtige buur of een serie tweets die de concentratie doet afbrokkelen. Voor degenen die de laatste uren toch nog nuttig willen besteden, biedt de universiteitsbibliotheek (UB) soelaas. Tenminste, voor even. Om precies tien uur wordt iedereen namelijk van deze plek van serene rust verjaagd.

Voor het gerief van dit soort chaoten, langslapers of andere avondmensen, wordt gepleit voor een langere openstelling van de UB. Mede op initiatief van de Universitaire Studentenraad (USR) zijn de afgelopen tien jaar de zaterdag- en zondagopenstelling gerealiseerd. Hierop volgde in 2009 een succesvolle proef met de openstelling op de dagen na Hemelvaart en tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Ook dit jaar zal dat weer zo zijn.

Andere grote studentensteden geven het goede voorbeeld door hun universiteitsbibliotheken tot ver na tienen open te stellen. Zo is de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam (UVA) geopend tot vlak voor middernacht en heeft Utrecht haar bibliotheken tijdens de topdrukte in tentamenperiodes enkele malen tot drie uur ’s nachts opengehouden. Nijmegen heeft nog geen wapenfeiten van dat kaliber, maar de USR heeft kort geleden een UB-Taskforce opgericht. Deze heeft tot doel het studeerklimaat in de UB te verbeteren, mogelijk door langere openstelling. Timo Stark van de studentenfractie AKKUraatd: ‘In deze Taskforce treden we met enige regelmaat in overleg met het bestuur van de UB om te overleggen over openingstijden, maar ook over het kluisjestekort en de luchtkwaliteit.’

Naast de vraag of er überhaupt genoeg belangstelling is voor een langere openstelling in het weekend, blijft het onduidelijk of dit mogelijk is. Graham Jefcoate, directeur van de UB: ‘Wij staan hier in principe positief tegenover, maar we zijn afhankelijk van financiering.’ Op de vraag of de mogelijkheid bestaat de UB tijdens tentamenperiodes langer te openen volgt een soortgelijk antwoord: ‘Dit is een interessante optie die we verder zullen onderzoeken, onder andere samen met de studentenklankbordgroep. Maar ook hier geldt weer de afhankelijkheid van financiering. Uniformiteit in de tentamenperiodes over de faculteiten heen zou hierbij gunstig zijn.’

Deze blijk van goede wil is een goed begin, maar voorlopig blijft het dus bij overleggen en vergaderen.