Studeren is geen investeren

Dat na 9 juni de studiefinanciering in haar huidige vorm tot het verleden zal behoren is inmiddels zo goed als zeker. De enige voor een coalitie geschikte partij die nog vast houdt aan het huidige stelsel is het CDA, al mogen bij dat standpunt behoorlijk wat vraagtekens worden gezet. Het belangrijkste argument dat, met name door leden van de Partij van de Arbeid, wordt aangevoerd voor wijziging van het huidige stelsel is dat ‘studeren investeren is’. Een zeer bedenkelijke slogan.

Ik heb altijd op school geleerd dat investeren ‘het gebruiken van kapitaalmiddelen met als oogmerk daar op de langere termijn een groter voordeel van te hebben’ is. Investeren is een bezigheid die niet an sich nut heeft, maar die slechts gericht is op een hoger en belangrijker doel, waarvoor men tijdelijk een al dan niet beperkt risico aanvaardt. Als dit begrippenkader 1-op-1 wordt toegepast - zoals verschillende partijen dat doen - op het studeren (of het onderwijs in het algemeen) houdt dit in dat een studie geen doel op zich is, maar een middel. Een middel om later werk te zoeken, geld te verdienen of op een andere manier je leven invulling te geven.

Dit gaat volledig voorbij aan de intrinsieke waarde van het onderwijs, namelijk de overdracht van kennis en legt bovendien de bijl aan de wortel van vrijwel iedere studie: de wetenschap. De wil om kennis te vergaren enkel en alleen om de kennis te vergaren dreigt een ondergeschoven kindje te worden, omdat studeren volgens deze slagzin slechts een investering is om daar zelf beter van te worden. Daarmee wordt feitelijk een wetenschappelijke loopbaan op het tweede plan geschoven, terwijl tegelijkertijd grote tekorten aan wetenschappelijk personeel dreigen te ontstaan.

Dat het stelsel van studiefinanciering moet worden herzien is vanuit bezuinigingsoogpunt een verdedigbaar standpunt, maar gebruik daartoe tenminste de juiste argumenten.