Familievakantie

‘Nee Florentien, ik wil het niet hebben.’ Florentien wil het wel hebben en gooit haar springtouw op de grond, haar armpjes gekruist.

‘Nee Florentien, ik wil het niet hebben.’ Florentien wil het wel hebben en gooit haar springtouw op de grond, haar armpjes gekruist.

‘Doe eens even heel gauw normaal, we gaan zo eten en daarnaast mag je niet alleen op stap’, zegt haar vader boos terwijl hij over de rand van zijn krant kijkt. Het is zes uur en zijn vrouw en hij hebben de eerste fles prosecco van de avond al achter de kiezen. Vrouwlief staat vermoedelijk in het kleine keukentje van het appartement en schreeuwt zo nu en dan iets naar buiten.

‘Hans! Hans laat Sophietje anders gewoon met haar mee gaan, ik heb geen zin in dat gezeik. We zijn op vakantie verdomme.’ Sophie pakt haar kleine zusje bij de arm en wil weglopen maar wordt door Hans onderschept. Mijn vader en ik doen alsof we een boek lezen en kijken stilletjes toe vanaf het terrasje voor ons eigen appartement, dat erg goed uitzicht biedt op de ontstane situatie.

‘Niks daarvan. Nee Martine, ik heb nee gezegd en dan wordt het ook nee. Als we ons niet houden aan wat we zeggen is het einde zoek.’ Hans is opgestaan en heeft de krant met een klap op tafel gelegd. Martine komt naar buiten gebeend.

‘Ga je nu ineens doen alsof je de kinderen kan opvoeden? Vijftig weken per jaar kijk je er niet naar om en nu zijn we op vakantie en dan heeft meneer ineens tijd? Ga toch weg man, de meisjes weten niet beter dan dat ik ze door mama worden opgevoed en dat papa zo nu en dan thuiskomt in die veel te grote patserbak van hem terwijl hij druk tegen een Iphone lult.’ Ze wijst indringend richting Hans, alsof iemand in de wijde omtrek nog kon twijfelen aan het feit dat het over hem ging. Sophie heeft Florentien inmiddels zachtjes mee geloodst naar het speeltuintje aan de overkant en staat druk te springtouwen. Mijn vader doet niet meer alsof hij aan het lezen is en heeft zijn boek op tafel gelegd. De woorden van Martine lijken te zijn doorgedrongen bij Hans en hij staat te trillen van woede. Hij trekt zijn leesbrilletje van zijn hoofd.

‘Mens! Hoe durf je! Ik werk me uit de naad zodat jij en die kleine verwende ratten van ons veel te dure kleren en speelgoed kunnen kopen, om júllie gelukkig te maken. En dan durf je me zo’n grote bek te geven? Het is godverdomme elk jaar weer het zelfde.’ Hans stormt daarop tierend het terras af. Martine begint met tafel dekken en loopt de keuken weer in. Mijn vader kijkt zeer tevreden en steekt een sigaar op.

‘Je hoeft jezelf gewoon niet meer te vermaken op vakantie, fantastisch.’