Huismerk

We zitten in de apotheek, mijn vriend en ik. Ik hoest alsof ik vliegende tyfus heb en mijn ademhaling is de droom van elke late night commerciële zender callgirl. Er zijn nog drie wachtenden voor ons, maar ik sta op het punt om naar voren te stormen en te eisen dat ik nu mijn medicijnen krijg of anders iedereen even fijn met mijn open tbc in het gezicht hoest. Helaas ben ik te druk bezig met hoesten en ademen, dus mijn plan zal even op zich moeten laten wachten.

'Ja, en een neusspray. Die ene', zegt de oude mevrouw die momenteel aan de beurt is. De apothekersassistente doet alsof ze weet wat ‘die ene’ is en loopt naar achter. Ze is nog geen drie tellen weg of de oude mevrouw begint te zuchten. Ze draait zich om en schudt met haar hoofd naar de oude mevrouw die naast ons op het bankje zit.

'Zo gaat dat dus tegenwoordig hè Marie, geen enkele persoonlijke binding meer met de patiënt. Je knippert één keer met je ogen en ze zijn ervan door.' Marie is het hier roerend mee eens en knikt. Ik kuch nog gezellig even door de conversatie heen, wat me een boze blik oplevert van de dames. De apothekersassistente komt weer tevoorschijn en loopt naar de balie met haar handen vol met doosjes.

'Zo, mevrouw De Leeuw, uw herhaalrecepten.' Mevrouw De Leeuw kijkt goedkeurend en begint alle doosjes een voor een zorgvuldig te onderzoeken. Mevrouw De Leeuw kan blijkbaar niet meer zo goed lezen want het gaat tergend traag en bij elk doosje stelt ze een vraag. Toch kan het allemaal haar goedkeuring uiteindelijk wegdragen, totdat ze bij de neusspray aankomt.

'Wat is dit!?', vraagt ze verontwaardigd, alsof iemand zojuist een dode fret in plaats van een neusspray in haar handen heeft gelegd.

'Ja dit is de nieuwe verpakking mevrouw, maar de neusspray is hetzelfde gebleven hoor, maakt u zich maar niet druk.' Mevrouw de Leeuw maakt zich wel druk.

'Een nieuwe verpakking? Ik hoef deze rommel niet! Ik wil gewoon mijn eigen neusspray. Niet één of ander huismerk. Je kunt wel proberen een oude vrouw om de tuin te leiden mejuffrouw maar zo werkt dat niet.' De apothekersassistente zucht. Ik zucht in korte horten en stoten mee en verlang hevig naar mijn prednison. Of een echte hulpverlener die mijn longen even amputeert.

'Een andere dan deze hebben we niet meer mevrouw, de werkzame stof is in alle gevallen exact hetzelfde en deze wordt zelfs vergoed door uw zorgverzekeraar.' Maar mevrouw de Leeuw is niet het type oude dame dat zich met een kluitje in het riet laat sturen en houdt stand.

'Nou dan hoef ik het helemaal niet. Dan snotter ik wel de rest van mijn leven.' Zeer dramatisch. Met de grootste passen die een oud dametje kan maken stapt ze de apotheek uit.

'Wie was er dan?' Vraagt de apothekersassistente, lichtelijk gegeneerd. Marie staat op.

'Ik, en ik laat me heus niet zo makkelijk wegsturen als die arme mevrouw De Leeuw.' Mijn vriend bemerkt mijn wanhoop en legt zijn arm om mij heen.

'Blijven zitten schat, anders moeten we je afvoeren naar de longafdeling in het ziekenhuis en die ligt vol met oude mensen.' Daar heeft hij een punt.

Meer Mensenkinderen lezen? Kijk dan hier.