Vanuit het ANS-kantoor (week 12)

Ieder weekend becommentarieert een redactielid zijn of haar week in ‘Vanuit het ANS-kantoor’.

Koffieleuten, alternatieve kutmuziek en ANS-Bal typeren het ANS-Kantoor. Enkele weken geleden kondigde Joost Nellen in deze rubriek zijn terugkeer uit Barcelona aan, om zich weer in dit hol in de Ondergang te kunnen begeven. Hij zal mijn positie binnen de redactie gaan innemen, dus mijn vertrek naar het Duitse Münster komt steeds dichter bij. Voorlopig is dit een van de laatste keren dat het voor mij fysiek mogelijk is om 'Vanuit het ANS-Kantoor' te schrijven. Daarom is het tijd om terug te blikken.

In deze jaargang heb ik Hugo Borst geïnterviewd, maar ook een SM-meesteres. Ik heb Kenny van Hummel gesproken. Onderzocht daarnaast de veranderingen binnen de Faculteit der Letteren en schreef een pleidooi voor échte actie. De grootste lol beleefde ik met de redactie bij het maken van het introductienummer. Het behoeft geen uitleg dat bij het maken van de Verenigingsquiz gehuild werd van het lachen. Het interview met Margot Boer was een beetje mijn paradepaardje. Helaas kon ze op de Spelen geen medaille bemachtigen, maar ik vond het interessant om te zien hoe een Olympische sporter naar een piekmoment toe moet leven.

Mijn aanhoudende suggestiestroom om sporters in ANS te krijgen heeft vruchten afgeworpen. Als sportfan is het een bijzondere ervaring om personen als Borst, Van Hummel en Boer in levende lijve te spreken. Het was echter niet alleen sport dat de klok sloeg. Van alle redacteurs staan bijvoorbeeld de meeste internetpostjes achter mijn naam. De ultieme doelstelling om het magische aantal 100 te bereiken, is echter gestrand. Deze column zal nummer 87 zijn. Wellicht dat ik vanuit Duitsland nog wat voor de site kan betekenen?

Als redacteur heb ik er alles uit proberen te halen wat erin zit en denk hierin geslaagd te zijn. Ik ben trots dat ik aan de laatste acht ANS’en dertien artikelen heb kunnen bijdragen en ben ervan overtuigd dat de huidige jaargang als zeer goed kan worden betiteld. De conservatieve lezer zal het niet met mij eens zijn, maar de toegankelijkheid is met rubrieken als ‘Lieve ANS’ en ‘De Graadmeter’ toegenomen. Het is een voorrecht dat ik invloed heb kunnen uitoefenen op de kant die het blad nu op gaat. Een goede inhoud is echter niet zaligmakend. Het informatieboekje van het SUB over het organiseren van een introweekend vermeldt: ‘Je hoeft geen goede vrienden te zijn om een goed weekend te organiseren.’ Voor sommigen zal deze spreuk inderdaad kloppen, voor mij niet. Ik heb binnen de redactie en onder de medewerkers het afgelopen jaar wel degelijk vrienden gemaakt.

Hen zal ik in Duitsland dan ook het meest missen, inclusief het koffieleuten, de alternatieve kutmuziek en ANS-Bal.

Mart Waterval