Dr. Ammens alledaagsheid (week 34)

Het was een zwoele zomernamiddag. Intens zonlicht bescheen haar gebruinde, klamme huid. De hitte was niet te harden. Een zacht zomerbriesje zwierde haar turkooizen zomerjurkje prudent heen en weer. Zelfbewust flaneerde zij tussen de terrassen, waarop haar leeftijdsgenoten van het warme weer genoten. Zij weet dat ze genieten van elke stap die ze met haar lange, ranke benen zet.

Langzaam voelt ze een voorzichtig verlangen naar verkoeling opkomen. Een stijlvolle bestelling bij een sexy verkoper blijkt voldoende. Een sensuele knipoog zegt genoeg. ‘Ik wil vanille’, fluistert ze in het oor van de jongen, die van verrukking niet meer weet wat hij moet uitbrengen. Hij stamelt iets wat zij niet kan horen, waarop zij twee glimmende muntjes in zijn ferme, noeste handen schuift. Terwijl het smeltende witte vocht al langs haar hoorntje druipt, vervolgt zij heupwiegend haar weg.

Zoekend kijkt ze om zich heen naar een aangenaam plekje om lekker te genieten. Ze vindt een enigszins vochtig bankje nabij een kletterend watervalletje, waar ze even kan bijkomen. Het adembenemende uitzicht op glibberige vissen staat haar toe enigszins tot rust te komen. Dit soort momenten geven kleur aan het leven, denkt ze, terwijl ze opschrikt van de plotselinge nattigheid die haar gracieuze vingers toucheert.

Ze tuitte haar volle rode lippen en bewoog de twee ronde witte bolletjes richting haar snakkende mond. Haar kletsnatte tong likt uitdagend aan het krimpende fallussymbool, dat door de spiedende voyeurs vanaf het terras nauwlettend in de gaten wordt gehouden. Met de nodige inspanning weet ze het smeltende goedje weg te slikken, alvorens te beginnen met knabbelen. Diep gevoeld genot maakt zich van haar meester. Ze geeft zich volledig over aan de krokante huls. Ze likt de koekkruimeltjes van haar servetje met haar beweeglijke tong en met het plezierige prutje nog in haar mond verfomfaaid ze het papiertje dat ze vervolgens met een sierlijke boog afdankt.

Het kost haar de nodige moeite, maar ze rijst als een ware koningin op van haar houten canapé. Met lichtgekromde rug en gloednieuwe heup slentert ze naar haar felblauwe rollator, waar alle bewoners vol van jaloezie naar staren. Tevreden rolt ze langzaam maar zeker naar de liften, om het in haar eclatante vertrek nog heter te maken.