Marx' Mensen (week 33)

Hij is dusdanig zelfingenomen dat zelfs zijn toiletpot is voorzien van een familiewapen. Zijn naam is Louis Eduard Arthur Herbert Theodorus van Heijst, kortweg L. E. A. H. T. van Heijst; zijn vrienden noemen hem Bert. Wij dus niet en U al helemaal niet.

Het leven is niet makkelijk. Met dat uitgangspunt ga ik elke ochtend de deur uit. De rasoptimist in mij heb ik zorgvuldig weten te onderdrukken. Het is ook zo makkelijk. Enkele dagen geleden nam ik de trein, van Nijmegen naar Arnhem. Had ik geweten dat die avond een concert van Marco Borsato in het Geldredome zou plaatsvinden, was ik subiet gaan liften met een bronstige homoseksuele vrachtwagenchauffeur met een voorliefde voor donkere parkeerplaatsen langs de A325. Goed, de trein. In Nijmegen viel het me al op dat er, vergeef me het elitarisme, een groep sociaal-economisch minder capabele personen plaats hadden genomen in de coupé. Toen er bij Nijmegen Lent nog zo'n batallion ordinaire plebejers binnen kwam vallen, begon er wat te dagen. Toen ze massaal Marco Borsato's Dromen Zijn Bedrog gingen voordragen, viel het kwartje.

Ik geef het toe, ik heb een bloedhekel aan dat soort mensen. Als je van Marco Borsato houdt, soit, maar als je dan de behoefte voelt een treincoupé af te breken met lege flessen en Borsato-prullaria... Het slagveld dat achterbleef in het treincompartiment stemde niet alleen mij droevig, maar ook het schoonmaakteam dat in Arnhem stond te wachten. Een vooruitziende blik ontbeert de NS nog wel eens, maar deze keer niet. Wellicht is het hoofd van sanitaire diensten zelf een Marco Borsato-fan. De wanhoop op de gezichten van de schoonmakers was er overigens niet minder om.

Het probleem is dat deze horde stomende beesten, in algemeen taalgebruik ook wel aangeduid als 'het volk', in de meerderheid is. De volgende vraag dringt zich dan op: hoe bestrijd je ze? Niet met geweld, daar heeft deze bevolkingsgroep sowieso meer ervaring mee. Sociale uitsluiting werkt ook niet, daarvoor zijn ze met te veel. De enige oplossing is je te verlagen tot hun niveau. Ze bestrijden met hun eigen wapens. Zie je iemand met een tatoeage van zijn moeder op zijn bovenarm tegen je auto aanplassen? Trek je broek naar beneden en leg een dampende bolus op het zadel van zijn Puch. Draait je onderbuurman André Hazes op een volume waarop je jezelf niet eens meer kan horen denken? Jank vrolijk mee met François Couperin - Trois leçons de Ténèbre en leg de boxen op de vloer. Dan win je altijd, heb ik mij eens laten vertellen door een columnist van ANS.