Column: Broeder en Zonen

De eerste dag ‘Zo Els’ zegt een kalende man in een grijs streepjespak. Daarna zegt hij niets. Ik weet niet zo goed of ik nu moet reageren of niet. Ik draai een beetje met het lepeltje in mijn thee.
 ‘Eerste dag, spannend hoor.’ Hij pakt een map uit de kast en legt die voor me neer. 
 ‘Dit is ons reglement rond interne communicatie. Achterin zit een lijst met taken voor stagiaires. Als je in de loop van de week vragen hebt, gelieve eerst de map te checken en daarna pas bij mij aan te kloppen. Ik moet ook gewoon werken natuurlijk.’ De map is gigantisch. De lijst met taken voor de stagiaire nog gigantischer. 
 ‘Je collega’s bij interne communicatie leer je gauw genoeg kennen. Jij hebt het lege bureau achter in de kamer. Sterkte.’ En ik sta weer buiten. De kalende man sluit het deurtje van zijn kantoor. 



Ik wandel voorzichtig de gigantische kantoortuin in die zich op de 7e verdieping van het gebouw bevindt. Alles is grijs. In het midden van de grootste muur hangt een grote poster met het logo en de slogan van het bedrijf: BROEDER EN ZONEN ASSURANTIE: ZEKERHEID IS ONBETAALBAAR. Om me heen zitten mensen in stilte te werken, blijkbaar valt het niet op dat een vreemd gezicht langs de bureaus loop. Achter in de kantoortuin staat één leeg bureau in een groepje van vier bureaus. Twee bureaus zijn bezet door twee dames in bakfietsmoederkleding. De één hoog blond en de ander met een kort pittig rood kapsel. Ze fluisteren zachtjes over de peuterspeelzaal waar één van hun kinderen naartoe gaat, totdat ze me in het vizier krijgen. 
‘Jij bent vast Els!’ zegt het korte pittige rode kapsel. 
 ‘Ik ben Marieke en dit is Janine.’ Blond, of nee, Janine schudt mijn hand. Ik zit naast Marieke en tegenover het vierde bureau. Daar zit nu niemand achter maar aan de grote stapels zooi te zien hoort wel iemand te zitten. 
‘Daar zit Peter, hij doet externe communicatie maar vandaag heeft hij een vrije dag.’ Ik knik en leg mijn map op het bureau. 
 ‘Volgens mij is het tijd voor koffie’ zegt Janine terwijl ze me verwachtingsvol aan kijkt. Ik neem de bestelling op, twee keer Wiener melange uit de koffieautomaat op de gang. De geur van schrale kantoorkoffie walmt rond het apparaat terwijl ik de twee vrolijk gekleurde mokken van mijn collega’s vul. Om me heen staan mannen in pakken zachtjes over voetbal te praten. Als ik weer bij mijn bureau zit pak ik de grote map erbij. Marieke en Janine hebben hun gesprek over de peuterspeelzaal weer hervat. 
 Takenlijst stagiaires staat er op de allerlaatste pagina. Koffie halen, telefoon aannemen, documenten van collega’s kopiëren en scannen, gegevens invoeren in de database, etc. Ik besluit een aftelapp te downloaden op mijn telefoon. Nog maar 141 dagen van deze ellende.