De Staat: 'We willen overrompelen, mensen verdwaasd achterlaten.'

Nijmeegs trots De Staat is terug. Op Machinery, dat vandaag is verschenen, vindt de band psychofunk uit. Na Nederland moet nu ook de rest van de wereld eraan geloven, met Torre Florim nog altijd als creatieve kapitein. 'Maar de muziek staat overal boven.'

Tekst: Timo Pisart en Rob Ramaker
Foto:
Klaas Jan Kliphuis

'Je zou het kunnen zien als een conceptplaat', zegt Rocco Hueting halverwege het interview. Onmiddellijk werpt Torre Florim tegen: 'Maar dat is het niet.' Hij heeft het over Machinery, het langverwachte tweede album van zijn band De Staat. Twee jaar geleden spraken we ook al met Hueting en frontman Torre Florim aan de vooravond van een release. Ook toen zaten we in Lux. Maar waar toendertijd nog geen publiek reikhalzend naar Wait for Evolution uitkeek zijn de verwachtingen voor Machinery hooggespannen. Nu behoeft De Staat geen introductie meer. In 2009 speelden ze op Pinkpop, Lowlands en elk andere Nederlandse festival dat ertoe doet, om zich in 2010 volledig op het buitenland te richten. Waren hun shows al sinds hun eerste optreden een wervelend rockfeest, na twee jaar vol optredens gooien ze ook hoge ogen op podia wereldwijd.

De band als machine Al bij de eerste luisterbeurt is duidelijk dat Machinery van een heel ander slag is dan het debuut: de koebel is verdwenen, het is minder toegankelijk, maar tegelijkertijd is de muzikale knipoog dikker aangezet. De Staat is verworden tot machine, vindt Florim. 'We benaderen onszelf als een motor. Je hoort een bepaalde ronk die klinkt als één machine, maar in feite zijn het allerlei losse mechanische elementen die allemaal hun eigen geluidje maken.' Maar het is dus geen conceptalbum. Hueting: 'Je zou het ook kunnen uitleggen als een kritiek op de mechanisatie of industrialisering, maar dat is nooit het vooropgezette idee geweest.' Hij richt zich tot Florim: 'Jij hebt gewoon die liedjes verzonnen.' Net als bij hun eerste plaat, schreef Florim de nummers, ditmaal in hun 'kasteel' te Lent. Enthousiast op de tafel wijzend beschrijft Florim hoe ze wonen en werken: 'Hier is de tuin, hier is de keuken en meteen daarnaast heb ik een mooi studiootje waar ik ideeën bedenk, schrijf en demootjes maak.' Na nachtelijke brainstormsessies stuurde Florim de demo’s naar de bandleden, de volgende dag werd op deze ideeën voortgeborduurd met de hele band. 'Voor mij persoonlijk is de samenwerking nu heel anders', bekent Florim. 'Ik was gewend om alles in mijn eentje te doen, tot op een bepaalde hoogte ben ik nog steeds een controlfreak. Ik heb een sterke mening en weet wat ik wil horen.' Hueting: 'De hiërarchie in de band is wel duidelijk.' Half grappend voegt hij toe: 'Jij bent de koning en wij zijn de slaven.' Florim: 'Nou nou, dat klinkt bijna...' Hueting: 'Ja hallo, zoek jij maar eens een gitarist die twee liedjes lang één noot aanslaat.' Na een korte discussie over de hiërarchie zegt Hueting: 'Maar ik vind het wel positief, hè. Daardoor hebben we een eigen geluid en hele goede en eigen nummers.' Florim: 'Maar we gaan met elk idee aan de slag, de muziek staat overal boven.'

 

'Hier is uit Nijmegen: De Staat'
Het Lentse 'kasteel' was dus het toneel van het schrijfproces voor het tweede album. Deze antikraak-boerderij die gereed is voor de sloop huren ze van de gemeente. Florim: 'We waren al erg lang op zoek naar een ruimte om te repeteren. Uiteindelijk kwamen we bij de directeur van Doornroosje, Toine Tax terecht. Hij had het te gek voor woorden gevonden als we naar Utrecht moesten verhuizen omdat we niets konden vinden.' Toen ging het balletje snel rollen. 'Twee weken later stonden we te high-fiven in een supervette boerderij.' Florim zegt zich echt thuis te voelen in Nijmegen, maar hij had best willen verhuizen naar een andere stad. 'Uiteindelijk maakt het niet zoveel uit waar je zit, zolang je maar je ding kunt doen.' Toch lijken media maar al te graag de Nijmeegse wortels van De Staat te benadrukken. Of zoals Florim het zegt: 'Als ik bijvoorbeeld naast Matthijs van Nieuwkerk sta, dan is het vaak: "Hier is uit Nijmegen: De Staat." Ik vind het wel leuk, beter dan bekend zijn van die Grolsch-reclame.' Florim vindt het moeilijk in te schatten of Nijmegen zelf net zo trots is op De Staat: 'Groot, groter, grootst? Ik vind het moeilijk om te meten hoe groot een band is.' Hueting is minder bescheiden: 'Ik weet niet of ik dit moet zeggen in een interview, maar toen we optraden in de 3FM-tent op Eurosonic stonden we tussen White Lies en een of andere metalband. Dan vind ik ons altijd de beste. Het hardst, het meest energiek.'

Gezonde zenuwen
Ondanks deze bravoure zijn Florim en Hueting 'toch wel gevoelig' voor de ontvangst van het album. Florim legt uit: 'Het is heel anders om een tweede plaat te maken. Nu weten we zeker dat een paar duizend mensen hem gaan luisteren.' Hij vreest niet zozeer de hooggespannen verwachtingen - Florim vindt zichzelf nog altijd de belangrijkste criticaster - als de reactie op de nieuwe creatieve richting. 'Mensen gaan zich op een gegeven moment wat voorstellen bij die plaat. En dat is niet precies wat wij hebben gemaakt. Wie muziek gaat maken om aan zulke verwachtingen te voldoen, of om op de radio te komen, gaat meestal kutmuziek maken.' Hueting: 'Die plaat is klaar, daar kunnen we niets meer aan veranderen. Voor de optredens hebben we nog gezonde zenuwen. Het moet steeds soepeler gaan. Ik wil overrompelen, mensen verdwaasd achterlaten.'

Twee jaar geleden spraken we ook al met Hueting en Florim. Even later speelden ze op het muziekindustriefestival Noorderslag, wat hun nationale doorbraak betekende. Komend jaar spelen ze op het grootste muziekindustriefestival van de Westerse wereld, South By South West, in de Verenigde Staten. Wellicht, als we deze jongens over twee jaar weer zien, zijn ze echt 'groot, groter, grootst'.

Dit interview is gedaan in samenwerking met 3VOOR12/Arnhem-Nijmegen. Lees de andere helft van het gesprek, over de extremen in Machinery, hier.