Gevonden Voorwerp

Phocas-bestuursjas

Wie: Anouk Teunisse (22), vierdejaars Communicatiewetenschappen en voorzitter van studentenroeivereniging Phocas
Voorwerp:
Phocas-bestuursjas

Tekst: Daan van Acht en Tijs Sikma
Foto: Bastiaan Buurman

Dit artikel verscheen eerder in de december-ANS

© Bastiaan BuurmanWat is er zo bijzonder aan dit vieze vod? ‘Dit jasje symboliseert mijn functie binnen het bestuur en aan het einde van mijn bestuursjaar naai ik mijn naam in de voering. Het voorzittersjasje heeft maat XL, de belangrijkste functie staat garant voor de grootste maat. Ik verzuip er helemaal in. Bij alle Nederlandse studentenroeiverenigingen is het heel normaal dat het bestuur zo’n kapotgetrokken en weer in elkaar genaaide jas draagt.’

Hoe komt de jas zo smerig?
‘Hij heeft inmiddels al negen jaar geen wasmachine gezien en ruikt daarom zo sterk naar bier. Onze constitutieborrels gaan er nogal heftig aan toe, vandaar ook de scheuren. Je mag de jas alleen zelf naaien en dit niet uitbesteden. Zulke tradities vind ik mooi. De jasjes worden om de vijftien jaar vernieuwd, al pleit ik ervoor om ze langer te behouden. Ik vond laatst op zolder een heel oude bestuursjas, eigenlijk zouden we die weer moeten gaan dragen.’

Vanwaar deze traditie?
‘De gewoonte om deze jasjes te dragen is lang geleden komen overwaaien uit Engeland. Leden droegen het om warm te blijven terwijl ze naar de start roeiden. Pas later zijn ze gaan dienen als officiële kleding voor het bestuur.’

Schaam je je niet om in die gele lap officiële gelegenheden bij te wonen?
‘Nee, ik draag hem met trots. Bij de rectoraatsoverdracht stonden we in de kerk met zeshonderd man. Iedereen was in pak en wij stonden daar in die gele jasjes. Bas Kortmann, de toenmalige rector, zei vlak van te voren dat hij het juist ontzettend mooi vond als we de jasjes zouden dragen. Een aantal mensen klaagden wel over de bierlucht.’

Wat is het heftigste dat deze jas heeft meegemaakt?
‘Tijdens onze constitutieborrel had een andere roeivereniging alle ramen en deuren uit de borrelruimte van het botenhuis gejat en ze in het water gegooid. Omdat we wisten dat er spullen gestolen zouden worden, zijn we van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat bezig geweest om van alles uit het huis te halen. Dat mocht niet baten. Uiteindelijk moesten we, bij gebrek aan ramen en deuren, beneden in het botengedeelte tussen de muizen slapen.'

Klik hier voor de overige artikelen uit de december-ANS.