Bijna 2000 studenten donateur van SNUF

De Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF) heeft 1.950 studenten die donateur zijn door middel van het studentlidmaatschap. SNUF houdt zich bezig met het de ondersteuning van het actieve studentenleven. Dat gebeurt door het verlenen van reisbeurzen, subsidies aan studentenorganisaties en renteloze leningen aan studenten met financiële problemen. Het studentenleven wordt voor een groot deel ondersteund door fondsenwerving onder alumni. Daarnaast is ruim twee jaar geleden het studentlidmaatschap ingevoerd zodat ook studenten het studentenleven kunnen ondersteunen. Voor 8,50 euro per jaar heb je al zo'n lidmaatschap en je kunt zelf aangeven welke studentenorganisatie jouw geld krijgt. Je kunt er ook voor kiezen dat het besteed wordt aan algemene doelen, zoals reissubsidies. Jeroen Pohlmann, directeur van SNUF: 'Het is mooi om te zien wat we in tweeënhalf jaar tijd hebben bereikt. Onze studentleden zien in dat een actief studentenleven niet vanzelfsprekend is. Daar zijn we best trots op.' Er zijn veel studenten, met name eerstejaars, die aangeven dat hun lidmaatschapsbedrag aan de algemene doelen mag worden besteed. 'Wij zorgen dan uiteraard dat het goed terecht komt. Zo'n 69% heeft aangegeven dat het bij een specifieke organisatie terecht moet komen. Ik hoop dat de deelname verder groeit en het studentlidmaatschap een substantiële bron van inkomsten gaat vormen. Dan creëer je een grote poule van mensen die betrokkenheid laten zien. ' In de Algemene Studentenenquête is dit jaar extra aandacht voor SNUF en de bekendheid van het studentlidmaatschap. Ook studentlid worden? Het kan via hun website. Binnenkort verschijnt op deze website een drieluik over fondsenwerving door universiteiten. 

 

Lees meer

De universiteit als goed doel (1)

Universiteiten als Harvard en Stanford halen jaarlijks miljoenen binnen door fondsenwerving. Niet alleen alumni, maar ook bedrijven en onderzoeksfondsen hebben veel geld over voor gerenommeerde Amerikaanse universiteiten. Hoe gaat het eigenlijk met het werven van fondsen in Nederland? In een drieluik besteedt ANS aandacht aan dit onderwerp. Vandaag deel één: wat is fondsenwerving en waarom is het nodig? Fondsenwerving duikt steeds vaker op sinds het in 2005 op de agenda van de Europese Commissie is geplaatst. Emeritus hoogleraar Geert Sanders heeft onderzoek gedaan naar verhoging van inkomsten door universiteiten. In zijn boek De Tien Geboden van Fondsenwerving benoemt hij vier modellen voor het werven van fondsen. Zo kan een universiteit zich richten op grote giften van rijke individuen, op alumni of externe onderzoeksfondsen. Tot slot kan een universiteit er ook voor kiezen om een gemengd model te hanteren. Corporate fundraising, fondsenwerving bij bedrijven, is lastiger en komt daarom veel minder voor. Het is namelijk niet eenvoudig om op die manier geld binnen te halen. Bedrijven geven immers niet uit gulheid, maar uit eigenbelang. Universiteiten hebben honderdduizenden oud-studenten die tijdens hun studietijd een band hebben gekregen met de instelling. Als iedere alumnus jaarlijks 5 euro zou geven, dan levert dat de universiteiten miljoenen op. Toch lijkt er nog niet veel geld binnen te komen via oud-studenten. Reinier Overtoom is projectmanager bij Formedia, een bedrijf dat onder andere kennisinstellingen adviseert over alumnibeleid. Overtoom heeft de activiteiten van Nederlandse universiteiten op het gebied van alumnirelaties geanalyseerd en is gespecialiseerd in fondsenwerving. ‘In het alumnimodel is het van belang over een lange periode van tijd de relatie met de oud-studenten en werknemers op te bouwen. Dit begint al tijdens de studie, na afstuderen moeten alumni op uiteenlopende manieren betrokken worden gehouden. Op een gegeven moment vraag je dan om een kleine gift, in de hoop dat later om een grotere gift kan worden gevraagd.’ Er moet dus flink wat tijd worden gestoken in relatiebeheer, om later te kunnen innen. Vanuit de overheid is steeds minder geld beschikbaar voor onderwijs, terwijl de kosten stijgen. Het werven van extra gelden is dus van belang. Dit beseft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap schijnbaar ook. Zo zijn er inmiddels belastingvoordelen wanneer je periodiek geld over hebt voor een universiteit en is nagedacht over het beleid rondom fondsenwerving. Op die manier kan niet alleen de Radboud Universiteit, maar ook de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF) extra geld binnenhalen. Directeur Jeroen Pohlmann vindt fondsenwerving dan ook belangrijk. SNUF houdt zich bezig met de ondersteuning van studenten en studentenactiviteiten. Dat gebeurt door het verlenen van reisbeurzen, subsidies aan studentenorganisaties en renteloze leningen aan studenten met financiële problemen. Pohlmann: ‘Universiteiten worden door Nederlands niet als een goed doel gezien. Nu de overheid haar handen meer en meer terugtrekt, verschuift het financieringsmodel. De noodzaak voor universiteiten om donoren aan te spreken is er nu wel echt.’ Fondsen kunnen het gat vullen, dat de overheid achterlaat. Toch zullen donoren over het algemeen niet bereid zijn om op te draaien voor de basisbehoeften van een universiteit. Overtoom: ‘Geldschieters kiezen voor iets bijzonders, ze hebben geld over voor excellentie. Aan gebouwen en salarissen van een universiteit willen ze niet snel meebetalen.’

 

Lees meer

De universiteit als goed doel (2)

Universiteiten als Harvard en Stanford halen jaarlijks miljoenen binnen door fondsenwerving. Niet alleen alumni, maar ook bedrijven en onderzoeksfondsen hebben veel geld over voor gerenommeerde Amerikaanse universiteiten. Hoe gaat het eigenlijk met het werven van fondsen in Nederland? In een drieluik besteedt ANS aandacht aan dit onderwerp. Afgelopen maandag kon je al lezen wat fondsenwerving eigenlijk is. Vandaag deel twee: hoe goed gaat het aan de Radboud Universiteit? Het antwoord is eenvoudig: aan de Radboud Universiteit gaat het nog niet goed met geld binnenharken. Al een paar jaar wordt er gesproken over universitaire fondsenwerving, maar tot voor kort is er weinig ondernomen. Hoewel er geen overzichten zijn van wat er jaarlijks wordt binnengehaald, is het overduidelijk dat andere universiteiten op dit gebied al een stuk verder zijn. Daar moet verandering in komen, zo vindt het College van Bestuur. Momenteel wordt een groot deel van de RU gereorganiseerd, waarna er onder andere een betere focus op fondsenwerving moet ontstaan. Per 1 januari 2014 gaat de afdeling Relatieontwikkeling en Fondsenwerving van start met het ontwikkelen van alumni- en fondsenwervingsbeleid. Daarnaast zal deze afdeling faculteiten, instituten en de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF) ondersteunen bij het binnen halen van geld. Als het op vinden van donoren aankomt doet SNUF het al wel goed. In 2012 werd er ruim 60.000 euro geschonken, terwijl op de totale begroting iets meer dan één miljoen euro staat. Het succes dankt Jeroen Pohlmann, directeur van SNUF, aan verschillende oorzaken: ‘Er is een grote betrokkenheid met de Radboud Universiteit en het Universiteitsfonds. Alumni willen iets terug doen voor hun alma mater. Het Universiteitsfonds heeft de afgelopen jaren veel mogelijk gemaakt voor studenten, daarom kunnen wij op onze beurt vragen of zij iets mogelijk willen maken voor de lichting na hun. Het studentenleven gaat immers door.’ Een grote inkomstenbron is het studentlidmaatschap, je kunt lid worden voor 8,50 euro per jaar en daarmee het studentenleven ondersteunen. SNUF heeft inmiddels zo’n 1.950 studentleden. ‘Het is mooi om te zien wat we in tweeënhalf jaar tijd hebben bereikt. Onze studentleden zien in dat een actief studentenleven niet vanzelfsprekend is. Daar zijn we als Universiteitsfonds best trots op.’ Dat het op universitair niveau niet altijd slecht gaat, bewijst het afgelopen lustrum. Toen werd er zo’n 100.000 euro opgehaald met sponsoring. Dat was echter specifiek voor één grote publieksactiviteit en is niet op structurele basis. Daarnaast wilden de sponsoren er ook iets voor terug, ‘terwijl fondsenwerving een soort altruïsme is’, aldus Pohlmann. ‘Het is belangrijk om heel goed na te denken over de relatie die je opbouwt. Het is echt mijn overtuiging dat friend raising voor fund raising gaat, je kunt beter donoren in je directe omgeving zoeken, dan ergens ver weg. Betrokkenheid is erg belangrijk.’ Ook bij faculteiten is er nog veel te winnen, alleen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid slaagt wel in het op grote schaal werven van fondsen. De meest recente successen hebben te maken met de bouw van het Grotiusgebouw. Zo is er bijvoorbeeld de Club van 2014, een groep alumni die de faculteit ondersteunt voor studiefaciliteiten in het nieuwe gebouw. Het lidmaatschap is niet duur: voor 20,14 euro per jaar ben je al lid van de Club, maar een donatie van 201,40 of 2014 euro is ook welkom. Het opgehaalde geld wordt bijvoorbeeld gebruikt voor extra scriptiewerkplekken en uitbreiding van de bibliotheekcollectie. Ook bestaat sinds kort de Chairholdersclub, betrokken alumni die ieder voor 500 euro een stoel in de nieuwe collegezaal hebben gekocht. Hun naam is gegraveerd in een naamplaatje op een van de vijfhonderd stoelen. Oud-premier Dries van Agt en de rector magnificus zijn al chairholder. Toch zijn er niet veel meer goede voorbeelden te noemen. SNUF, het lustrum en de Faculteit der Rechtsgeleerdheid zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen. De RU heeft nog een grote slag te maken. Vrijdag verschijnt het laatste deel. Wat kunnen we in de toekomst van fondsenwerving verwachten?

 

Lees meer

De universiteit als goed doel (3)

Universiteiten als Harvard en Stanford halen jaarlijks miljoenen binnen door fondsenwerving. Niet alleen alumni, maar ook bedrijven en onderzoeksfondsen hebben veel geld over voor gerenommeerde Amerikaanse universiteiten. Hoe gaat het eigenlijk met het werven van fondsen in Nederland? In een drieluik besteedt ANS aandacht aan dit onderwerp. Vandaag het slot: wat kunnen we in de toekomst van fondsenwerving verwachten? Op het gebied van fondsenwerving is er nog veel te winnen, zo vindt Reinier Overtoom. Als projectmanager bij Formedia heeft hij de activiteiten van Nederlandse universiteiten op het gebied van alumnirelaties geanalyseerd. Zijn bedrijf adviseert kennisinstelingen over alumnibeleid. ‘Een langetermijnvisie op fondsenwerving is absoluut nodig om succesvol te kunnen zijn. De continuïteit van het programma moet worden gewaarborgd.’ Bij die langetermijnvisie hoort ook een zak geld, zonder investeringen is fondsenwerving gedoemd te mislukken. Zo moet er een vast budget komen voor mensen die bezig zijn met alumnibeleid en fondsenwervers. Alleen dan kunnen er goede activiteiten worden ontplooid. Theo Schuyt, hoogleraar bij de werkgroep Filantropische Studies aan de Vrije Universiteit, vind dat universiteiten vooral banden met de maatschappij moeten herstellen. In het rapport Geven voor weten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geeft Schuyt aan dat universiteiten vooral proactiever moeten worden: ‘De overheid en de universitaire wereld zijn vervreemd geraakt van het particuliere initiatief. Een minderheid van de universiteiten verstaat de kunst van het vragen. Als men al vraagt, is het vaak onder het adagium: “wij komen geld tekort, wilt u maar even bijpassen?”. Nou, ik ken geen rijke die rijk is geworden door bij te passen.’ Voor de toekomst vraagt fondsenwerving dus nogal wat van universiteiten en haar bestuurders. Zo gaf Minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in 2009 al aan dat fondsenwerving een strategisch proces is, waarbij nieuwe bestuurders geselecteerd moeten worden op hun communicatieve kwaliteiten. ‘Daarnaast is het persoonlijk charisma van prominente onderzoekers veruit de belangrijkste factor bij het aantrekken van privaat geld. Daarom doen instellingen er goed aan om hun paradepaardjes hierbij optimaal te ondersteunen’, aldus Plasterk. Daar kan Jeroen Pohlmann, directeur van de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF) zich wel in vinden. Hij verwacht dat we uiteindelijk allemaal fondsenwervers worden. ‘Als de voorzitter na een diner een praatje houdt moet hij afsluiten met “en daar kunt u ook aan bijdragen”, want dat is wat nog niet gebeurd. Mensen moeten het gevoel krijgen dat ze zelf ook een aandeel hebben in succesvolle fondsenwerving. Vaak is dat een kleine stap, maar soms is daar een flinke cultuurverandering voor nodig.’ Wat nu als universiteiten inderdaad de komende jaren meer geld binnenhalen? Bestaat er dan geen risico dat de overheid de geldkraan nog verder dicht draait voor universiteiten? Overtoom denkt dat het wel mee zal vallen: ‘Ook als universiteiten veel succesvoller worden met fondsenwerving, zal de overheid haar financiering nooit onder een bepaald niveau kunnen brengen zonder direct schade toe te brengen aan de kwaliteit van onderwijs en überhaupt de gehele financiële huishouding van universiteiten.’ Overtoom zou graag zien dat de overheid helpt bij het stimuleren van fondsenwerving. Bijvoorbeeld dat er wetgeving komt waardoor het gunstiger wordt om geld te geven aan het onderwijs. In het verleden zijn vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap al allerlei rapporten over fondsenwerving verschenen. Een van de rapporten stelde dat er een verandering moest komen in de cultuur en structuur van kennisinstituten, er een wetenschapsfonds diende te komen en er ook belastingmaatregelen moesten worden ontwikkeld om het doneren aantrekkelijker te maken. Met dit voorstel is echter niet veel gedaan. Inmiddels lijkt het onderwerp binnen het ministerie aandacht te hebben verloren. Zo zijn er wel enige fiscale voordelen ontwikkeld, maar deze zijn erg minimaal. Er is dus werk aan de winkel voor Nederlandse universiteiten, bestuurders en de overheid. Er ligt een flinke hoop geld voor het oprapen, als je bedenkt dat er jaarlijks zo’n 4 miljard euro naar goede doelen gaat. Daar is echter wel goede expertise voor nodig en ook voldoende middelen mogen niet worden vergeten. Lees de eerder verschenen delen hier

 

Lees meer