'Belangrijk dat studenten gaan plannen'

De harde knip, het leenstelsel, het BSA en b-in-5. Maatregelen waar iedere student mee te maken krijgt, maar die niet altijd even bekend zijn. Om studenten beter te informeren slaan de Universitaire Studentenraad, Dienst Studentenzaken, Studentenvakbond AKKU en de koepelverenigingen de handen ineen. ANS bekijkt deze week met een aantal organisatoren wat de plannen zijn. Vandaag Twan Joosten, FSR-voorzitter van het FNWI. Hoe zorg je ervoor dat studenten op de hoogte zijn van de plannen? 'Door op de juiste momenten veel te promoten. Vanuit de USR hebben we een presentatie gekregen en daarmee leggen bij een aantal colleges aan het begin uit welke plannen eraan komen en wat de gevolgen daarvan zijn. Die plannen behandelen we kort en bondig waardoor studenten ook snel in een overzicht zien wat er gaat gebeuren. Veel informatie is wel te vinden, maar het is heel goed dat het nu allemaal samen is gebracht.' Welke reacties krijg je? 'Sommige studenten reageren geschokt, zeker met betrekking tot de invoering van het sociaal leenstelsel. Ze vragen zich af wat de gevolgen voor hen zijn, hoe het precies zit met lenen en hoeveel ze moeten gaan lenen. Er is wel duidelijk een scheiding te zien in de wijze waarop mensen reageren, er is een groep die graag wil weten wat er speelt, andere denken "het zal allemaal wel".' Wil je studenten alleen bewust maken van de plannen? 'Het is natuurlijk belangrijk dat mensen gaan plannen. Als je weet welke maatregelen eraan komen dan kan je dat ook meenemen in de keuzes die je maakt. Het zou zonde zijn als je er niets mee doet.' Wat is voor jou een belangrijke maatregel die op dit moment nog weinig aandacht krijgt? 'Zelf vind ik de maatregelen rond het collegegeld belangrijk. Vanaf volgend jaar betaal je 1.835 euro collegegeld en dat geldt aan de RU ook voor je tweede master, aansluitend op je eerste. Bij veel andere universiteiten is dit niet het geval en dan kan je dus 6.000 tot meer dan 10.000 euro kwijt zijn aan een tweede master. Ik vind het dus positief dat de RU het volgen van een tweede master stimuleert.'

 

Lees meer

[#RUkiest] De stembus is weer geopend!

Afgelopen nacht opende de stembus en daarmee het jaarlijkse verkiezingscircus op de RU. Vanaf vandaag kun je, ondanks een kleine storing vanochtend, hier het digitale rode potlood oppakken en stemmen op tientallen kandidaten voor de Opleidingscommissies, Facultaire Studentenraden en de Universitaire Studentenraad (USR). Er is dit jaar sprake van een historische USR-verkiezing. Siam is dood en doet niet meer mee in de strijd om het pluche. Gaan we daarmee veel meer blanco stemmen zien, wint asap en komen de verhoudingen tussen de partijen dichter bij elkaar of vergaart AKKUraatd gewoon weer veruit de meeste stemmen? Op woensdag 29 mei rond 16.00 uur weten we het, dan wordt de uitslag bekendgemaakt in het Cultuurcafé.

 

Lees meer

[Ingezonden] Een studentlid in het College van Bestuur is oplossing

Afgelopen vrijdag stuurde studentenfractie asap een opinieartikel in, waarin zij stelt dat een studentlid in het College van Bestuur geen oplossing is om de RU democratischer te maken. Studentenfractie AKKUraatd denkt daar heel anders over en maakt haar standpunt duidelijk in deze ingezonden brief. Afgelopen vrijdag is er een opinieartikel gepubliceerd, waarin werd opgeroepen om de medezeggenschap te versterken. Het voorstel dat in dit artikel werd gedaan om een toehoorder toe te voegen aan het College van Bestuur (CvB), zorgt echter niet voor de beoogde versterking. AKKUraatd wil verder kijken: de stem van studenten moet versterkt worden. Een studentlid in het CvB is daar het middel voor. Een toehoorder zou aanwezig moeten zijn bij alle vergaderingen van het CvB en het College van Decanen. Deze student zou volgens asap deel kunnen uitmaken van de Universitaire Studentenraad (USR). Dit concept kent al een lange geschiedenis aan onze universiteit, aangezien zo’n toehoorder vroeger bestond. De voorzitter van de USR sloot toen aan bij vergaderingen van het CvB. Het gevolg hiervan was dat het College besluiten nam in zogenaamde schaduwvergaderingen. De medezeggenschap werd gezien als een infiltrant in het College. In de ogen van studentenfractie AKKUraatd is dit doordat de medezeggenschap vervloeide met zeggenschap. De scheidslijn moet duidelijk zijn, een studentlid in het CvB zal door het College gezien moeten worden als een volwaardig lid met een geheimhoudingsplicht van gevoelige informatie over bijvoorbeeld medewerkers. Een toehoorder vanuit de medezeggenschap is als een Tweede Kamerlid als toehoorder bij het kabinet, dat is onwenselijk. Een grote angst is dat de medezeggenschap buiten spel gezet zou kunnen worden, wanneer een student plaats neemt in het CvB. Het College zou namelijk kunnen beweren dat zaken met de medezeggenschap zijn besproken, waardoor de discussie niet meer met de USR wordt gevoerd. Dit is onjuist, omdat een studentlid geen onderdeel uitmaakt van de medezeggenschap. Juist door het bestuurlijke karakter van het studentlid heeft het College nog altijd haar informatieplicht naar de medezeggenschap. Besluiten kunnen op een aantal zaken alleen worden genomen als de medezeggenschap instemming verleend of is gehoord. Daarnaast is de situatie op facultair niveau een op een vergelijkbaar met dat op centraal. Daar wordt de Facultaire Studentenraad nog altijd betrokken en geraadpleegd, ondanks dat een studentlid- of assessor al heeft meegepraat. Een toehoorder zal ook in geen geval persoonlijke informatie kunnen delen met de medezeggenschap. De beoogde transparantie zal daardoor niet groter worden. Dat is in de ogen van AKKUraatd ook niet het probleem. Het studentlid moet vanaf het begin van het beleid mee kunnen praten met het College. Beleid kan zo eerder vanuit een studentperspectief worden bekeken, waardoor in een eerdere fase rekening kan worden gehouden met de mening van studenten. De plannen gaan daarna nog altijd naar de USR, maar hebben dan al studenten-input gehad. Om de kwaliteit van het studentlid te waarborgen, is een selectieprocedure nodig. Een sollicitatiecommissie bestaande uit het voorgaande studentlid, USR-leden en andere betrokken studenten is hier uitermate geschikt voor. Op deze manier worden ook de facultaire assessoren gekozen aan de universiteit. AKKUraatd roept dan ook nogmaalsop om in navolging van de goede ervaringen op facultair niveau en vanuit studentenoogpunt in Groningen een studentlid toe te voegen aan het bestuur van de universiteit. Juist op de RU zijn goede verhalen te horen over studentleden in het bestuur en zoals twee studentleden van de Universiteitsraad uit Groningen reageren op het artikel op Folia Web: 'Natuurlijk zijn er ook kritische geluiden en verschilt het per studentlid, toch kan hij/zij vaak een brugfunctie vervullen. (…) De student moet gehoord worden en met het studentlid erbij is dat nu ook direct bij het CvB. Samen met de Universiteitsraad komt dit de student en universiteit alleen maar ten goede.'

 

Lees meer

[Ingezonden] Studentlid in het College van Bestuur is geen oplossing

Studentenpartij AKKUraatd is blij met de ontwikkeling bij de UvA, waardoor een studentlid aan het College van Bestuur wordt toegevoegd. asap ziet in deze toevoeging aan het College van Bestuur echter geen heil en pleit voor meer bevoegdheden voor de Universitaire Studentenraad. Het is hommeles in Amsterdam. Studenten hebben eerst het Bungehuis bezet en sinds afgelopen woensdagavond het Maagdenhuis. Het Amsterdamse College van Bestuur (CvB) wil niet luisteren naar de studenten, iedere dialoog lijkt onmogelijk. Gelukkig is het in Nijmegen beter gesteld met de medezeggenschap, maar ook hier zijn nog genoeg verbeterpunten. Zo wil asap dat studenten op faculteiten evenveel inspraak krijgen als het personeel en moet er een studenttoehoorder komen bij het College van Bestuur en het College van Decanen. Maar een studentlid in het bestuur zoals AKKUraatd dat wil? Daar ziet asap helemaal niets in. Een extra ondemocratische bestuurder in het CvB draagt niet bij aan een betere universiteit. Onlangs verscheen een artikel op Folia Web waarin juist de studenten in de universiteitsraad van de Rijksuniversiteit Groningen ervoor pleiten om de student-assessor in het CvB af te schaffen. Groningen is de enige universiteit met zo’n constructie en daar wordt de student-assessor voornamelijk gezien als een bestuurder zonder democratische verantwoording. De Groningse ervaring is dat deze vaak informatie achterhoudt voor de rest van de medezeggenschap. Hierdoor komt de controlerende functie van de medezeggenschap in het geding. asap ziet geen reden waarom dat op onze universiteit anders zou zijn. Daarnaast bestaat er vrees voor inkapseling. Het CvB zal een student snel medeplichtig maken en misschien zelfs vertrouwelijke informatie geven. Hierdoor kan deze student niets aan de rest van de medezeggenschap vertellen. asap ziet een betere oplossing: de Universitaire Studentenraad (USR) moet meer bevoegdheden krijgen. Zo willen wij dat er een student als toehoorder bij zowel het College van Bestuur als het College van Decanen komt te zitten. Daarmee blijft de zeggenschap waar zij hoort, maar zorg je dat essentiële informatie terecht komt bij de studenten die dusdanig belangrijk zijn voor een goede inspraak. Het is namelijk niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is voor bepaalde besluiten; de decanen van de faculteiten of het centrale College van Bestuur van de universiteit. Momenteel wordt Facultaire Studentenraden vaak voorgehouden dat problemen op centraal niveau spelen, terwijl de USR wordt afgescheept met het argument dat een zaak op facultair niveau speelt. Met een studenttoehoorder bij zowel het CvB als het College van Decanen ondervang je dit probleem. Dit komt de openbaarheid, transparantie en controleerbaarheid van de universiteit ten goede en daarmee ook de kwaliteit van de universiteit. Een ander punt waar asap voor pleit, is de verdwijning van de 60/40-stemverhouding op facultair niveau. Het is op dit moment zo dat de personeelsgeleding in de facultaire medezeggenschap meer te zeggen heeft (60 procent) dan de studentgeleding (40 procent). Deze regeling is ooit bedacht met beroep op een uitzondering vanwege het katholieke karakter van de universiteit. Een dergelijk argument rechtvaardigt deze scheve verhoudingen niet. Feit is dat democratisch gekozen studenten worden weggezet als passanten en een minderwaardige rol spelen op facultair niveau. Kritische studenten kunnen nu veel te eenvoudig de mond worden gesnoerd, dat komt niet ten goede aan een eerlijke en democratische besluitvorming. Wat asap betreft komt er snel een einde aan deze bizarre stemverhouding. Al met al valt er nog genoeg te veranderen, ook op de Radboud Universiteit. De relatie met het College van Bestuur is echter goed, vandaar dat we overtuigd zijn dat er binnenkort een goed gesprek kan plaatsvinden tussen de USR en het CvB. Wij hopen dat het CvB het gesprek aan wil gaan om te kijken naar de verbeterpunten. Mocht die bereidheid er niet zijn, dan is dat niet alleen heel erg teleurstellend, maar beraadt asap zich ook op andere manieren om de democratie op de Radboud Universiteit te vergroten.

 

Lees meer

ANS bezocht: Actualiteitencollege 'Democratie aan de RU'

Vandaag vond in de overvolle zijzaal van de Refter het actualiteitencollege plaats over democratie op de RU. Sprekers Jan Brabers, Gerard Meijer, Matthias van Trigt en Floor Albers van der Linden, namen om de beurt het woord om hun visie op het democratische gehalte van de RU te delen. ANS bezocht het actualiteitencollege en doet verslag.         Brabers Universiteitshistoricus Jan Brabers krijgt als eerste het woord. Volgens hem zijn er meer verschillen met de studentenrevolutie uit de jaren zestig dan overeenkomsten met de beweging van De Nieuwe Universiteit. Brabers vindt dat we te maken hebben met een Amsterdams probleem binnen de medezeggenschap, geen Nijmeegs probleem.         DNUN Namens De Nieuwe Universiteit Nijmegen (DNUN) is Matthias van Trigt, student Politicologie, aanwezig. Hij houdt een betoog over de focus op rendementen in het onderwijs. De kerntaak van de universiteit moet volgens Van Trigt het voorbereiden van studenten op kritisch maatschappelijk functioneren zijn. Ondanks zijn kritiek op de RU, hoeven we nog geen bezetting van het Erasmusgebouw te verwachten: 'Ik ben hier niet gekomen om de oorlog aan het College van Bestuur te verklaren.' Aan het einde van Van Trigts betoog juichen de leden van DNUN, die met ongeveer tien man sterk achter in de zaal staan - inclusief vlag van DNUN.     Meijer Vervolgens krijgt Gerard Meijer, voozitter van het College van Bestuur (CvB) van de RU, het woord als 'voorzitter van de leerfabriek'. Meijer vindt dat debat en discussie floreren. Uit zijn reclamepraatje voor de Nijmeegse universiteit blijkt duidelijk dat hij de voorman van de universiteit is: de RU moet niet groter maar beter en we kiezen voor kwaliteit en persoonlijke binding met studenten. Meijer ziet echter het probleem van DNUN niet, want in Nijmegen wordt al geluisterd naar studenten. Via de democratische weg wil hij echter wel de discussie aangaan, wanneer studenten problemen zien.     Floor Floor Albers van der Linden, voorzitter van Studentenvakbond AKKU, houdt een kort maar bondig betoog, zonder hierbij echt inhoudelijk in te gaan op Meijer en Van Trigt: AKKU zal altijd blijven strijden voor een sterke positie van de medezeggenschap en een studentlid in het CvB. Daarnaast is het tijd voor een betere stemverhouding in de Facultaire Studentenraden, waar studenten slechts voor 40 procent meetellen als het op stemmen aankomt.         Het college eindigt met een debat, waarbij Van Trigt, Meijer en Albers van der Linden samen op het podium staan. Uiteindelijk gaat de discussie bijna alleen nog maar over het rendementsdenken. Een studentlid in het CvB en de weinige formele inspraak van de medezeggenschap - beiden belangrijk in de discussie over democratie - worden maar kort aangekaart. Marcel Becker eindigt het debat met een statement: hij hoopt dat er net zoveel mensen aanwezig zullen zijn als tijdens het debat vandaag, als er over de toekomst van de universiteit wordt gesproken.

 

Lees meer

Eymaal wint rechtszaak tegen de RU

Begin september verscheen rechtenstudent Pepijn Eymaal voor de rechter tegenover de RU, omdat hij vindt dat de bestuursbeurzen voor zijn medezeggenschapsjaar onterecht niet zijn toegekend. Gisteren kwam de uitspraak: de procedure is niet correct doorlopen, dus wint Eymaal de zaak. Dit betekent niet dat Eymaal zijn financiële vergoeding krijgt. De rechter oordeelde dat de procedure van de RU niet goed doorlopen is, omdat de geschillenadviescommissie niet onafhankelijk is van het College van Bestuur. Deze commissie bestaat namelijk uit medewerkers van de afdeling Juridische Zaken van de RU. Het College van Bestuur moet de procedure opnieuw starten. Binnen tien weken dienen zij een beslissing te nemen. Eymaal is zelf tevreden over de uitspraak. 'Ik heb nog geen toezegging dat ik alsnog een vergoeding krijg, maar mijn argumenten zullen nu opnieuw gehoord worden in een eerlijk proces.' De RU moet nu de aanvraag voor een financiële vergoeding voor Eymaal opnieuw in behandeling nemen. De RU kan ook proberen met Eymaal te schikken. 'De zaak is nu procedureel voor de rechter gekomen. Als de RU besluit mijn beurzen alsnog niet toe te kennen, kan ik de zaak alsnog inhoudelijk voor de rechter brengen.'   Foto: Yurre Wieken

 

Lees meer

Geen stormloop voor Faculteitsraden

De Facultaire Studentenraad 2014-2015 (FSR) van de Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW) heeft tot nu toe vijf aanmeldingen binnengekregen voor de opvolgende raad. Voor de raad die normaal bestaat uit zes personen, waarvoor verkiezingen worden gehouden, is niet eens genoeg animo om de verkiezingen door te laten gaan. De FSR'en hebben nog een dag om de lijsten vol te krijgen en in te leveren. Gesprekken met geïnteresseerden zijn nog gaande, dus de FSR hoopt op genoeg kandidaten voor verkiezingen. Vorig jaar streden nog acht studenten voor de zes beschikbare plaatsen. FSW is niet de enige faculteit die moeite heeft met het verzamelen van raadsleden. Bij de letterenfaculteit hebben ze nu ook evenveel aanmeldingen als plaatsen, om studenten te laten stemmen is dus nog ten minste een extra aanmelding nodig. Bij de managementfaculteit komen er wel verkiezingen, maar ook zij hebben maar één aanmelding meer dan dat er plaatsen zijn. Managementstudenten kunnen dus wel naar de stembus, maar hebben flink wat minder te kiezen dan vorige jaren. In 2014 stelden zich tien studenten kandidaat en in 2013 twaalf. De strijd voor meer democratie op universiteiten werpt nog niet echt haar vruchten af, de meeste studenten praten blijkbaar liever niet mee over de toekomst van hun faculteit en over problemen waar studenten tegenaan lopen.

 

Lees meer

Inspraak op fluistertoon

Ieder jaar zwoegen studentmedezeggenschappers in mei om stemmen bij elkaar te sprokkelen. De opkomstpercentages bij de medezeggenschapsverkiezingen zijn echter schrikbarend laag. Hoe komt dit, hoe zit de medezeggenschap aan de RU in elkaar en wat zijn verbeterpunten? Tekst: Erik van Rein en Adrianne Tuk In de week van 23 tot en met 30 mei zul je ze weer volop zien op de campus. Potentiële studentmedezeggenschappers die om aandacht schreeuwen en met opengeklapte laptops smeken om je stem. Die stemmen hebben ze hard nodig, want studenten weten de gang naar de stembus moeilijk te vinden. De invoering van de wet Modernisering Universitair Bestuur (MUB) in 1997 speelde hierin een grote rol. De student verloor daarmee aanzienlijke invloed op het reilen en zeilen van de universiteit. Waar de academicus in spe voorheen meebestuurde in het College van Bestuur (CvB), verloor zij deze functie en kreeg zij slechts een medezeggenschapsrol. Aan de RU uitte zich dat in een drastische daling van de verkiezingsopkomst voor de Universitaire Studentenraad (USR). Werd in 1996 een opkomst van 35 procent al als absoluut dieptepunt gezien, een jaar na de invoering van de MUB kwam slechts 23,3 procent van de studenten naar de stembus. De laatste jaren stemt ongeveer een kwart van de studenten voor universiteitsbrede medezeggenschap, bij de Facultaire Studentenraden (FSR) en de Opleidingscommissies (OLC) is dit een paar procent hoger. De huidige opkomstpercentages roepen vragen op over de mate van representativiteit, maar er is meer kritiek op de medezeggenschap. Studentvertegenwoordigers zouden niet zichtbaar zijn en, nog belangrijker, te weinig te zeggen hebben aan de RU. Is deze kritiek terecht en hoe kan de positie van de medezeggenschap worden verbeterd? Recht en raadgeving De studenten die het meest te zeggen hebben aan deze universiteit zitten in de USR en nemen plaats in de Universitaire Gezamenlijke Vergadering (UGV), waarin ook het CvB en medewerkers zitting nemen. De studentgeleding bestaat uit een zestal benoemde leden die studentenkoepels vertegenwoordigen en acht studenten die worden gekozen tijdens de jaarlijkse verkiezingen. De USR poogt de scherpe kantjes van CvB-voorstellen af te slijpen, die veelal de grote lijnen van het universiteitsbeleid betreffen. Daarnaast kan zij met eigen initiatieven komen. Een zwaar middel dat de USR bij bepaalde voorstellen heeft is het instemmingsrecht, dit is een soort vetorecht. Wanneer er wordt besloten over bijvoorbeeld maatregelen betreffende de voorzieningen voor studenten of de financiële ondersteuning van studenten, kan de USR dit besluit tegenhouden en blijft de oude regeling van kracht. Het CvB zal dan met een aangepast voorstel moeten komen. Op facultair niveau liggen de verhoudingen anders. De student is vertegenwoordigd in de Facultaire Gezamenlijke Vergadering. Bij zaken als de Onderwijs- en Examenregelingen (OER), besluiten over de implementatie van de harde knip of de M-in-2-regeling, geldt een scheve stemverhouding. Er hangt slechts een gewicht van 40 procent aan de stem van de student, terwijl de stem van het facultair personeel voor 60 procent meetelt. Het medezeggenschapsorgaan dat het dichtst bij de student staat is de OLC. Waar de FSR en USR bindende stemrechten hebben, kan de OLC niet meer dan advies uitbrengen over alles dat de opleiding aangaat. ‘Geen poot om op te staan’ De huidige voorzitter van de USR, Loeke Salemans, typeert de UGV als een log orgaan dat door de zeswekelijkse vergadercyclus maar moeilijk tot snelle besluiten kan komen. Toch hecht ze grote waarde aan het instemmingsrecht. ‘Het is een dreigmiddel waarmee je het CvB kunt dwingen met een goed voorstel te komen.’ Het is echter jaren geleden dat de USR het CvB terug heeft gestuurd naar de schrijftafel, onder meer omdat de studenten een goede relatie met het bestuur willen behouden. Er is dan ook kritiek of dit wel het beste middel is om het belang van studenten te behartigen. Hoogleraar Arbeidsrecht aan de RU, Leonard Verburg, ziet liever een sterkere adviesrol. ‘Instemmingsrechten leiden tot stroperige besluitvorming, omdat je gewoon “nee” kan zeggen en het CvB met een nieuw voorstel moet komen. Met opbouwende kritiek bereik je meer dan met het instemmingsrecht waarmee je afbrekend kritisch bent. Ik begrijp echter ook dat het moeilijk is om dit op te geven, omdat het een stukje minder inspraak is.’ Uit een rondgang langs de faculteiten blijkt dat studentmedezeggenschappers over het algemeen tevreden zijn met de mate waarin ze gehoord worden. Er worden regelmatig voorstellen van de FSR’en overgenomen door de faculteit. Toch klagen ze allen steen en been over de stemverhoudingen. Zo kwam de M-in-2 regeling bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid er ondanks dat de studentengeleding hier fel op tegen was. Marjolein Verstraten, FSR-voorzitter bij Letteren, verwacht dat zij bij haar faculteit niets te zeggen heeft over hoe de harde knip wordt ingevoerd. ‘Wij hebben met deze stemverhouding geen poot om op te staan.’ Net als de FSR’en zijn ook de OLC’s van mening dat zij serieus worden genomen door de opleidingsorganisatie. Veel OLC’s geven aan geen hinder te ondervinden van het feit dat er slechts een adviesrol is weggelegd voor de studenten. Feit blijft echter dat het formeel gezien een zeer beperkte rol is voor een niveau van medezeggenschap dat zo dicht bij de student staat. De leden van de OLC Sociologie beamen dit: ‘Wij kunnen niet meer doen dan onze mening onderbouwen en adviseren. Dat is niet altijd genoeg om echt een verschil te maken.’ In de praktijk komt het er dus op neer dat het bestuur haar zin kan doordrukken als zij dat wil. Een terugkerend probleem van de medezeggenschap aan de RU op alle drie de niveaus is de zichtbaarheid en terugkoppeling naar de studenten. Lisa Westerveld, oud-voorzitter van de USR en de Landelijke Studentenvakbond, zag dit al in haar tijd en ziet het als oorzaak van de lage opkomstpercentages: ‘Ik kan het me heel goed voorstellen dat studenten niet stemmen omdat ze niet zien wat er wordt bereikt.’ De rol die medezeggenschap aan de RU speelt is beperkt en op de verschillende niveaus valt er nog veel te halen. Wanneer de RU haar studenten serieus neemt, zal ze een omgeving moeten creeëren waarin zij ook daadwerkelijk kunnen meebeslissen over het beleid. Zo zou de USR een sterkere positie kunnen krijgen door een uitbreiding van het instemmingsrecht, waardoor ook in detail mee kan worden beslist over studentenzaken. De scheve stemverhouding op facultair niveau moet zo snel mogelijk worden gelijkgetrokken in zaken die studenten aangaan. Bovendien is het onbegrijpelijk dat de OLC’s slechts een adviesrol hebben, terwijl zij het dichtst op de student staan en als eerste problemen kunnen aankaarten. Daarom zou er een versterkt adviesrecht moeten komen, om te beginnen op besluiten aangaande de OER. Dit alles begint echter bij het vergroten van een zichtbaar medezeggenschapsapparaat. Meer medezeggenschap begint bij meer studentbetrokkenheid, maar de representativiteit staat serieus onder druk als studenten wegblijven bij verkiezingen. Als de medezeggenschappers aan studenten tonen welk verschil zij kunnen maken, is het ook gerechtvaardigd om meer invloed te eisen bij het bestuur. Illustratie: Mark Vlek de Coningh en Adrianne Tuk Kijk hier voor de andere artikelen uit de mei-ANS

 

Lees meer