Het Laatste Oordeel: Jonas Staal

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers. Post-propaganda. Uit zijn eerste woorden blijkt dat al het werk van Jonas Staal tussen kunst en politiek laveert. ‘Democratie wordt in Japan democratisme genoemd. Zij breken met het Westerse idee dat het een paraplu is voor allerlei ideologieën: het is slechts een van de vele, dogmatische –ismes.’ Foto’s van twee vliegtuigen met bannieren volgen. ‘Wees vrij of anders…’ zweeft suggestief boven een uitzinnige menigte tijdens het Bevrijdingsfestival in Amsterdam enige jaren geleden. ‘Een willekeurige mensenmassa verzamelt zich om volstrekt generieke muziek, die al het gehele jaar op de radio is te horen, aan te horen en zich lam te zuipen. Het is een toonbeeld van overconsumptie en een perfect voorbeeld van kapitalistische propaganda.’ Aan de hand van politiek engagement bespreekt hij zijn oeuvre. Waar kunstenaars zich soms verliezen in oeverloos gezwets, haalt Staal krachtige voorbeelden aan met behulp van academische taal. Dat maakt het college een diepgaande, doch zeer droge kennismaking. Gelukkig prikkelt zijn werk meer dan voldoende. Zijn verhaal is helaas slechts een introductie. Halverwege sluit ethicus Jeroen Linssen zich bij hem aan voor een open ‘gesprek’. De Nijmeegse docent lijkt echter vooral zijn uitgebreide woordenschat te willen etaleren. Heftige gebaren en peinzende blikken richting de zaal doen vermoeden dat het eerder een acteur dan een gesprekspartner betreft. Vaak leidt dat tot een frons en poging tot interessant antwoord van Staal, totdat hij na een belachelijk lange monoloog van Linssen over ‘het doorbreken van interpretatie-monopolies’ toch lacht: ‘Is dat een antwoord vermomd in een vraag?’ Het Laatste Oordeel der Toehoorders Een grijzende schilder (inclusief baret) verzucht: ‘Ik vindt het maar vreemd dat Staal geen ruimte heeft voor vloeiend materiaal als verf.’ Een bejaarde babyboomster roemt juist het feit dat er eindelijk weer een kunstenaar politiek stelling durft te nemen. Voor studenten is het vooral een lange zit dankzij de grijzende, egocentrische filosoof. Sprekers Jonas Staal en Jeroen Linssen Uitstraling academische activist versus zwetsende ethicus Publiek studenten, verdwaalde kunstenaars en andere misplaatste intellectuelen Inhoud kunstig klagen Eindcijfer 6 Foto: Menno van der Meulen

 

Lees meer

Het Laatste Oordeel: Joris van Casteren

Joris van Casteren peilt voorafgaand aan het college zichtbaar nerveus zijn publiek. 'Vorige keer zaten er namelijk alleen maar mensen uit de journalistieke praktijk en begon ik een heel simplistisch verhaal af te steken,' verklaart hij. Ietwat monotoon start hij zijn masterclass met een artikel van zijn hand genaamd De pijn van het waargebeurde. Aan de hand daarvan vertelt hij over het fenomeen New Journalism en de Nederlandstalige evenknie daarvan, literaire journalistiek. Van Casteren quote meermaals Gay Talese, een Amerikaanse schrijver die bedreven is in New Journalism en zeer succesvol is met zijn werk. 'Talese zegt dat hij iedereen nog onder ogen kon komen, maar daar geloof ik niets van. Voor dit werk moet je soms hard en meedogenloos kunnen zijn.' Van de rellen die kunnen onstaan rond de publicatie van een literair journalistiek werk weet Van Casteren genoeg, grapt hij. 'Twee jaar na mijn boek Lelystad werden een aantal ambtenaren ineens boos. In Lelystad lezen mensen kennelijk langzaam. Ze bedreigden de plaatselijke boekhandelaar en riepen zelfs op tot een boekverbranding.' Dit alles liep met een sisser af, maar ook het boek dat op Lelystad volgde, Het zusje van de bruid, bleef niet onbesproken. Van Casteren vertelt dat hij niet meer terug hoefde te komen bij Vrij Nederland, zogenaamd vanwege zijn opvattingen over journalistiek. 'Maar daar werkt tegenwoordig iemand die geanonimiseerd voorkomt in mijn boek. Dat zal wel toeval zijn.' Na de inleiding wordt het tijd voor vragen vanuit de zaal. Zoals vaker bij dit soort lezingen zitten er genoeg oudere toehoorders in de zaal die hun zegje willen doen. Helaas gebruiken velen dit voor een egotrip waar Ivo Niehe u tegen zou zeggen. Ingewikkelde boektitels vliegen over tafel en vragen worden vooral gesteld om het vragen. Van Casteren ontspant echter zichtbaar en begint achterovergeleund met één vinger suiker dat op tafel ligt bij elkaar te vegen terwijl hij de vragen beantwoordt. Ze bieden hem de mogelijkheid om meer te laten zien van zijn opvattingen over het onderwerp en de masterclass blijft interessant. Het is wel jammer dat Van Casteren weinig eigen tekst heeft en zich voornamelijk richt op de intellectuele interesses uit de zaal. De ellenlange inleidingen van de vragen vertragen namelijk enorm. Als zelfs de vrouw die haar vragen amicaal met ‘Joris...’ begint niets meer weet te verzinnen, komt er een natuurlijk einde aan het uur. Het laatste oordeel der toehoorders De mensen in de zaal zijn erg positief over Van Casteren. Toch is er ook kritiek: ‘Het duurde lang voordat ik snapte wat literaire journalistiek nu eigenlijk is,’ zegt één van de weinige studenten in de zaal. Een vrouw is geïnspireerd door de middag: ‘Ik ben al meerdere keren begonnen aan een boek, ik wil het toch echt eens gaan schrijven.’ Tevreden schuifelen de mensen de deur door, De Refter weer in. Spreker Joris van Casteren Uitstraling stoïcijnse rationalist Publiek montere geïnteresseerden en een enkele verdwaalde student Inhoud literaire rellen en de grens tussen journalistiek en fictie Eindcijfer 7 Foto: Menno van der Meulen

 

Lees meer

Het Laatste Oordeel: Kees van Kooten

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers. Wie de inmiddels grijze en in degelijk pak gestoken Kees van Kooten ziet zitten, zou haast vergeten dat deze man een grootse televisiecarrière achter de rug heeft als rasentertainer. Zodra hij achter zijn Telegraaf vandaan komt om het college te beginnen, verandert de keurige man echter in een scherpe verteller met meeslepend enthousiasme. Na een korte anekdote over een stel bejaarde vrouwen die hij dankzij de file onderweg naar Nijmegen tegenkwam, stelt Van Kooten eerst een plechtige verklaring af te willen leggen. ‘Met het oog op het hoogleraarschap van mijn collega Wim de Bie wil ik allereerst verklaren op geen enkele wijze met de data van onderzoek gerommeld te hebben. Ik heb nooit data gemanipuleerd, aangezien ik ook nooit werkelijk onderzoek gedaan heb.’ Vervolgens haalt Van Kooten een oude projector tevoorschijn om zijn ‘onderzoeksresultaten’ in te leiden met allerhande krantenknipsels over dubieus genetisch onderzoek. ‘Het is jarenlang door het Vaticaan en Arie Slob in de doofpot gestopt, maar mensen bezitten allen een zogenaamd reli-gen, een gen dat bepaalt of zij gelovig zijn of niet,’ stelt Van Kooten. ‘Zo zouden we dus Andries Knevel, Thijs van den Brink en de meiden van Halal onder de mri-scan kunnen leggen om te zien of ze echt geloven of dat ze ons al die tijd belazeren.’ Wat volgt is een hilarisch verhaal over dit fictieve onderzoek en de mogelijkheden om mensen die losbandig willen zijn met het reli-gen ongelovig te maken en recidivisten gelovig. Meer krantenknipsels komen voorbij, soms ter plekke nog uit zijn Telegraafgescheurd, met titels als ‘Gezond eten is niet gezond’ en andere koppen die een vreemd verhaal vertellen. Het thema van de avond is ‘gedragssatire als de belangrijkste vorm van maatschappijkritiek’. Meer dan een college is het optreden van Van Kooten een show waarin op onnavolgbare wijze alledaagse gebruiken en berichtgeving in de vorm van verhalen op de hak worden genomen. ‘Het effect van de politieke satire in Nederland is moedeloos makend gering.’ Van het reli-gen gaat het verhaal richting de jaarlijkse discussie over zwarte Piet, dat al dan niet racistisch zou zijn. Van Kooten stelt dat, doordat het taalgebruik in zowel het parlement als de voetbalwereld steeds wolliger wordt, ‘Edgar Davids straks niet langer ‘donker’ of ‘ zwart’ wordt genoemd door Johan Cruijff, maar ‘gebroken wit’.’ Via een aaneenschakeling van zijweggetjes, waarbij Van Kooten zelf ook breed gebarend alle kanten op loopt, gaat het verhaal via Nederlandse vakantierituelen langs de dubbellevens van ‘mensen als minister Leers en frauderend onderzoeker Stapel’ naar een verhaal uit 1911 over de relatie tussen de bank en een klant. Wanneer het college ten einde loopt, wordt de rol van zijn als decor opgestelde boodschappenwagen op wieltjes duidelijk in een goede tip voor wie te veel boeken heeft, maar ze niet weg wil gooien. 'Als het 's avonds donker is, neem ik deze tas vol boeken mee. Dan loop ik door de straten en stop ik, zonder dat iemand me ziet, de boeken een voor een in de brievenbus van een onbekende.' Het laatste oordeel der toehoorders Massale lachsalvo's en enkele kirrende huisvrouwen verraden dat het college goed in de smaak valt. Een groepje studenten vertelt achteraf onder de indruk te zijn van zijn 'maatschappijkritische, herkenbare stukjes' en 'indrukwekkende mimiek'. De toehoorders uit Van Kooten's eigen leeftijdscategorie hebben zich als een grote fanclub om de entertainer geschaard voor een persoonlijk woord van het babyboomers-idool. Een enkele toehoorder heeft klaarblijkelijk de schaamte van zich afgeworpen en ziet zijn kans schoon zelfs uitgebreid in de persoonlijke spullen van Van Kooten te snuffelen. Spreker Kees van Kooten Uitstraling Energieke, intelligente oude man Publiek Grote schare grijzende groupies Inhoud Scherpe, hilarische schets van dagelijkse dingen Eindcijfer 8,5 Foto: Menno van der Meulen

 

Lees meer

Het laatste oordeel: prof. dr. J. Vennix

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Iedere maand verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU.Tekst: Inge Widdershoven en Laurie de ZwartFoto: Kiki Kolman Studie:Bedrijfskunde College: Onderzoeks-en Inteventiemethodologie A, 10 september, 13-45u - 15.30u, LIN2 Docent: prof. dr. J. Vennix Uitstraling: matte maffioso Publiek: Apatische eerstejaars en lamme recidivisten Inhoud:Wijdverbreide wetenschapsgeschiedenis in anderhalf uur Eindcijfer: 5,5 Angstaanjagend koel bekijkt Jac Vennix de binnenstuiterende studenten die bij het zien van zijn stalen gezicht vlug achterin de zaal plaatsnemen. Tegelijkertijd houdt hij nauwlettend de klok in de gaten, zodat stipt om kwart voor twee aan zijn college over de geschiedenis van het wetenschappelijk denken kan worden begonnen. Ijsberend houdt hij op monotone wijze een monoloog over de meest invloedrijke Griekse wetenschappers. Zijn voorliefde voor ’s campus hoogste gebouw wordt niet onder stoelen of banken gestoken. ‘Jullie krijgen allemaal een plastic liniaal. Niet echt, maar denkbeeldig. Je wil het Erasmusgebouw meten, hoe doe je dat?’ ‘Door schaduw’, antwoordt een student. ‘Aha, jij hebt vorig jaar blijkbaar toch opgelet’, merkt de professor verrast op. Wanneer hij na het uitleggen van de formule van Anaximander triomfantelijk de zaal inkijkt, staart een verwarde groep terug. Tijdens zijn betoog gedraagt Vennix zich als een Italiaan, met een hand woest gebarend en de andere achter op zijn heup. Deze temperamentvolle verschijning staat in schril contrast met zijn geestdodende manier van spreken. Een deel van de aanwezigen poogt elk woord letterlijk mee te typen, de rest geeft er al snel de brui aan: wordbestanden worden ingewisseld voor Facebook, filmpjes van US Air Force en racespelletjes. Als Vennix de toegenomen onrust opmerkt, gebiedt hij twee studentes hun laptop dicht te klappen. ‘Eratosthenes’, vervolgt hij zijn monoloog, ‘berekende de omvang van de aarde met een stok. Als jullie zelfs het Erasmusgebouwtrucje niet begrijpen, gaat dit jullie nooit lukken.’ Door het geroezemoes van de studenten heen vertelt Vennix op matte toon over zijn Griekse helden. Om de bewegingsleer van Aristoteles uit te leggen, vraagt hij wie ooit van de hoge duikplank heeft gedoken. Aarzelend steken een stuk of twintig studenten hun hand op. ‘De dichtheid van water is dus groter.’ De docent acht deze minimalistische uitleg voldoende en gaat verder met zijn verhaal. Vennix faalt opzichtig in zijn pogingen tot interactie en in plaats van te verduidelijken, zorgt hij slechts voor verwarring. De reconstructie van Tycho Brahes’ huis en vele andere irrelevante zaken maken de rode draad van het college onvindbaar. Aangekomen bij de astronoom Ptolemaeus probeert Vennix de retrogade baan van Mars aan de hand van een kermisattractie, de spin, te illustreren. ‘Of bestaat die niet meer?’, vraagt hij wanneer de eerstejaars stoïcijns voor zich uit blijven staren. Een reactie blijft opnieuw uit. ‘De rups dan?’, probeert hij. Na wat instemmend gemompel vanuit de collegebanken kan de managementwetenschapper doorgaan met de uitleg van het geocentrisch model. Als Vennix besluit Semmelweis’ wetenschappelijke methodes te introduceren, verliest hij het laatste beetje aandacht. Tien minuten voor tijd beëindigt hij het college abrupt, waar het klapvee dankbaar voor applaudisseert. Het Laatste Oordeel der Studenten ‘Gelukkig is hij zelf wel enthousiast.’ Vennix’ passie om zijn vakkennis te delen, wordt niet begrepen door de bedrijfskundigen, die zich geenszins kunnen vinden in dit natuurwetenschappelijk geraaskal. ‘Ik zie echt niet in wat het verband is met mijn studie.’ Het gegeven college is degelijk en hoewel de docent bij vlagen bevlogen vertelt, is hij ondanks zijn verwoede pogingen niet in staat de interesse van de eerstejaars te wekken. ‘Hij mag zelf rustig met het onderwerp bezig zijn, zolang hij er anderen maar niet mee lastig valt’, aldus een van zijn toehoorders.

 

Lees meer

Het Laatste Oordeel: prof. dr. P.L.H. Scheepers

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Iedere maand verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU.Studies: Communicatiewetenschappen, Culturele Antropologie en Sociologie College: Methoden van onderzoek A 26 november, 13.45u – 15.30u, Sp. 2 Docent: Prof. dr. P.L.H. Scheepers Uitstraling: Degelijke dominee Publiek: Fluisterende vliegtuigvouwers Inhoud: Empirisch onder de maat Eindcijfer: 4 Scheepers test zijn microfoon. ‘Ben ik verstaanbaar achterin?’ ‘Als iedereen zijn bek dicht houdt wel’, antwoordt een van de jongens op de achterste rij. De eerstejaars sociale wetenschappers zijn bij aanvang bijzonder goed gemutst. Het is maandagmiddag en er wordt uitgebreid teruggeblikt op het weekend. Ondanks het rumoer in de zaal begint Scheepers aarzelend aan zijn monoloog. Althans, hij leest de informatie van de sheets voor. De studenten zijn niet geïnteresseerd in Scheepers’ relaas, des te meer in Angry Birds en het online aanbod van H&M. De docent, naar verluidt immer in het plechtig zwart gekleed, roept de drukke menigte nauwelijks tot orde en praat onverschillig verder. Hij wijst naar de dia achter zich. ‘Wie herkent dit model?’ Slechts drie voorzichtig opgestoken vingers wijzen richting de felle tl-buizen van de stampvolle collegezaal. Het schema van de verschillende meetniveaus, nominaal, ordinaal, interval en ratio, verschijnt op de dia. Het begrip ‘interval’ legt Scheepers uit aan de hand van een voorbeeld in de Powerpointpresentatie. ‘Zoals jullie achter mij kunnen zien is het verschil tussen schoenmaat 37 en 38 even groot als tussen maat 38 en 39.’ Voor een studente op de voorste rij volstaat dit onomwonden voorbeeld niet en ze steekt haar hand op: ‘Is dat dan hetzelfde als het verschil tussen het getal 22 en 23?’ Verrast door een schrijntje belangstelling uit het publiek reageert Scheepers vol enthousiasme: ‘Precies, dat is exact hetzelfde!’ Het gros van de pubers krijgt de stupide vraag van hun medestudente niet mee, omdat ze te druk zijn elkaar af te troeven met stoere verhalen over het weekend. Gedurende zijn cursus is Scheepers er wel in geslaagd de observatiemethoden over te brengen. Een alerte student achterin de zaal merkt trots tegen zijn buurman op: ‘Kijk, ik ben de enige in de zaal met een paarse trui.’ Na deze empirische bevinding vouwt hij een Boeing 747 van zijn lege aantekeningenblad. Notities maken is bij dit college immers niet nodig: alles wat Scheepers zegt, is terug te lezen op de geprojecteerde presentatie. Mocht het de sjaarsen toch nog te snel gaan, kunnen ze de reader, waarin alle sheets keurig staan afgedrukt, er op naslaan. Het feit dat hen alles wordt voorgekauwd, verklaart wellicht waarom ze zich als gemakzuchtige scholieren gedragen. Vijf minuten voor het einde van het college kakelt iedereen luidkeels door elkaar. De collegeblokken worden dichtgeklapt en verdwijnen in de tassen. Scheepers leest nog snel de laatste twee dia’s voor, maar zijn woorden gaan op in de kakofonie van de ongeïnteresseerde eerstejaars. Het Laatste Oordeel der Studenten Slechts een enkeling kan zijn aandacht langer dan tien minuten bij de stof houden, voordat ook zijn gedachten afdwalen naar uitgaan, vakanties, sporten, eten, elkaars kleding of een combinatie van al het voorgaande. De sociale wetenschappers in spe vinden het college overwegend ‘saai’, ‘langdradig’, ‘eentonig’ en ‘slaapverwekkend’, maar dat komt wellicht ook omdat ze geen enkele poging doen de stof tot zich te nemen. Hoewel het merendeel van de aanwezigen Scheepers’ passie voor onderzoek erkent, vergt het succesvol overbrengen van kennis klaarblijkelijk meer dan liefde voor het vak alleen. De behoefte aan humor en extra informatie buiten de sheets om is groot. Een suggestie uit de zaal: ‘Gooi er eens een leuke mop in’. Bekijk hier de andere artikelen uit de januari-ANS.
Ingezonden reactie van prof. dr. P.L.H. Scheepers op Het Laatste Oordeel: Het is mooi dat ANS hoor en wederhoor toepast. Het ware nog mooier wanneer de redacteuren hun journalistieke huiswerk zouden doen: niet alleen gemakzuchtig hun eigen indrukken noteren, maar ook de studenten-evaluaties van de cursus raadplegen. Aangezien zij dat verzuimen, geef ik enkele punten uit het zogenaamde teacher report weer: een reactie van de docent op de beoordeling van studenten. Studenten geven hoge scores voor de aansluiting bij andere cursussen, de inhoudelijke samenhang van de cursus, de relevantie van de cursus en beschouwen de leerdoelen, beoordelingscriteria en de cursus als geheel als een belangrijk onderdeel van het programma. Van groot belang is dat zij ook overwegend hoge scores geven voor de werkbijeenkomsten waarin heel uitdrukkelijk de stof, die in de hoorcolleges is besproken, door opdrachten verwerkt dient te worden. Daarom blijkt de gekozen formule, waarin docenten in de hoorcolleges de hoofdlijnen van de stof uiteen zetten, welke hoofdlijnen aansluitend worden verdiept in werkcolleges, goed te werken. Studenten spreken ook voor de organisatie en communicatie hoge beoordelingen uit. Opmerkelijk is dat, omdat dit qua logistieke organisatie een betrekkelijk ingewikkelde cursus is. Voor de docent geven zij ook betrekkelijk hoge score: tussen 7 en 8. Peer Scheepers

 

Lees meer