Het Laatste Oordeel: prof. dr. P.L.H. Scheepers

Studies: Communicatiewetenschappen, Culturele Antropologie en Sociologie

College: Methoden van onderzoek A 26 november, 13.45u – 15.30u, Sp. 2

Docent: Prof. dr. P.L.H. Scheepers

Uitstraling: Degelijke dominee

Publiek: Fluisterende vliegtuigvouwers

Inhoud: Empirisch onder de maat

Eindcijfer: 4

Scheepers test zijn microfoon. ‘Ben ik verstaanbaar achterin?’ ‘Als iedereen zijn bek dicht houdt wel’, antwoordt een van de jongens op de achterste rij. De eerstejaars sociale wetenschappers zijn bij aanvang bijzonder goed gemutst. Het is maandagmiddag en er wordt uitgebreid teruggeblikt op het weekend. Ondanks het rumoer in de zaal begint Scheepers aarzelend aan zijn monoloog. Althans, hij leest de informatie van de sheets voor. De studenten zijn niet geïnteresseerd in Scheepers’ relaas, des te meer in Angry Birds en het online aanbod van H&M. De docent, naar verluidt immer in het plechtig zwart gekleed, roept de drukke menigte nauwelijks tot orde en praat onverschillig verder. Hij wijst naar de dia achter zich. ‘Wie herkent dit model?’ Slechts drie voorzichtig opgestoken vingers wijzen richting de felle tl-buizen van de stampvolle collegezaal. Het schema van de verschillende meetniveaus, nominaal, ordinaal, interval en ratio, verschijnt op de dia. Het begrip ‘interval’ legt Scheepers uit aan de hand van een voorbeeld in de Powerpointpresentatie. ‘Zoals jullie achter mij kunnen zien is het verschil tussen schoenmaat 37 en 38 even groot als tussen maat 38 en 39.’ Voor een studente op de voorste rij volstaat dit onomwonden voorbeeld niet en ze steekt haar hand op: ‘Is dat dan hetzelfde als het verschil tussen het getal 22 en 23?’ Verrast door een schrijntje belangstelling uit het publiek reageert Scheepers vol enthousiasme: ‘Precies, dat is exact hetzelfde!’ Het gros van de pubers krijgt de stupide vraag van hun medestudente niet mee, omdat ze te druk zijn elkaar af te troeven met stoere verhalen over het weekend. Gedurende zijn cursus is Scheepers er wel in geslaagd de observatiemethoden over te brengen. Een alerte student achterin de zaal merkt trots tegen zijn buurman op: ‘Kijk, ik ben de enige in de zaal met een paarse trui.’ Na deze empirische bevinding vouwt hij een Boeing 747 van zijn lege aantekeningenblad. Notities maken is bij dit college immers niet nodig: alles wat Scheepers zegt, is terug te lezen op de geprojecteerde presentatie. Mocht het de sjaarsen toch nog te snel gaan, kunnen ze de reader, waarin alle sheets keurig staan afgedrukt, er op naslaan. Het feit dat hen alles wordt voorgekauwd, verklaart wellicht waarom ze zich als gemakzuchtige scholieren gedragen. Vijf minuten voor het einde van het college kakelt iedereen luidkeels door elkaar. De collegeblokken worden dichtgeklapt en verdwijnen in de tassen. Scheepers leest nog snel de laatste twee dia’s voor, maar zijn woorden gaan op in de kakofonie van de ongeïnteresseerde eerstejaars.

Het Laatste Oordeel der Studenten Slechts een enkeling kan zijn aandacht langer dan tien minuten bij de stof houden, voordat ook zijn gedachten afdwalen naar uitgaan, vakanties, sporten, eten, elkaars kleding of een combinatie van al het voorgaande. De sociale wetenschappers in spe vinden het college overwegend ‘saai’, ‘langdradig’, ‘eentonig’ en ‘slaapverwekkend’, maar dat komt wellicht ook omdat ze geen enkele poging doen de stof tot zich te nemen. Hoewel het merendeel van de aanwezigen Scheepers’ passie voor onderzoek erkent, vergt het succesvol overbrengen van kennis klaarblijkelijk meer dan liefde voor het vak alleen. De behoefte aan humor en extra informatie buiten de sheets om is groot. Een suggestie uit de zaal: ‘Gooi er eens een leuke mop in’.

Bekijk hier de andere artikelen uit de januari-ANS.

Ingezonden reactie van prof. dr. P.L.H. Scheepers op Het Laatste Oordeel:

Het is mooi dat ANS hoor en wederhoor toepast. Het ware nog mooier wanneer de redacteuren hun journalistieke huiswerk zouden doen: niet alleen gemakzuchtig hun eigen indrukken noteren, maar ook de studenten-evaluaties van de cursus raadplegen. Aangezien zij dat verzuimen, geef ik enkele punten uit het zogenaamde teacher report weer: een reactie van de docent op de beoordeling van studenten. Studenten geven hoge scores voor de aansluiting bij andere cursussen, de inhoudelijke samenhang van de cursus, de relevantie van de cursus en beschouwen de leerdoelen, beoordelingscriteria en de cursus als geheel als een belangrijk onderdeel van het programma. Van groot belang is dat zij ook overwegend hoge scores geven voor de werkbijeenkomsten waarin heel uitdrukkelijk de stof, die in de hoorcolleges is besproken, door opdrachten verwerkt dient te worden. Daarom blijkt de gekozen formule, waarin docenten in de hoorcolleges de hoofdlijnen van de stof uiteen zetten, welke hoofdlijnen aansluitend worden verdiept in werkcolleges, goed te werken. Studenten spreken ook voor de organisatie en communicatie hoge beoordelingen uit. Opmerkelijk is dat, omdat dit qua logistieke organisatie een betrekkelijk ingewikkelde cursus is. Voor de docent geven zij ook betrekkelijk hoge score: tussen 7 en 8.

Peer Scheepers