Tips voor leenstelsel Bussemaker

Een langere aflossingstermijn, een vastgezette rente en een goede voorlichting, dat zijn suggesties van verschillende experts als het gaat om het leenstelsel dat minister Bussemaker wil invoeren. In een hoorzitting werden vanochtend verschillende experts ondervraagd over het leenstelsel. Bas Jacobs, econoom aan de Erasmus School of Economics zei dat het afbetalingstermijn omhoog moet, zelfs naar de pensioenleeftijd. Dit omdat je meer verdient naarmate je ouder wordt. Gerrit de Jager, hoger onderwijsconsultant, vindt dat de termijn naar 25 jaar moet, toevallig ook de eis van sleutelpartij D66. In het huidige voorstel staat die afbetalingstermijn op 15 jaar. Er waren meer echter meer suggesties, want volgens Peter van den Bosch, directeur van Bureau Krediet Registratie, moet er een vaststaande rente op de lening komen. Een variërende rente zorgt namelijk voor een hogere lening. Het Nibud wijst bovendien op de voorlichting, als je achttien jaar bent betekent dit dat je volgens het Nibud nog niet financieel zelfredzaam bent. Waar de suggestie was om het hele plan van tafel te vegen, is voor ons overigens een raadsel.

 

Lees meer

Uit de oude doos: Haastige spoed...

Iedere maand rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: ‘Haastige Spoed... ’.

Gisteren bleek dat de Tweede Kamer niet erg enthousiast is over het experiment van onderwijsminister Jet Bussemaker om het bsa ook in het tweede en derde bachelorjaar in te voeren. In het oktobernummer van 2013 ging het openingsartikel over de invoering van het bsa-experiment voor tweedejaars studenten op de universiteit van Leiden. Hoe zat het ook al weer en wat voor implicaties zal een bindend studieadvies voor ouderejaars studenten hebben?

De Universiteit Leiden heeft een bindend studieadvies (BSA) in het tweede jaar ingevoerd. Studenten kunnen nu na het behalen van de propedeuse alsnog van hun studie worden gestuurd. Wordt deze maatregel een duwtje of een steek in de rug van de student?


Tekst:
Gijs Hablous en Lisanne Meinen
Illustratie:
Rens van Vliet

Wie dit jaar een studie is begonnen aan de Universiteit Leiden moet zich een jaar langer bewijzen dan studenten elders in Nederland. Sinds het begin van dit collegejaar experimenteert de onderwijsinstelling met een bindend studieadvies in het tweede studiejaar. ‘Het is in het belang van de student om sneller af te studeren’, stelt Caroline van Overbeeke, woordvoerder van de universiteit. ‘De maatregel houdt studenten in een actieve houding en voorkomt financiële moeilijkheden.’ Behalve de Universiteit Leiden maken ook het University College Amsterdam en de Gerrit Rietveld Academie gebruik van de mogelijkheid tot experimenteren die onderwijsminister Jet Bussemaker biedt. Nieuwe voltijdstudenten dienen in hun eerste jaar 45 studiepunten (EC) te behalen. Binnen twee jaar moeten de propedeuse en een totaal van 90 EC binnen zijn. De nieuwe regeling zal ongetwijfeld haar doel bereiken en voor een hoger rendement zorgen, maar moet dat wel het uiteindelijke doel zijn? Is het aan een universiteit om voor haar studenten te bepalen hoe zij hun studie inrichten?

Verschoolsing of ontplooiing
Een ideale universitaire student zou kritisch, zelfstandig, verantwoordelijk, breed geïnteresseerd en intrinsiek gemotiveerd moeten zijn. Een universiteit zou de ontwikkeling van deze eigenschappen moeten faciliteren. Met haar experiment lijkt Bussemaker deze zelfstandigheid en verantwoordelijkheid echter niet serieus te nemen. Van de huidige student kan worden verwacht dat deze goed in staat is voor zichzelf te beslissen wat van belang is: studietempo of studieresultaten, financiën of extra activiteiten. De ingevoerde maatregelen lijken voor een verschoolsing te zorgen die studenten als op een lopende band door hun studie voert. Volgens Van Overbeeke is hier geen sprake van. ‘Het doel is niet om studenten met dikke brillen en hun neus in de boeken door hun studententijd heen te jagen.’ De woord- voerder meent dat er genoeg tijd is om naast het behalen van de vereiste studiepunten een nevenfunctie te onderne- men, ervan uitgaande dat in het eerste jaar de propedeuse is behaald. De wisselwerking tussen studie en een bestuursfunctie is lastig. Vaak is er sprake van overlappende roosters met verplichte colleges en belangrijke vergaderingen. Mohammed Mohandis, PvdA-kamerlid en tijdens zijn studententijd fervent bestuurder, benadrukt het belang van extracurriculaire activiteiten voor een betere positie op de arbeidsmarkt. Onderzoek van de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) bevestigt dit: ‘Sollicitanten met dergelijke ervaring zijn zelfbewuster over hun capaciteiten. Op deze manier kan de werkgever een duidelijk beeld van de sollicitant vormen.’ Studentbestuurders die bang zijn in tijdsnood te komen door de ingevoerde maatregelen kunnen worden vrijgesteld van deelname aan het experiment. Het is echter onduidelijk voor welke activiteiten dit mogelijk is en wat de minimale tijdsinvestering moet zijn om in aanmerking te komen voor een dergelijke vrijstelling. Door deze onduidelijkheden kan de regel erg breed worden geïnterpreteerd. Volgens student Bestuurskunde Marc Hogenhuis, tevens lid van de Universiteitsraad van Leiden, is deze uitzonderingsregeling mede het gevolg van felle discussies in de raad. Hij zegt toe te zullen zien op correcte implementatie van het plan. Mohandis benadrukt dat het hier gaat om een experiment: ‘We moeten zorgen dat het geen glijdende schaal wordt, er moet een eindpunt zijn. Daarnaast wil ik een goede en objectieve evaluatie van het hele project zien, voordat al dan niet wordt besloten tot algehele invoering.’

Unieke studies
Wanneer studenten na twee jaar een negatief studieadvies ontvangen, hebben zij het recht een vergelijkbare studie aan een andere onderwijsinstelling te starten. Dat is echter niet mogelijk wanneer zij een studie doen die aan geen enkele universiteit op dezelfde manier wordt aangeboden. Mohandis diende onlangs een motie in waarmee deze zogenaamde unica worden uitgesloten van deelname en de betreffende studenten worden beschermd tegen het experiment. Na een bezoekje aan de website van de Leidse universiteit blijkt echter dat niet alle unieke studies zijn uitgesloten, Islamstudies is volgens de site bijvoorbeeld ‘uniek in Nederland en West-Europa: nergens anders is het mogelijk om alle stromingen van de islam binnen één universitaire opleiding te bestuderen.’ Zo worden meer studies trots aangeprezen, bovendien hebben ze unieke registratienummers in het officiële register van opleidingen (CROHO). Volgens Van Overbeeke bestaan er voor studenten die niet aan de BSA-eis voldoen wel degelijk alternatieven en voldoet Leiden daarom aan de voorwaarden die Bussemaker stelt. ‘Als dit toch niet het geval is, respecteert de instelling de Tweede Kamer niet’, aldus Mohandis.

Onze toekomst
De Nijmeegse student hoeft voorlopig niet te vrezen voor de regeling. Hier geldt pas sinds september 2011 een BSA in het eerste jaar van de bachelor. Dat is voor de RU genoeg reden om voorlopig de resultaten nog even af te wachten. ‘De Radboud Universiteit heeft geen concrete plannen om het BSA in te voeren in het tweede en derde studiejaar’, zegt Martijn Gerritsen, woordvoerder van de RU. ‘We vinden het wel een interessant experiment en volgen de ontwikkelingen bij andere universiteiten.’

Een pure rendementsmaatregel als deze past niet in het beeld van de ideale universiteit. Als financiële en politieke drijfveren wegvallen, verdwijnen tevens de belangrijkste redenen voor de proef; idealistische argumenten zijn er nauwelijks. Voor de Leidse proefkonijnen is het misschien te laat, maar laten we voor de rest van de studenten hopen dat het bij een experiment blijft.

 

Lees meer

Universiteiten pleiten voor verdere verschoolsing

Gisteren kwam de vereniging van universiteiten (VSNU) met hun visie op universitair onderwijs voor de komende 10 jaar. Als het aan de VSNU ligt is over 10 jaar het contact tussen studenten en docenten kleinschaliger en intensiever. Ondanks ontevredenheid onder studenten lijkt de verschoolsing op de universiteit zich dus voort te zullen zetten. De VSNU wordt gevormd door de 14 Nederlandse universiteiten en behartigt de belangen van de universiteiten naar buiten. Hoewel universiteiten door willen blijven gaan met de flexibilisering van het onderwijs door middel van 'webcolleges, MOOC’s, flipped classroom en blended learning', zullen ze zich volgens de visieextra inzetten voor het creëren van 'een hoog ontwikkelde saamhorigheid van de universiteitsgemeenschap'. Daarnaast zal de groei van het aantal studenten niet langer meer een ambitie zijn en zal er geprobeerd worden meer docenten per student te hebben. Deze vooruitzichten lijken aan te sluiten bij de ergernis van minister van Onderwijs Jet Bussemaker dat  'iedereen alleen maar hogerop wil’. Karl Ditrich, de voorzitter van de VSNU, sloot zich eerder al bij deze uitspraak aan. Volgens Martijn Gerritsen, woordvoerder van de Radboud Universiteit, hoeft deze intensivering van het onderwijs niet per se verschoolsing te betekenen. Uit de visie van de VSNU hoeven we volgens hem dan ook niet direct te concluderen dat er nog meer verplichte contacturen komen. Hij benadrukt daarnaast dat volgens hem veel studenten juist wel meer contact met hun docenten willen. Tussen neus en lippen door lijkt de visie van het VSNU dit wel te suggereren en Gerritsen geeft wel aan dat de RU achter de visie staat. De tijd zal het leren.

 

Lees meer

Vierduizend extra docenten in hoger onderwijs

Vandaag presenteerde minister van Onderwijs Jet Bussemaker de Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs. Hierin staat dat de besparingen die gemaakt worden met de invoering van het leenstelsel vierduizend extra docentenbanen op universiteiten en hogescholen mogelijk moeten maken.

De hoofdlijnen van de Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs lekten twee weken geleden al uit. Kern van de Agenda is het investeren in de kwaliteit van het hoger onderwijs. Vooral de toename van het aantal studenten de afgelopen jaren zou voor een vermindering van de kwaliteit hebben gezorgd. Van de 1 miljard die volgens de onderwijsminister vrij zou komen door het vervangen van de studiebeurzen door leningen, zal daarom 620 miljoen gebruikt worden om vierduizend banen in het hoger onderwijs mogelijk te maken.

De nieuwe banen voor docenten zullen dus betaald worden door bezuinigingen op de student. Het blijft echter sterk de vraag hoe haalbaar deze investering in de kwaliteit van het hoger onderwijs zal zijn. De vereniging van universiteiten (VSNU) is bijvoorbeeld sceptisch over de schatting van 1 miljard die Bussemaker maakte.

 

Lees meer

Vroege inschrijving omzeilt leenstelsel niet

Volgens meerdere nieuwsberichten kun je als masterstudent alsnog onder het leenstelsel uitkomen. Door je voor 1 september in te schrijven voor een master, zou je de wet van Jet kunnen omzeilen. Job Slok, woordvoerder van minister van Onderwijs Jet Bussemaker, ontkracht deze aanname. Slok zegt dat masterstudenten zich best eerder dan 1 september - de officiële start van het academisch jaar - kunnen inschrijven, maar dat je daarbij ook vóór september al colleges moet volgen, anders gaat de vlieger niet op. Kort gezegd: schrijf je je bijvoorbeeld in augustus in, dan moeten je vakken ook in augustus beginnen. 'Het gaat om de reguliere onderwijsprogramma's en die beginnen pas op 1 september. Een aantal universiteiten had dat verkeerd begrepen en die worden nu gebeld', zegt hij in Mare. Hoe de situatie in Nijmegen is, is onduidelijk. Ger Boonen, directeur van Dienst Studentenzaken, merkt op dat er naast de reguliere onderwijsprogramma's waar Slok naar verwijst, genoeg opleidingen zijn waar geen officiële instroommomenten gelden. In dat geval beslist de examencommissie per afzonderlijk geval of een student eerder dan gebruikelijk kan instromen. Boonen zegt dat het ministerie in een brief heeft aangegeven dat de RU de bestaande regels voor instroming vooral niet moet aanpassen. Wel zegt hij de directieve, sturende opmerkingen van Slok namens het ministerie - de inschrijving moet gelijk liggen aan de start van de colleges - verrassend te vinden, aangezien de RU hierover nog niet is ingelicht. In welke mate het ministerie bovenop de regels van de RU zal duiken, moet dus nog blijken.

 

Lees meer

VSNU twijfelt aan de 1 miljard van Bussemaker

De vereniging van universiteiten (VSNU) twijfelt openlijk aan de bewering van onderwijsminister Jet Bussemaker dat er 1 miljard euro vrij zou komen door het studievoorschot. Jet Bussemaker verwacht dat de vervanging van de basisbeurs door het studievoorschot 1 miljard euro zal opleveren. Dit geld zou de overheid vervolgens direct in de kwaliteit van het onderwijs investeren. De VSNU rekende dit na en kwam op het beduidend lagere bedrag van 236 miljoen euro uit. Volgens de universiteiten zouden de geraamde opbrengsten van het studievoorschot neerkomen op 920 miljoen euro. Een deel hiervan zal volgens hen worden besteed aan onder andere de verhoging van de aanvullende beurs, waarna 620 miljoen euro overblijft. Van dit geld zou slechts 236 miljoen euro naar de universiteiten gaan. Daarnaast stelt de VSNU dat het hoger onderwijs pas wat gaat merken van de middelen vanaf 2018 en dat de beloofde 20 procent extra investeringen niet zullen worden gehaald.  

 

Lees meer