Esther te Lindert - De kakkerlak in de badkuip

Biografie Esther te Lindert studeerde Spaanse Taal en Cultuur en is vertaler. Sinds 2008 volgt ze de opleiding aan de Schrijversvakschool in Amsterdam, waar ze als hoofdvak voor proza heeft gekozen. Ze heeft een lichte afkeer van kruisspinnen die in haar gordijnen kruipen. Haar voorkeur gaat uit naar kip tandoori met chapati.
De kakkerlak in de badkuip ‘Goedemorgen,’ zei ik tegen de kakkerlak in de badkuip. Met een been wiebelde ik boven het afvoerputje. Ik gebaarde naar de deur. ‘Zou je het heel erg vinden om buiten te wachten?’ De kakkerlak bewoog zich niet. ‘Ik wil graag douchen. Alléén,’ verduidelijkte ik. Hij spreidde zijn roodbruine vleugels en zijn voelsprieten trilden, maar hij maakte geen aanstalten op te schuiven. Uit zijn kaken kwam een snerpend geluid waaruit ik concludeerde dat hij bleef zitten waar hij zat. ‘Oké,’ zei ik, ‘ga jij dan maar eerst.’ Ik had geen zin in discussies op de vroege ochtend. Ik sloeg een badhanddoek om me heen en liep terug naar de slaapkamer. Op de rand van het bed bladerde ik door de Lonely Planet van Vietnam, en bedacht waar, en vooral wát, ik zou ontbijten. Stokbrood met gebakken ei en vruchtensap, of rundvlees noodlesoep. Mijn maag rammelde. ‘Schiet je op!’ riep ik naar de deur. ‘Ik heb honger.’ De kakkerlak had natuurlijk mijn shampoo gepikt en was nu al het vuil, dat aan hem was blijven plakken tijdens zijn odyssee door rioleringen en smerige afvoerputjes, met mijn tandenborstel van zijn vleugels aan het schrobben. Ik wachtte, hongerig en ongeduldig. De zon scheen fel de kamer in. Buiten raasden brommers door de nauwe straten, maar in de badkamer was het stil. Waarschijnlijk was de kakkerlak zich aan het afdrogen. Over een paar minuten zou hij, schoon en geurend naar mijn parfum, de kamer binnenwandelen en mij de douche laten, maar daar kon ik niet op wachten. Voorzichtig opende ik de deur. Op mijn tenen liep ik naar de badkuip en keek over het randje. Schoner was de kakkerlak er niet op geworden. Wel vrolijker. Op zijn vleugels draaide hij rondjes, zijn pootjes spartelden in de lucht. Ik had sterk het vermoeden dat hij mij uitlachte. ‘Wegwezen!’ riep ik. ‘En heel snel!’ Kordaat stapte ik de badkuip in. Hij draaide zich om en kroop naar het afvoerputje (het moet gezegd, hij kende zijn plaats) en ik stond aan de andere kant, dicht bij de deur in geval van onvoorziene bewegingen zijnerzijds. Ik wierp de handdoek van mij af en draaide de douchekraan open. De kakkerlak verlekkerde zich aan mijn lichaam en vrat mij op met zijn hongerige ogen. ‘Kijk de andere kant op, viespeuk.’ Draaiend met zijn voelsprieten en de sexy bewegingen makend met zijn vleugels kwam hij mijn kant op. Dat ontbrak er nog maar aan, een geile kakkerlak. ‘Terug!’ gilde ik. De kakkerlak werd nog hitsiger en kwam nu rap naderbij. Ik bood tegenstand en besproeide hem met koud water. Hij kromp ineen en klampte zich vast aan de rand, wat niet geheel lukte, want door het opspattende water gleed hij steeds terug naar het midden van de kuip. Haren wassen sloeg ik vandaag over. Als de bliksem stapte ik op de tegels en droogde me af. De kakkerlak had zich verplaatst naar de wc-bril en keek over het randje mee, wat ik, om escalatie te voorkomen, gedoogde. Van een meter afstand wierp ik hem een zakdoekje toe om zich mee af te drogen, maar hij wendde zich af en trok zich, schijnbaar gepikeerd door mijn eerdere afwijzing, terug in de wc-pot. ‘Dan niet,’ zei ik. Razendsnel klapte ik het deksel dicht, twee pootjes staken er onderuit. ‘En je hebt nog geluk dat ik je vleugels niet breek. Griezel!’ Ik wierp de handdoek over het toilet en liep de badkamer uit. Vers mangosap, daar had ik zin in.

 

Lees meer

Jordi Lammers nieuwe Campusdichter

In Het Cultuurcafé werd gisteravond als aftrap van de Radboud Happiness Week de nieuwe Campusdichter bekend gemaakt. De Campusdichter verzorgt een jaar lang literair commentaar op gebeurtenissen op de universiteit. Student Nederlandse Taal en Cultuur Jordi Lammers wist de jury te overtuigen van zijn poëtische kwaliteiten en volgt daarmee Loren Brouwers op. De andere twee genomineerden, Arjan Cuppen en Frank Kruijsbeek, moesten tot hun spijt zonder titel naar huis gaan. Cultuur op de Campus verzorgde de verkiezing in samenwerking met Op Ruwe Planken. Het publiek was de hele avond enthousiast, al was de opkomst met een kleine 50 man wat mager.  Met een stevig applaus lieten de gasten telkens weer hun waardering blijken voor zowel de dichters als voor Marit Trienekens, die als oud-deelnemer van De Beste Singer-Songwriter het geheel een muzikale rand gaf. De eerste spreker was bekende dichteres Ellen Deckwitz, die levendig en met humor uit eigen werk citeerde. Vervolgens was het aan de eerste deelnemer aan de verkiezing, Cuppen, om zijn kunsten te laten zien. Hoewel hij vaak de bruggetjes tussen zijn gedichten vergat, vertelde hij  mooi over de liefde en zijn favoriete verhalen. Kruijsbeek  sprak over zijn oude ziel en het doorbrengen van tijd in de trein. Lammers prikkelde het publiek met studieverhalen vol bizarre beeldspraak. Tijdens het beraad van de jury kregen de dichters nog een aantal tips van de hoofdredacteur van Op Ruwe Planken. Het belangrijkste advies luidde dat alle drie de mannen sowieso moesten blijven schrijven. Het uiteindelijke oordeel kwam voor de meeste aanwezigen niet als een verassing. Zelfs de twee verliezers vertelden dat ze vertrouwen hadden in Lammmers als nieuwe Campusdichter. Cuppen: 'Het is jammer dat ik niet heb gewonnen, maar de beslissing is volkomen terecht.' Zowel Cuppen als Kruijsbeek gaven toe dat het hen nog ontbreekt aan veel ervaring. Kruijsbeek:  'Ik schrijf pas gedichten sinds januari en na Jordi's werk te hebben gelezen, kan ik niets anders zeggen dan dat zijn overwinning volkomen gerechtvaardigd is.'

 

Lees meer

Literatuurtip april

Uit de allesomvangende brei van literaire werken een exemplaar kiezen voor in je boekenkast, is geen kattenpis. Daarom plaatsen ANS en het literair tijdschrift Op Ruwe Planken dit jaar maandelijks aanraders voor leesvoer online. Aline Arts (20), student Algemene Cultuurwetenschappen en redacteur van Op Ruwe Planken, schrijft de literatuurtip van deze maand. Een schitterend gebrek (2003) – Arthur Japin Die leeslijst op de middelbare school was voor de gemiddelde scholier niet echt een pretje. Ook ik zag er niet echt naar uit om al die stoffige literatuur van schrijvers waar ik nog nooit van gehoord had – en anders nooit meer van wilde horen – in te moeten duiken. Gelukkig koos ik volkomen willekeurig dit boek voor mijn boekbespreking in de vijfde klas. Happy me. Een erg goed uitgewerkte roman met een vleugje historie, een snufje noodlottige liefde, af en toe wat filosofie en meer diepgang dan ik op het moment dat ik het las eigenlijk doorhad. Het boek doet je de fabels over Casanova van een andere kant leren kennen en ontdekken hoe het leven er onder de sluier van de oppervlakte uitziet. Hart van inkt (2005) – Cornelia Funke Soms moet je ook een jeugdroman weten te waarderen. Dat doe ik voor de volle 200 procent, in dit geval. Dit boek opent de wereld van de boeken voor je. Letterlijk. In dit eerste deel van een trilogie maak je kennis met Meggie en haar vader Mo, een boekbinder. Door hardop voor te lezen kan hij mensen een boek in- en uitlezen, zoals is gebeurd met Meggies moeder: zij zit vast in het boek Hart van inkt. De zoektocht naar hun moeder en vrouw leidt Meggie en Mo naar verrassende, droomachtige oorden in alle drie de delen. Laat je gaan en verdwijn in dit boek, word deel van de verhaalwereld, houd van de personages en geloof heel even dat onze wereld niet de enige is. En ga daarna vrolijk verder met de even dikke vervolgen Web van inkt en Nacht van inkt. Tip: negeer de verfilming ten alle tijde. Of lees het boek niet. De verwondering (1962) – Hugo Claus Claus moet je leren waarderen. Mijn versie van dit boek hangt na vijf intensieve collegeweken Tekstanalyse een beetje uit zijn voegen, de gedrukte letters zijn soms verfraaid - of verneukt - door pijlen, strepen en opmerkingen. Ik schrok ontzettend toen ik begon aan de eerste paar hoofdstukken: er is geen touw aan vast te knopen. Het verhaal gaat over de leraar De Rijckel, die in een psychiatrisch ziekenhuis zijn levensverhaal neerschrijft. Hierdoor krijgt het verhaal een onbetrouwbare verteller: er wordt een enorme rol bij de lezer neergelegd voor interpretatie, verwijzingen en begrip. Een uitdaging om te lezen, maar zeker de moeite waard.

 

Lees meer

Literatuurtip februari

Uit de allesomvangende brei van literaire werken een exemplaar kiezen voor in je boekenkast, is geen kattenpis. Daarom plaatsen ANS en het literair tijdschrift Op Ruwe Planken dit jaar maandelijks aanraders voor leesvoer online. Alan Moss (24), promovendus Nederlands en redacteur van Op Ruwe Planken, schrijft de literatuurtip voor februari. J.D. Salinger - Nine Stories (1953) Salinger is natuurlijk vooral bekend om The Catcher in the Rye (1951), de roman over de rebelse tiener Holden Caulfield, die de wereld beschouwt in termen van oprecht en phony. Twee jaar later schreef Salinger Nine Stories, een verhalenbundel waarin hij een gedetailleerd, alledaags decor schetst met afwijkende en daarmee fascinerende hoofdpersonen. Zo gaat het in Teddy om een wonderkind met voorspellende gaven en in De Daumier-Smith's Blue Period om een jonge kunstenaar die een hechte vriendschap met Picasso veinst. Met name A Perfect Day for Bananafish is een aanrader. David Mitchell - Cloud Atlas (2004) In David Mitchells Cloud Atlas gaat het om zes levens met zes verhaallijnen en zes schrijfstijlen die voorzichtig met elkaar verweven zijn. Zo lezen we een negentiende-eeuws reisverslag naar Nieuw-Zeeland; de brieven van een ambitieuze jonge musicus die werkt voor een cynische componist; een detective over een journaliste en een kerncentrale waar het niet helemaal pluis is; en een interview met een ontsnapte kloon in een dystopische toekomst. Ook de film (met Tom Hanks en Hugo Weaving) is de moeite waard. Maartje Wortel e.a. - De Tien (2014) Uit de stal van het literaire tijdschrift Das Magazin verscheen vorig jaar de verhalenbundel De Tien, waarmee de redactie 'een definitieve selectie van de tien beste jonge Nederlandse en Vlaamse schrijvers van dit moment' presenteerde. Een mooie selectie met verhalen van onder andere Joost de Vries, Thomas Heerma van Voss, Philip Huff, Hanna Bervoets en Maartje Wortel. Ieder verhaal (over de re-enactment van veldslagen, liefde in een metalen camper op een weiland, een gehandicapte zoon) is daarnaast passend geïllustreerd.

 

Lees meer

Literatuurtip juni

Uit de allesomvangende brei van literaire werken een exemplaar kiezen voor in je boekenkast, is geen kattenpis. Daarom plaatsen ANS en het literair tijdschrift Op Ruwe Planken dit jaar maandelijks aanraders voor leesvoer online. Emma Kustermans (19), student Nederlands en redacteur van Op Ruwe Planken, schrijft de literatuurtip van deze maand. Griet Op de Beeck - Kom hier dat ik u kus (2014) Dit is een boek bij uitstek om in verzonken te raken. Misschien komt het door de Vlaamse taal, misschien door de mooie wijsheden die in nog mooiere woorden zijn gegoten. Ik denk dat beide factoren hebben bijgedragen aan het ereplaatsje dat dit boek in mijn kast heeft gekregen. De roman is toegankelijk en op het eerste gezicht wat alledaags, maar juist die eenvoud overweldigt. Griet Op de Beeck geeft een eerlijke kijk in drie fases van Mona's leven. Scherp en schaamteloos passeren aangename dialogen, pijnlijke situaties en Mona's persoonlijke afwegingen. Kom hier dat ik u kus is een heel fijn verhaal waarvan sommige uitspraken naar mijn mening best op een tegeltje mogen. Kader Abdolah - Spijkerschrift (2000) Spijkerschrift is een van de boeken die ik las voor de welbekende boekenlijst op de middelbare school. Nadat ik mezelf had geworsteld door soms vreselijk taaie, vervelende literatuur was deze titel een ware opluchting. Het leest als een sprookje, wat wellicht te verklaren is door het (voor mij) onbekende Perzië, dat in een groot deel van de roman als verhaallocatie fungeert. Terwijl Ismaiel de notities van zijn doofstomme vader probeert te ontcijferen, vertelt hij zijn eigen levensverhaal. Dit gaat over de relatie tussen vader en zoon, het willen of moeten bieden van ondersteuning, ingewikkelde verborgenheden en de soms keiharde werkelijkheid. Deze roman geeft een bijzondere ontmoeting van verschillende werelden weer en laat daarmee een onvergetelijke indruk achter. J. Bernlef - Hersenschimmen (1984) Dit is typisch een boek dat niemand niet gelezen mag hebben. Naar mijn idee is het lezen van Hersenschimmen een win-winsituatie, omdat je een van de Nederlandse literatuurklassiekers te pakken hebt en je jezelf er een groot plezier mee doet. Over de inhoud zal ik niets onthullen, want voor het optimale effect moet dit verhaal eigenlijk gelezen worden zonder enige voorkennis of verwachting. Maar geloof me, het is de moeite waard: boeiend tot de laatste bladzijde, uniek in zijn soort en vooral uiterst ontroerend. Ook de tweede keer, ook de derde keer.

 

Lees meer

Literatuurtip oktober

Uit de allesomvangende brei van literaire werken een exemplaar kiezen voor in je boekenkast, is geen kattenpis. Daarom plaatsen ANS en het literair tijdschrift Op Ruwe Planken dit jaar maandelijks aanraders voor leesvoer online. Laurens van de Linde (21), bijt de spits af met een drietal inspirerende boeken. Hij is student Nederlands en hoofdredacteur van Op Ruwe Planken. Schaaknovelle – Stefan Zweig Als er iets is waarvan ik graag zeg dat ik het kan, dan is het schaken. In de hoek van mijn kamer staat zo'n stoffig bord, met houten stukjes en Tric Trac aan de binnenkant. Punt is: ik kan eigenlijk niet schaken. De hoofdpersoon van Schaaknovelle, Dokter B., gelukkig ook niet. In gevangenschap van de nazi's leerde hij via een schaakboekje álle grote partijen uit zijn hoofd, en splitste zijn geest op in twee kleuren (rara welke) om tegen zichzelf te kunnen spelen. Dit alles om maar niet zijn verstand te verliezen (spoiler alert: hij verloor misschien een beetje zijn verstand).Tja. Fantastische, duistere novelle die precies genoeg weet te vertellen. Een heel andere kijk op oorlogsliteratuur. Bint – Ferdinand Bordewijk Ah, als we het over duistere boeken hebben. Bint is hoofd van een school die alleen in de naamgeving nog geen tuchtschool is. Op de school wordt met ijzeren vuist geregeerd, op het sadistische af. Omdat er geen toelatingen meer zijn – ouders die klaagden, de zeurpieten – is er alleen een vierde en vijfde klas over. Een van de klassen is door Bint zelf samengesteld, die alle 'monsters' in één klas wil: de Hel. Als het schoolhoofd terloops voorspelt dat één van zijn leerlingen zelfmoord zal plegen en besluit er niets aan te doen, snap je het gebrek aan aanmeldingen. Fascinerend vind ik de bedoeling van de schrijver: was het nou juist een pleidooi tegen het fascisme of een lofzang? On the road – Jack Kerouac Toen ik een jaar of zeventien was (alleen oude mannen beginnen een verhaal op deze manier), luisterde ik enorm veel naar The Doors. Ik zal niet zeggen dat ik ongevoelig was voor invloeden: toen ik las dat Jim dit boek fantastisch vond, wilde ik het hebben. Een transactie via bol.com verder lag het pakje voor mijn deur, en het was uit voor ik er erg in had. Het verhaal van een jonge schrijver die door het Amerika van de jaren 50 – jazzmuziek en veel drugs – reist, met een vriend die mateloos veel interessanter is dan hijzelf. Als er één verhaal is waarvan je voeten gaan jeuken, je koffer roept en het weer altijd mooi schijnt, is dit het. Goed, ik ga mijn koffer inpakken.

 

Lees meer

Loes van Beuningen - Maandagmiddag, diepe gedachten

Biografie Loes van Beuningen neemt details uit de werkelijkheid, dikt ze aan, vormt ze om, kleurt ze in en schrijft ze neer als fictie op haar blog. Haar teksten zijn onder andere gepubliceerd in Op Ruwe Planken, Paper TAPE en Strapuzy en te horen geweest in TAPE, Boekhandel Ongerijmd en Café Vrijdag te Arnhem.







Maandagmiddag, diepe gedachten Ik zit in een overvolle trein, de stoel naast mij blijft leeg. Vroeger had ik dit stoer gevonden, lekker punk en zo. Tegenwoordig ga ik piekeren.
Puberteit, kom terug!

 

Lees meer

Nasja Covers - monologen uit Keet

Biografie Nasja Covers is schrijver, docent en bij tijd en wijlen tekenaar of liedjesmaker. Ze schreef verschillende theaterstukken, waarvan een overzicht te vinden is op haar website. Nasja’s bijdrage bestaat uit twee monologen die geschrapt zijn uit Keet; een voorstelling over de mannen Jarno-Jef en Dirk, die terugkeren naar hun oude zuipkeet uit de jaren negentig. Keet is aankomende zomer te zien tijdens de Parade Amsterdam en Den Haag en in Theater aan het Spui. Tekst: Nasja Covers Met: Martin Willem van Duijn en Jilles Flinterman.

KEET

MARIEKE Sinas. Cola. Karvan Cevitam in een kan. Bloemkoolroosjes en wortels in een slabak. Nibb-its als een ketting om dropveters. En wij aten ze eraf. Wij aten de nibb-its er zo snel mogelijk af en hielden de dropveter verborgen in de borstzak van onze Cars-tuinbroek. Een van de hengsels los zodat de tuinbroek een deel van de bijna-borst vrijliet. Per ongeluk natuurlijk. Nonchalant. Spice up your life. Je wist maar nooit. Twee mensen, één dropveter. Het leven zou nooit meer hetzelfde zijn. If you got the feeling dance to the ceiling. I will get it down tonight. Ik kende de pasjes goed. Ik oefende thuis in mijn onderbroek voor de spiegel. Mijn heupen deden niks, ik wist niet hoe. Ik had ze niet. Met mijn knieën kon ik doen alsof. Maar de hark in mij kreeg ik niet weggedanst. Claudia voorop. Claudia stond altijd vooraan. Omdat je beter kan dansen met borsten. Dan beweegt er iets mee. Haar plateauzolen haalden haar niet uit evenwicht. Dacht ik. Ik mocht ze niet, ik mocht niet scheefgroeien van mijn moeder. Quit playing games with my heart. Ik stond bij de stokjes. Ik kon met mijn voortanden, als een konijntje een wortel, het stokje in één snelle beweging naar binnen knagen. Niemand zag hoe snel ik dat kon. Mijn onderbroek jeukte. Ik stak mijn hand in mijn tuinbroek en trok tussen mijn billen vandaan. Claudia had haar ogen dicht en Stijn keek gewoon. Gewoon, zoals jongens gewoon kunnen kijken, met twee borsten in hun nek. Stijn had zijn hand op de bil van Claudia en ik was misselijk. Claudia zat met haar neus tegen zijn haar, dat glom en hard was van de gel. Stijn had spikes, Claudia blauwe oogschaduw. Zij wel. Ik mocht geen blauw: make-up moest lijken alsof je het niet op had. De lessen van mijn moeder kwamen steevast jaren te vroeg. Ik hield mijn adem in om borsten te maken. Ik moest met Dirk. DIRK Wij hingen om de tafel. We lieten cd’s met naamstickers door onze handen gaan. We speelden discjockey. Mixten nummers door elkaar met de volumeknop. Ze droegen Nike Air Max. Ik had geen Nike Air Max. Ik had geen Cavello-broek. Stijn wel. Stijn had een bordeauxrode Aussie. Stijn had een cd-wisselaar. Stijn had een grote broer en een stroboscoop. Stijn had met een schaar de air van zijn Nikes doorgeknipt. Quit playing games with my heart. En ik moest met Marieke, want die was aan de beurt. Marieke rook naar jus. Ik had mijn handen op haar ribben. Ze droeg een coltrui onder haar tuinbroek en ik voelde bijna niets. Bij de tafel stond Claudia. Ze trok Stijn naar zich toe. Claudia had een kuif en blauw op haar ogen. Ze had hoge zolen en was bijna een kop groter dan Stijn. Ze stak zo boven zijn spikes uit. Claudia had al beste borsten, als eerste. De hand op de bil van Claudia. Stijn had zijn hand op de bil van Claudia. Alsof hij bij het fietsenhok weer met zijn ene hand zijn winnende hockeygoal uitbeeldde terwijl hij met zijn andere hand op het zadel van zijn gloednieuwe BMX leunde. Zo leunde zijn hand op de bil van Claudia. Alsof hij met zijn ene hand de harde gel in zijn spikes bevoelde terwijl hij met zijn voet bladzijde voor bladzijde uit mijn boek schraapte. Stuk voor stuk scheurden zijn rubberen nike-airmax-zolen mijn pagina’s uit de kaft. Hij leunde rustig, grinnikend met zijn andere hand op het zadel van mijn fiets. Zo leunde hij op de bil van Claudia. Marieke voelde met haar hand in de borstzak van haar tuinbroek. Er hing een hengsel los – kapotte sluiting denk ik. En ze kon er maar moeilijk bij. Ze haalde een dropveter tevoorschijn. Maar ja, drop en jus, ik moest haar niet, ik deed haar niet.

 

Lees meer