College van Spinvis

Vanuit Delftse collegebanken kan er binnenkort geluisterd worden naar Erik de Jong, beter bekend als Spinvis. De muzikant zal zijn toehoorders voor de verandering niet entertainen met kunstzinnige zang, maar met colleges over het zogenaamde organische bouwwerk. De geselecteerde studenten hebben het genoegen om drie maanden van de zanger onderwijs te krijgen en beginnen daar 15 maart 2013 aan. De inspiratiebron voor de colleges die Spinvis voor hen in petto heeft, zijn gebaseerd op Le Palais Idéal, een inspirerend bouwwerk van een postbode die van verzamelde stenen zijn paleis bouwde. Spinvis is niet de eerste -door ANS geïnterviewde- aangestelde Cultural Professor. Onder andere Youp van 't Hek ging hem daarin al voor.

 

Lees meer

Het Laatste Oordeel: College Spinvis

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers. Tekst: Daan van Acht en Annemarie Verschragen Foto’s: Elise Talsma Spreker: Spinvis (Erik de Jong) Uitstraling: Authentieke artistiekeling Inhoud: Wirwar van indrukken Eindcijfer: 7,5 LOSpinvis‘Bij mij gaat het nooit ergens over, daarom ga ik vandaag praten over dingen die onderling niks met elkaar te maken hebben. Doe alsof we op een feest zijn en bemoei je er vooral mee.’ Sommige studenten in de zaal hebben hier bij voorbaat al rekening mee gehouden en nestelen zich met een glas rode wijn in de collegebanken. Spinvis aarzelt om te beginnen met spreken en kiest daarom voor zijn veilige gitaar. Zijn onwennigheid blijkt onnodig, aangezien het publiek al snel gecharmeerd is van Spinvis’ inspirerende manier van vertellen. Spinvis kiest ervoor om zijn college over de zeggingskracht van muziek te onderbouwen met verschillende uiteenlopende fragmenten. Uit zijn toelichtingen blijkt dat hij niet onderdoet voor een hoogleraar. Hij zegt het mooi te vinden met zijn songteksten beelden in de hoofden van luisteraars te toveren. Door middel van een snelcursus taalfilosofie, probeert hij uit te leggen dat taal voor iedereen een andere werkelijkheid schept. ‘Mensen proberen overal verbanden tussen te leggen, van drie losse woorden kunnen onze hersenen een verhaal vormen.’ Dat de zaal zelf verbanden moet leggen, wordt direct duidelijk: ‘Ik had een mooi bruggetje bedacht naar het volgende onderwerp, maar dat ben ik vergeten, dus ga ik maar gewoon door.’ Kort daarna wordt de zaal geconfronteerd met Amerikaanse punk- en rockster GG Allin, die graag naakt optrad en op het podium poepte. Spinvis contrasteert deze performance met die van huidige dj’s. ‘Wat ik hiermee wil zeggen? Niet zo veel eigenlijk.’ Na enig wikken en wegen komt er toch een boodschap naar voren: ‘Als je twee keer dezelfde grap maakt, ben je een hoer. Je voert een act op zoals de dj’s doen, in plaats van oprecht te zijn zoals Allin.’ Spinvis laat hiermee zien dat hij een verhaal wil vertellen en geen act wil opvoeren. Deze oprechtheid blijkt ook uit zijn laatste opgeluchte zin: ‘Gelukkig, ik heb de tijd vol gekregen.’ Het Laatste Oordeel der Studenten Spinvis ontpopt zich tot de ultieme publieksfavoriet. Zijn kennis, humor en soms oprechte klungeligheid vallen in de smaak bij jong en oud. De zaal geeft gretig gehoor aan Spinvis’ verzoek om vooral vragen te stellen en te discussiëren over de filmpjes. Fans heeft Spinvis duidelijk voldoende. Een jongen laat zelfs zijn voicemail inspreken door de tengere muzikant, waarna hij trots naar zijn vrienden zijn tong uitsteekt en duim omhooghoudt.

 

Lees meer

Spinvis: 'De mens heeft niet genoeg aan zichzelf'

Zijn concerten verkopen steevast uit en het nieuwe album wordt met groot enthousiasme ontvangen. Na meerdere theatertours en jaren van samenwerking met diverse artiesten is Spinvis terug met een plaat vol persoonlijke teksten. 'Je kunt wel alles wegstileren, maar dan zeg je eigenlijk niets meer.' Tekst: Sofie Mulders en Adrianne Tuk Foto's: Ewoud Rooks ‘Als je twintig bent, probeer je te klinken als je helden. Als je wat ouder bent, kun je alleen maar klinken als jezelf.’ Dat was wat Erik ‘Spinvis’ de Jong, toen 41 jaar, tien jaar geleden zei toen ANS hem sprak naar aanleiding van zijn debuutalbum. Nu is Spinvis terug met een nieuwe plaat, tot ziens, Justine Keller. De afgelopen maanden toerde hij met zijn band door Nederland en België om zijn album te promoten dat louter positief wordt ontvangen in de media. De Jong lijkt zijn geluk niet op te kunnen: ‘Het is fantastisch, feest, geweldig, maar ik ben me er wel van bewust dat het niet altijd zo goed zal blijven gaan.’ Het blijkt dat er in tien jaar tijd weinig is veranderd aan de totstandkoming van zijn cd’s. Terwijl zijn band op de achtergrond soundcheckt, vertelt De Jong over zijn nog altijd opmerkelijke werkwijze, zijn nieuwe album en de ontwikkelingen sinds het uitkomen van zijn debuut. Tien jaar terug kwam uw titelloze debuutalbum uit dat met groot enthousiasme werd ontvangen in de Nederlandse muziekwereld. Hoe kijkt u zelf terug op uw oude werk? ‘Het duurde lang voordat ik er met een bepaalde afstand naar kon luisteren. Nadat het album uitkwam, hoorde ik alleen maar dingen die niet goed waren of die anders hadden gekund. Toen dacht ik dat ik er langer aan had moeten werken, ik kon het niet horen zoals een ander dat deed. Onlangs heb ik er weer eens naar geluisterd. Ik begrijp nu waarom het zo is geworden en waarom mensen er zo positief over waren. Niet dat ik het zelf zo geweldig vind, maar het is een goede foto van de tijd waarin het is gemaakt. Het album is veel persoonlijker dan ik toen besefte. Ik maak mezelf wijs dat mensen het mooi vinden, omdat er een soort eerlijkheid in zit, een soort onbevangenheid. Dat is erg naïef: het is een man van veertig die niet kan zingen en alles zelf speelt. Waar haalt hij het vandaan, wat denkt hij nou wel? En toch doet ‘ie het.’ In het gesprek dat ANS in 2002 met u voerde naar aanleiding van dit debuut zei u dat ‘Spinvis een zeer persoonlijke en individuele vorm van popmuziek is’. Is dat inmiddels veranderd? ‘Nee. Wat ik maak, maak ik zelf. Ik bedenk nummers als een schrijver, ik maak mijn boek. Pas als ik het geheel heb uitgedacht en vormgegeven en de melodie af is, voer ik het met de band op het podium uit. Optreden is als het verfilmen van het boek.’ U speelt live wel met een band. Hebben zij invloed op het vormingsproces van het album? ‘Wat ik in de studio maak is persoonlijk, ik kan het pas aan de band geven als het helemaal klaar is. Als we de liedjes vervolgens live spelen krijgt het heel anders vorm dan op de cd. Er is geen vaste formule voor een nummer, er kunnen bijvoorbeeld coupletten toegevoegd worden. ‘Het mooie van optreden is het publiek. Beeldend kunstenaars en fotografen maken iets en hebben geen idee wie ernaar kijkt, het hangt maar in een museum. Bij het spelen voor een zaal komt dat directe contact met de luisteraars er wel bij. Het gevoel dat een publiek je geeft, is met niets te vergelijken.’ Vindt u het moeilijk om uw werk op het podium uit handen te geven? ‘Het is mijn taak om de balans te vinden tussen het verhaal dat moet worden verteld en de band. Ik probeer de bandleden vrij te laten, hen te laten doen waar ze het beste in zijn. Het is net als met relaties: pas als je iemand vrijheid geeft, krijg je het beste uit de ander. Iedere keer moet je een afweging maken tussen het verhaal en de muzikale vrijheid.’ Is de Spinvis die we op het podium zien anders dan de man die hier nu zit? ‘Je kunt onmogelijk op een podium staan en jezelf zijn, maar ik probeer het wel. Als ik een artiest zie die acteert en bij elk liedje een andere pose aanneemt, dan vind ik dat niet mooi. Er mag geen acteur tussen mij en het liedje staan. Ik denk veel na over dit fenomeen: wat speel je nu en wat is echt? Ik probeer voor mezelf te zoeken waar de grens ligt. Acteren is onvermijdelijk, want erover nadenken is al acteren, begrijp je?’ Hoewel er vele jaren overheen zijn gegaan, is ook op zijn nieuwe plaat tot ziens, Justine Keller het herkenbare Spinvis-geluid bewaard gebleven. Nog altijd vertelt hij met dromerige stem raadselachtige verhalen. Nieuw is het samenwerkingsverband met Hanco Kolk, die een beeldverhaal tekende bij elk liedje. Hoe is die samenwerking tot stand gekomen? ‘Dat had wel wat voeten in aarde. Ik ontmoette Hanco jaren terug bij toeval op een avond waar tekenaars en muzikanten samenkwamen. Hanco maakte een strip bij het nummer Voor ik vergeet en die tekening had iets heel poëtisch. Terwijl ik bezig was met dit album vroeg ik hem het hoesje te tekenen, maar hij wilde bij elk liedje een strip maken. Ik zei: “Te gek, maar hoe gaan we dat in godsnaam doen?” Ik had de teksten nog niet klaar, maar had wel voor ogen waar het over ging toen Hanco begon met tekenen.’ Hebben zijn illustraties u beïnvloed in het schrijfproces? ‘Nee, als ik een tekst maak, heb ik beelden in mijn hoofd. Op het moment dat Hanco ging tekenen, was dat de verbeelding van zijn fantasie op papier. Het is zijn interpretatie van mijn tekst en die moet ook echt van hem blijven. Sommige tekeningen komen treffend overeen met het beeld dat ik had, andere juist helemaal niet en dat is precies goed.’ De teksten op het album gaan opvallend vaak over het thema alcohol. In Oostende zingt De Jong: ‘Begin de dag met tequila, dan is het randje eraf en doet het niet meteen zo’n zeer.’ Begint u zelf de dag met drank? ‘Nee. Het zijn allemaal personages op mijn album. Alcohol is natuurlijk heel mooi, zelf drink ik ook dolgraag. De mens heeft de behoefte zich te onthechten door iets te gebruiken waardoor hij zichzelf niet is. Blijkbaar hebben we niet genoeg aan onszelf en dat vind ik bijzonder. Het viel mij op dat ik daar vaak over schreef. In elk liedje zat de geest van een vrouw, Justine. Zij is een roes, zoals ook alcohol en drugs een roes zijn. Alles is een roes. Toen ik liedjes voor mijn album ging selecteren, vond ik deze nummers qua gevoel bij elkaar passen. Ze gaan allemaal over een manier om niet te zijn wie je wilt zijn. Dat werd het thema.’ Is ‘tot ziens, Justine Keller’ net zo persoonlijk als uw debuut? ‘Dat zijn mijn albums altijd, want als ze dat niet zijn dan werkt het niet. De tekstregels waar ik me voor schaam, zijn de beste regels en die staan er natuurlijk ook op. Je kunt alles wegschaven en het net zo lang mooi maken tot het superglad is, maar dan zeg je niets meer. Als je blijft stileren, dan wordt het teveel een mooi popliedje, een product. Een nummer dat ik te ver had afgemaakt kwam dus niet op de plaat.’ Zijn uw teksten daarom zo cryptisch? ‘Dat vind ik gewoon mooi. Ik luister veel naar chansons en Franse popmuziek. In de Franse traditie is het helemaal niet vreemd als je willekeurige beelden aan elkaar knoopt, want de luisteraar begrijpt wel ongeveer wat je bedoelt. Weet je, het hoeft geen verhaal van A naar B te zijn, flarden van teksten vind ik mooi. In het Nederlands gebeurt dit niet zoveel, maar dat is niet mijn schuld. Ik voel me niet verplicht me aan deze traditie te houden.’ Vijf jaar geleden stond De Jong nog in het Cultuurcafé op de campus van de RU, afgelopen maand trad hij twee avonden op in een uitverkocht Doornroosje. Na een reeks kleinere zalen en theaters slaat Spinvis dit jaar een nieuw pad in met een clubtour. Waarom kiest u nu voor poppodia in plaats van theaters? ‘Ik kies voor afwisseling. In theaters spelen is heel leuk, je kunt met een muisstil publiek heel precies muziek maken. De mensen zitten op een stoel van een afstand naar je te kijken, vaak in het donker. Dat maakt je tegelijkertijd een beetje alleen. Het is dan een verademing om weer op een festival of in een club te spelen. Dat mensen over het podium hangen, met bier gooien en “huuhuuh” schreeuwen. Dat heeft ook effect op de band, iedereen gaat er in mee. Ik heb niet echt een voorkeur voor het een of het ander. Je moet proberen beide in ere te houden. Als je in het theater staat moet je niet een unplugged toer doen, maar iets theatraals met beelden en dans. Dat is iets wat in clubs juist weer niet kan. ‘Ik mag me verheugen dat Spinvis in die twee werelden kan bestaan. Het is geen gemakkelijke tijd, het gaat niet allemaal vanzelf. Als je dan clubs en theaters kunt doen, is dat rijkdom.’ Wat doet dit succes met u? ‘Als je achttien bent en succesvol, kan ik me voorstellen dat je daar echt in gaat geloven en dat je er ook je identiteit aan gaat ontlenen. Als je zo oud bent als ik, is het alleen maar een cadeautje. Het is ontzettend leuk dat alles zo goed gaat, maar ik ben me ervan bewust dat het niet altijd zo goed zal blijven gaan. Dan moet ik ook gewoon mijn muziek blijven maken, want dat is wat ik doe. Het is geen hobby, het is wie ik ben. Ik ga door tot ik dood ben.’ Is dit uw hoogtepunt? ‘Ik weet het niet, wat noem je een hoogtepunt? Je kunt dat op veel manieren bereiken. Ik zou nog wel graag in het buitenland willen...
Lees meer

Uit de Oude Doos: Spinvis

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: e-mailcontact met Spinvis Hij kwam afgelopen jaar met een nieuw album en speelde vorige week twee keer in een uitverkocht Doornroosje. ANS interviewde Spinvis deze maand over zijn manier van optreden, zijn teksten en zijn succes. Dat was niet de eerste keer: tien jaar geleden sprak ANS hem ook, toen hij debuteerde met zijn titelloze plaat. Is er veel veranderd in het voorbije decennium? Destijds vertelde Erik de Jong hoe hij in zijn huisje in Nieuwegein achter zijn computer liedjes zat te bouwen en tussendoor voor zijn kinderen zorgde. Over zijn muziek is hij heel stellig. 'Spinvis is geen optredende act. Wat ik maak, komt uit je speakers. Basta!' Lees hieronder het artikel van juni 2002

'Dromers zijn nog geen losers'

Datum: 3/5/2002 14:05:27 Van: Spinvis Naar: "Arnout Baas" >Arnout.Baas@ans-online.nl< Onderwerp: Re: e-mail voor Spinvis >Om maar met een cliché te beginnen: Waar komt de naam Spinvis vandaan? Geen idee... op een dag, een jaar of drie geleden, dook hij op in mijn hoofd. 'Wat ben jij nou?', vroeg ik. 'Ik ben een Spinvis!', was het antwoord. (Ondertussen weet ik dat een spinvis ook een soort kunstaas is, een spinnend rubber kunstvisje). >Waar kom je zelf vandaan? Omdat mijn vader een rondreizende wiskundeleraar was, hebben we in heel veel plaatsen gewoond. Uiteindelijk ben ik in Utrecht aangespoeld, waar mijn honderd-en-één bandjesverleden ligt. Toen was ik 14, nu ben ik 41. >Bestaat Spinvis uit meer mensen dan jij alleen? Nee, Spinvis is een zeer persoonlijke en individuele vorm van popmuziek. Natuurlijk speel ik ook met anderen, maar dat is heel wat anders. Het Spinviswerk ontstaat door elke dag een beetje te bouwen, te schrappen en te schaven, zoals eenschrijver of een schilder dat doet. Daarbij gebruik ik computers en samplers. Omdat ik al zo lang met die apparatuur omga, kan ik er snel en intuïtief mee werken. Zodanig dat de techniek zelf geen rol van betekenis meer speelt, en ik me alleen nog bezig hoef te houden met de zeggingskracht van mijn muziek. >In verschillende interviews en recensies wordt het beeld geschetst van een huisman >die tussen het huishouden door muziek maakt aan de keukentafel. In hoeverre klopt >dit beeld? Nou, dat beeld klopt heel aardig. Toen ik nog geen gezin had, en dus veel meer tijd voor mijn muziek had, was ik achteraf gezien helemaal niks productiever. Het zorgen voor de kinderen en de dagelijkse verplichtingen dwingen zelfdiscipline af, iets wat ik van nature niet heb. >Hoe lang ben je al met muziek bezig? Nou, ik kan me herinneren dat ik als kleuter tot tranen toe geroerd was door de tweede stem in 'Joepie Joepie is gekomen', maar dat bedoel je misschien niet. Ik was zestien jaar, mijn oudere broer had een punkbandje The Duds. Daar was ik zo'n beetje de jongste bediende, als de drummer er niet was mocht ik drummen en als de bassist het af liet weten, mocht ik bassen. Daarna volgden er heel veel meer bandjes uit de Utrechtse punk- en new-wave-scene. Na een jaar slagwerk en compositie te hebben gedaan op het Conservatorium van Rotterdam, heb ik de computer ontdekt. Eerst de onvolprezen Commodore 64 en de geweldige Atari 1040, nu Protools. >Je muziek is moeilijk te vergelijken met anderen. Probeer je opzettelijk anders te >zijn? Heb je helden of voorbeelden? Als je twintig bent, probeer je te klinken als je helden. Als je wat ouder bent, kun je alleen maar klinken als jezelf. Mijn muziek is de optelsom van alle invloeden die zich in de loop van de tijd hebben aangediend. Ik probeer niet opzettelijk anders te klinken, ik probeer wel opzettelijk alle elementen commentaar op elkaar te laten geven. Je hoeft modieuze elementen niet te schuwen zolang je ze maar eigen maakt en ze nieuw leven inblaast door ze een ongebruikelijke positie te laten innemen. >Wat probeer je te bereiken met het maken van muziek? Beweging, onthechting, troost. Maar eigenlijk is het maken van muziek een doel op zich. >Volgend jaar op of een ander groot festival? >Of geef je er de voorkeur aan zelf vol te zingen? Spinvis is geen optredende act. Wat ik maak, komt uit je speakers. Basta! We ben ik bezig om sommige stukken uit te voeren met oudere musici, mensen van een jaar of zeventig. Dat zou op Crossing Border in première kunnen gaan, maar dat is nog onzeker. >Reeds bezig met nieuw materiaal? Elke dag. De dertien nummers op deze cd waren een keuze, een mooi boeketje, uit veel meer nummers die al flink in de grondverf staan. Wat niet wil zeggen dat ik er nog rustig een jaar aan kan prutsen. >Mike Clark is het enige Engelstalige nummer op het album. Heb je meer plannen met >andere talen (waaronder Engels)? Nee, een beetje Spinvis kan alleen Nederlands zingen (en heel misschien een beetje Frans). >Herfst en Nieuwegein, de titel van één van de nummers op de cd; in mijn oren en ogen >de meest treurige combinatie die je kunt verzinnen. Wat is jouw associatie hiermee? Het is minder droevig bedoeld dan het lijkt. Een man staat bij een plattegrond bij het begin van de bebouwde kom. 'U bevindt zich hier', leest hij, en hij beseft met een schok dat dat zo is. De rest van het liedje is een foto van dat moment. Geen vrolijke foto, maar ook niet buitengewoon treurig. >Zou je willen reageren op het volgende: >'Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.' Welnee. Er zijn mensen zat die perfect gelukkig zijn met het dromen van tien prachtige volges, liever dan met dat schamele musje dat dan toevallig echt is. Dromers zijn nog geen losers. >De studententijd is de mooiste in je leven! Nou, als je zo later op je leven terugkijkt, heb je het echt allemaal grondig verknald. >Tot slot nog een greep uit je eigen teksten: >'Kijk niet om ga steeds vooruit goeie reis en hou je haaks en kijk goed uit astronout.' (uit: 'De astronout') Niet bang zijn....springen!!! >'t is altijd wat en altijd spijt van het geld en alle tijd op de onverharde wegen die je >naar hier hebben geleid' (uit: 'Bagagedrager') Maak jezelf maar niks wijs; zelfs de beste zeiler heeft niks te zeggen over de wind. >'...en dan lach ik elke keer maar weer mee; ik ken een raadsel over eenzaamheid, het >gaat als volgt: wat doet pijn en telt voor twee.' (uit: 'Smalfilm') Sorry, hier kan ik echt niks over zeggen zonder de tekst te beschadigen. Oké? Groeten uit Nieuwegein, Erik de Jong spnvs

 

Lees meer