Verleiding of voorlichting?

In het onderzoek ‘Studiekeuzevoorlichting: verleiding of voorlichting?’ heeft de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) het afgelopen jaar de brochures voor aankomende studenten in het wetenschappelijk onderwijs naast elkaar gelegd en onderzoek gedaan naar de voorlichting aan studenten.

Uit het onderzoek blijkt dat ‘door het gebrek aan toereikende en vergelijkbare informatie het voor studiekiezers moeilijk wordt een adequate studiekeuze te maken.’ Daarnaast concludeert de vakbond dat ’als tweede in veel brochures nog steeds misleidende informatie te lezen valt.’ ANS-Online vroeg LSVb-voorzitter Kai Heijneman om een toelichting:

Wat vind je van de uitkomsten van het onderzoek? ‘Dit onderzoek geeft het beeld weer dat universiteiten voorlichtingen niet serieus nemen en daadwerkelijke voorlichting ontbreekt. Dit kun je verschillende namen geven. Voor studenten is het kort gezegd vervelend. Wij vinden het teleurstellend dat instellingen hun taak als voorlichter niet serieus nemen. Ten opzichte van vorig jaar is de voorlichting slechts marginaal verbeterd. Het is jammer dat onze aanbevelingen van het vorige onderzoek niet goed opgepakt zijn door universiteiten.’

Op welke manier wil de LSVb daar iets aan gaan doen? ‘Door de instellingen in de gaten te houden voer je toch een bepaalde controle uit. Universiteiten worden door onze aanbevelingen toch steeds opnieuw aangesproken op gebrekkige voorlichting. ‘Juist de universiteiten zelf zijn gebaat bij een betere voorlichting, omdat ze dan slechts de gemotiveerde studenten aantrekken. Op deze manier zal de uitval bij veel studies minder groot zijn.’

Mag er dan helemaal niet meer gepromoot worden in de voorlichtingsfolders? ‘Nee, het streven is natuurlijk om voor honderd procent objectieve informatie in de folders te krijgen. Zelfs als bepaalde cijfers voor universiteiten negatief zijn, moeten zij die alsnog weergeven. ‘Sommige universiteiten zullen er juist slechter vanaf komen, maar wanneer alle instellingen dit doen, zal het niet nadelig zijn omdat de toestroom studenten dan beter afgestemd zal worden op de universiteiten.’

De LSVb pleit voor een samenwerking tussen universiteiten, zodat eenzelfde waarde voor cijfers gebruikt wordt. Hoe kan dat werkelijkheid worden? ‘Het is niet de bedoeling dat de LSVb alles gaat voorkauwen voor de universiteiten. Wij doen de aanbevelingen en hopen dat ernaar wordt geluisterd . ‘Doordat er maar dertien instellingen zijn, is dat relatief overzichtelijk. Het is dan ook verwezenlijkbaar dat zij onderling met elkaar afspreken om dezelfde waarden aan te houden. Dit is geen naïef streven, want als alle instellingen transparanter te werk gaan, zullen uiteindelijk de beste studenten en daarmee de beste resultaten binnengehaald worden.’