Nederland kleurt blauw, Nijmegen traditiegetrouw rood

Na een bloedstollende verkiezingsnacht behaalde de VVD een historische zege van 41 zetels en maakte de PvdA een prachtige rentree door 39 zetels te bemachtigen. Buiten de verwachtingen om zijn de middenpartijen niet versplinterd, maar volledig leeggezogen door de grote winnaars. Het lijkt dan ook voor de hand liggend dat de twee tot elkaar zijn veroordeeld. Toch wordt gevreesd voor een moeizame periode van formatie.

Mogelijkheden Welke formaties zijn het meest waarschijnlijk? Dat het lastig gaat worden is duidelijk. Beide partijen hebben namelijk kiezers gewonnen met een verschillend verhaal. ‘PvdA zegt: Het roer moet om. De VVD zegt: We moeten zo doorgaan. Dit maakt het eigenlijk heel lastig’, zo vertelde Ferry Mingelen vanochtend in het NOS-journaal. De drie meest aannemelijke mogelijkheden van formaties zijn die van een tweepartij-coalitie (VVD, PvdA), een paarse coalitie (VVD, PvdA, D66) of een oranje coalitie (VVD, PvdA, CDA). Hierbij heeft alleen de laatste formatie een meerderheid in de Eerste Kamer. Toch lijkt, zo vertelde Mingelen, de Eerste Kamer niet het voornaamste probleem: ‘Rutte heeft met zijn eerste gedoogcoaltie met Wilders ook gewheelt en gedealt met de Eerste Kamer. Daar zitten senatoren die kijken naar de inhoud.’

Uitslagen in Nijmegen en de RU Hoewel Nederland blauw kleurt, blijft Havana aan de Waal traditiegetrouw rood. Waar landelijk 37 procent van de stemmen naar de PvdA, SP of GroenLinks ging, lag dit percentage in Nijmegen een stuk hoger. Zo'n 53 procent besloot op een van de drie linkse partijen te stemmen, zo meldt de site van de Nijmeegse gemeente. De Partij van de Arbeid versterkte haar positie door maar liefst 32,2 procent van de stemmen binnen te halen, waarbij het in 2010 nog 24,7 procent was. Met 16,1 procent van de stemmen is de VVD de tweede grootste partij geworden, gevolgd door de SP (15 procent). Opvallend is het grote verlies van GroenLinks, dat van een comfortabele 14,5 procent bij de vorige verkiezingen terugviel naar een schamele 6 procent. Op de RU stond gisteren de hele dag een lange rij studenten te popelen om te gaan stemmen. Ook hier was de Partij van de Arbeid de grootste en behaalde 31 procent van de stemmen, gevolgd door de D66 met 26 procent. De VVD behaalde iets meer dan 14 procent, waarmee het de derde grootste partij is. Voor het gehele overzicht van de verkiezingsuitslagen op de universiteit kun je hier terecht.

Toekomst van het hoger onderwijs Eerder maakten we al de vergelijking tussen de partijen en hun gedachten betreft de toekomst van het hoger onderwijs. Zowel de VVD als de PvdA zijn voorstander van een sociaal leenstelsel voor de bachelor- en masterfase en willen de opbrengst hiervan herinvesteren in het onderwijs. Bovendien willen beide partijen af van de langstudeerboete, wat eventueel gunstig kan uitpakken voor de student. Daarnaast is in het definitieve partijprogramma van de VVD niets te vinden over de aanvullende beurs, maar is gebleken dat ook hier beide partijen van mening zijn dat het een gift moet blijven. Daarmee lijkt de toekomst van de aanvullende beurs zeker. De overeenkomsten tussen de partijen bieden natuurlijk geen zekerheid voor de uitvoering ervan, maar geeft toch enige hoop voor een afschaffing van de langstudeerboete. Ook de gedachte om de collegegelden voor de tweede studie niet te verhogen wordt gedeeld. Daarnaast zijn er ook enkele punten waar de partijen verschillen. Zo is bijvoorbeeld de VVD een voorstander van selectie aan de poort, terwijl PvdA dit liever niet ziet gebeuren.