ANS

Er ontstond direct kritiek op het plan van de gemeente om twintigduizend euro te spenderen aan een kunstwerk en extra verkeersborden om de situatie rond de rotonde bij het Erasmusgebouw te vergroten. Nu blijkt dat deze kritiek ook binnen de Nijmeegse gemeenteraad gedeeld wordt. De fracties van D66, GroenLinks en VVD keren zich in ieder geval tegen het idee.

Rob Jetten, fractievoorzitter van D66 Nijmegen, verklaarde op Twitter veel meer heil te zien in de alternatieve plannen van AKKU. Freek Bos van de studentenvakbond noemde het huidige plan een papieren oplossing die het aantal weggebruikers op de rotonde niet zou kunnen verminderen. Stoplichten zouden beter in staat zijn om het verkeer in goede banen te leiden, zo beaamt Jetten, die daarnaast pleit voor waarschuwingslichten en wegprofiel om automobilisten te laten opschrikken. 'Het plaatsen van nog meer borden maakt de situatie er niet overzichtelijker op,' aldus Jetten over de telefoon. 'Weggebruikers raken in dat geval eerder afgeleid dan dat ze beter gaan opletten.' Volgens de democraat zijn de plannen minder definitief dan uit verschillende media bleek, maar hij tweette wel al dat er schriftelijke vragen in de maak zijn.

Dat er verdeeldheid binnen de gemeenteraad is over de te volgen koers, blijkt uit het standpunt van GroenLinks. Pepijn Oomen, gemeenteraadslid en beheerder van de portefeuille Mobiliteit namens die partij, laat weten zowel de plannen van de gemeente als die van AKKU geen groen licht te willen geven. 'Op zich zijn de aangekondigde maatregelen een verbetering. Of het gaat helpen, is echter de vraag. Het voorstel van AKKU is een dure oplossing, waarvan ik me afvraag of hij zoden aan de dijk gaat zetten. Welke fietser gaat zich op zo'n rotonde aan de lichten houden?' Het idee van Oomen is veel rigoureuzer: 'Om dit punt echt veilig te krijgen zouden we beter autoverkeer deels kunnen weren, door bijvoorbeeld het verkeer maar in één richting te sturen. Die mogelijkheid wordt al - in samenhang met een veiligere d'Almarasweg - bestudeerd door het college.'