Ongefundeerd afgestraft

Verplichte zelftoetsen, voorwaardelijke hertentamens en een bindend studieadvies: met weinig wetenschappelijke maatregelen wil de RU haar studenten sneller door de studie heen loodsen. ‘Zolang de universiteit onduidelijk is, schiet zij haar doel voorbij.’

Scoor je bij de eerste poging lager dan een 4? Dan verlies je het recht op een hertentamen. Geen zelftoetsen gemaakt ter voorbereiding? Vergeet het maar, dan mag je überhaupt geen tentamen maken. Dergelijke drastische regelingen moeten een einde maken aan het lage studierendement in het universitaire landschap. Oud-minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Vereniging van Universiteiten spraken in 2007 af dat in 2014 minstens 70 procent van de bachelorstudenten moet binnen vier jaar haar bachelorpapiertje hebben behaald. Met een eenmalige kapitaalinjectie van 1,3 miljoen euro - die de faculteiten naar eigen inzicht mogen besteden aan rendementsmaatregelen - doet ook de RU een duit in het zakje. Op de investering wordt lyrisch gereageerd, de concrete plannen oogsten echter minder lof.

Ridicule rendementen ‘De universiteit zet zich al jaren in om het onderwijs te intensiveren’, meent woordvoerder van het college van bestuur (CvB) Willem Hooglugt. Door het aantal contacturen te verhogen hoopte het bestuur studenten sneller door hun studie te loodsen. Dit bleek echter onvoldoende: slechts 59 procent van de Nijmeegse bachelorstudenten die zich een tweede jaar bij dezelfde opleiding inschrijft, heeft na vier jaar de bachelor behaald. Om de rendementen op peil te krijgen vroeg het CvB in november vorig jaar de Nijmeegse faculteiten afzonderlijk een plan in te dienen. Er werd beloofd dat daarvoor grof geld zou worden neergelegd. Inmiddels is de meerderheid van de voorstellen ingediend. De focus ligt duidelijk op eerstejaars. Zo stelt de Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW) tweewekelijkse verplichte zelftoetsen voor deze groep in en wil zij vanaf volgend jaar de eerste hertentamens ‘voorwaardelijk’ maken: scoor je bij de eerste tentamenmogelijkheid lager dan een 4, dan heb je geen recht op een tweede poging. Aan de bètafaculteit moet aan ‘extra eisen’ zoals aanvullende opdrachten worden voldaan, voordat een derde tentamenpoging mag worden gedaan. Bij de Faculteit der Managementwetenschappen kunnen docenten vanaf komend collegejaar sancties opleggen wanneer een student zich niet goed genoeg heeft voorbereid voor werkgroepen. Zo kan er een punt worden afgetrokken van het tentamencijfer. Als het aan het CvB ligt, wordt in 2011 bovendien een universiteitsbreed bindend studieadvies ingevoerd: studenten die in hun eerste jaar minder dan 40 studiepunten halen, worden gedwongen hun opleiding te staken. ‘Het belangrijkste doel is om snel te bepalen of eerstejaarsstudenten geschikt zijn om de bachelorstudie succesvol af te ronden’, legt Hooglugt uit. ‘Ten eerste is het in het belang van iedere student om zeker te zijn dat de juiste keuze is gemaakt en dat de studie past bij verwachtingen en capaciteiten. Zo niet, dan moet deze worden herzien. Ten tweede moeten studenten onmiddellijk leren dat studeren hard werken is. De jaren daarna moet hen vooral een spiegel worden voorgehouden om de voortgang te reflecteren. Dat kan met actieve student- en studiebegeleiding.’ Ook Hans Beentjes, vicedecaan Onderwijs aan de FSW, focust op eerstejaars. ‘Zij krijgen pas eind oktober de eerste feedback op hun resultaten, dat is veel te laat. Zo blijven ze al gauw een heel jaar aanmodderen. Onderzoek toont aan dat jonge mensen vaak beloven hun best te doen, maar moeite hebben die beloftes na te komen. Deze maatregelen helpen hen daarbij.’

Verregaande verschoolsing De verschillende studentenraden erkennen dat het hoog tijd is om besluiten te nemen voor een hoger studierendement. Er worden echter kanttekeningen geplaatst bij de huidige plannen. Zo vragen Erik Bouwman, lid van de Universitaire Studentenraad (USR), en Miriam Thye, lid van de Facultaire Studentenraad van FSW, zich ernstig af of het zelftoetssysteem zoden aan de dijk zet. ‘Je wordt verplicht de toetsen te maken, maar het resultaat is volstrekt onbelangrijk’, zegt Bouwman. Studenten die zomaar wat invullen, mogen dus gewoon deelnemen aan het tentamen. ‘Naar de meeste maatregelen is geen gedegen onderzoek gedaan’, verzucht Thye. ‘Het is volstrekt onduidelijk of ze inderdaad het beoogde effect hebben.’ Decaan Beentjes onderkent dat: ‘Het is nu eenmaal heel lastig de uitwerking van dergelijke maatregelen te meten, omdat er ontiegelijk veel variabelen meespelen.’ Guan Schellekens, lid van de USR en voorzitter van de commissie Onderwijs, Onderzoek en Maatschappelijke Dienstverlening, spreekt van ‘strafmaatregelen’. De meeste maatregelen zijn een stok achter de deur: je wordt gedwongen vakken sneller te halen. ‘Een van de problemen met dergelijke regelingen is dat studenten vaak amper op de hoogte zijn van de regels. Zolang de universiteit hierin niet duidelijk is, zal zij haar doel voorbij schieten.’ Bovendien zou de focus volgens Schellekens ergens anders moeten liggen. ‘Er zou meer moeten worden gekeken naar studie- en studentbegeleiding’, vindt hij. ‘Het CvB wijst op visitatierapporten die zouden aantonen dat de begeleiding in orde is. Die rapporten constateren bijvoorbeeld dat studieadviseurs een groot aantal uren krijgen, er wordt echter niet gekeken naar de praktijk. Sommige adviseurs functioneren ver onder de maat.’ De USR vindt dan ook dat de rendementsmaatregelen pas mogen worden ingevoerd wanneer het onderwijs voldoende op niveau is, anders verliest de universiteit onnodig studenten. Ook Thye denkt dat het accent anders zou moeten liggen. ‘In plaats van allerlei nieuwe maatregelen in te voeren, zou de universiteit er goed aan doen te kijken of colleges, werkgroepen en tentamens wel op niveau zijn. Vaak zijn werkgroepen verplicht, maar volstrekt nutteloos. Wanneer de kwaliteit wordt opgeschroefd, zal het rendement ongetwijfeld ook stijgen.’

De alma mater heeft echter haast. Woordvoerder Willem Hooglugt vreest de financiële gevolgen voor universiteit én student indien de rendementen niet stijgen. ‘Hoewel we niet weten wat de plannen van de nieuwe regering worden, kan ik met zekerheid zeggen: er is een maatschappelijke trend waarin van de student wordt verwacht dat deze harder gaat werken en binnen een afzienbare periode afstudeert.’ Het CvB valt niets te verwijten. Academici in spe moeten altijd nagaan of ze de juiste keuze hebben gemaakt, de universiteit heeft de rol hen hierin te stimuleren en te inspireren. Dat betekent echter niet dat aankomende eerstejaars mogen veranderen in proefkonijnen van ongefundeerde strafmaatregelen. Laat de faculteitsbesturen bij zichzelf te rade gaan: van een wetenschappelijke instelling kan immers op zijn minst worden verwacht dat zij slechts wetenschappelijk onderbouwde besluiten neemt.

Tekst: Timo Pisart

Klik hier voor de andere artikelen van de ANS mei 2010.