De digitale boerka

Afgelopen maand stemde het kabinet in met het verbod op bedekkende kleding. Een belangrijk argument van onze regering was dat men elkaar open moet benaderen en identiteit niet moet verhullen, we leven immers in een open samenleving. Maar als je er eens goed over nadenkt dragen we op internet eigenlijk allemaal een boerka. Vergelijk het alles verhullende zwarte gewaad met de eindeloze anonimiteit die iedereen op internet kan hebben en kom tot de conclusie dat deze twee zaken qua verhulling van identiteit niet zo wezenlijk van elkaar verschillen. Wanneer het kabinet zich zo duidelijk uitlaat over de anonimiteit op straat, moet het de discussie dan niet wat ruimer zien en ook nadenken over de anonimiteit op internet? In een tijdperk waarin mensen elkaar steeds meer via internet ontmoeten, heb ik veel meer behoefte aan een overheid die zich hierover duidelijk uitspreekt.

In eerste instantie zouden we kunnen zeggen dat de overheid maar consequent moet zijn en ook de online boerka moet afschaffen. Dan doemt bij mij wel gelijk een spookbeeld op: de overheid gaat controleren wat iedereen op internet zegt en doet. Dit beeld zal niet veel verschillen van het ophangen van camera’s in de gehele openbare ruimte, die ook dag en nacht volgen wat jij allemaal doet. Alles wordt in de gaten gehouden en je privacy zal niet langer gegarandeerd zijn. Bovendien kun je de anonimiteit natuurlijk ook zien als een recht dat iedereen moet hebben. Af en toe moet men de boerka ook kunnen gebruiken om uitspraken te doen zonder dat deze direct aan een naam gekoppeld worden, mede omdat het internet een eeuwig en onfeilbaar geheugen heeft. De anonimiteit zorgt ervoor dat mensen vrij kunnen zeggen wat ze willen zonder dat ze bang hoeven te zijn voor eventuele consequenties. Juist het feit dat je soms anoniem kunt spreken komt de vrijheid van meningsuiting op internet ten goede.

De andere kant van de medaille mag natuurlijk ook niet onderbelicht blijven. Als iedereen maar anoniem kan zeggen en schrijven wat hij of zij wil, kan er geen koppeling plaatsvinden tussen de gedane uitspraken en natuurlijke personen. Op deze manier bestaat er totaal geen garantie dat de offline wetten ook online toegepast kunnen worden. Immers is het toch zo, dat een bedreiging op internet niet minder erg of niet minder strafbaar is dan een zelfde uitspraak in het echte leven? In mijn ogen moeten er op internet dan ook dezelfde wetten gelden en toereikende middelen zijn om deze wetten te handhaven en dus op te treden tegen criminaliteit op internet.

Concluderend moet de digitale omgeving niet een plek zijn waar op iedere hoek een camera hangt. Er moet online ook een voordeur zijn waarachter internetgebruikers een gegarandeerde privacy hebben. Bovendien moet er ook ruimte zijn om anoniem uitspraken te doen en de digitale boerka juist wel te gebruiken.

De grens moet liggen bij de situatie waarin de overheid ook in de offline wereld kan ingrijpen zodat er geen online wetteloosheid ontstaat. De overheid moet niet een allesomvattende controle hebben maar ze moet net als in het echte leven ook op internet de middelen hebben om in te grijpen. Wat mij betreft dus geen online boerkaverbod, maar wel de mogelijkheid voor de overheid om de sluier een stukje op te tillen wanneer dit kijkje onder de boerka een groter goed beschermt dan de anonimiteit van de internetgebruiker.

Deze column werd voorgedragen door Manon van de Ven tijdens het ANSdebat op 9 februari. Manon is Rechtenstudent en zit in de lezing- en debatcommissie van de Juridische Faculteitsvereniging.