appelboom

Gisteravond vond het derde ANSdebat in samenwerking met LUX plaats, ditmaal in bijzondere samenwerking met studievereniging voor Biologie BeeVee. Campusdichter Joep aan den Boom sloot de avond over genetische modificatie af met onderstaand gedicht dat hij tijdens het debat schreef.

appelboom

Toen we nog peuters waren hebben Maartje en ik, een appelboom geplant. In de achtertuin van de buurvrouw (Er stonden er daar wel meer).

Het is ons boompje, en als wij er naar kijken zijn we trots; het zegt iets over ons.

Iedere week gaan we kijken hoe het groeit. -Hoe het dunne stammetje, de zachte jonge blaadjes mee waaien met de wind. En als we vertrekken hoeft het tuinhek niet op slot.

Het liefst komen we in de ochtend. We nemen dan een schepje mee, een gieter, en pindakaas -als een soort van mest. We smeren een mespuntje zorgvuldig op de aarde en kijken hoe de boom ervan snoept.

‘Appelbomen worden zo niet oud’ heeft de buurvrouw ooit gezegd. Wij houden ons daar liever niet mee bezig. -We dromen liever over de smaak.

In de zomer fluistert Maartje tegen de boom. Haar handen en voeten bewegen mee, en het lijkt alsof de takken in gebarentaal antwoorden. Meestal lig ik dan in het gras (ik geloof daar niet zo in). Maar Ik geniet ervan.

Vandaag zijn we wat later, en het tuinhek is op slot. We bellen aan bij de buurvrouw –maar er galmt alleen de gang. Er staat een bord in de tuin: ‘TE KOOP – APPELS’.