Weet je

‘Weet je dat je lekker ruikt?’, vraagt ze terwijl ze met haar hoofd op mijn borst ligt. Ik glimlach. Van alle soorten complimenten is het compliment van de vorm ‘weet je…?’ mijn favoriet. Het is namelijk geen echt compliment. Ze verheft haar gevoel tot een soort absolute waarheid, waarvan ze zeker wil weten dat ik ervan op de hoogte ben. Een sec verzoek om informatie. ‘Heeft de minister kennis genomen van het bericht...'

Ik ben een beetje schichtig, draai en woel veel in mijn bed. Over vijf maanden zit ik in Amerika, aan een van de beste en belangrijkste universiteiten ter wereld. Mijn vrienden en mijn ouders vinden het te gek, maar ik krijg het er Spaans benauwd van. ‘Wist je dat Bush en Clinton daar ook hebben gezeten?’ Dat wist ik. Om nog maar te zwijgen van nog twee Amerikaanse presidenten, tientallen Nobelprijswinnaars en Meryl Streep. ‘Dat is toch supervet? Je gaat college volgen met jonge genieën en toekomstige wereldleiders. En is Gillmore Girls daar niet opgenomen?’ Ik weet niet of ‘vet’ wat mij betreft de lading dekt. Misschien wil Rory me komen troosten.

Daarbij ben ik nog niet zomaar klaar voor vertrek. Behalve dat ik natuurlijk een visum, een paspoort en een reisbeurs moet regelen begin ik ook de prijs te betalen van het feit dat ik in vijf jaar studie niet heb geleerd nee te zeggen en keuzes te maken. Ik moet opvolgers zoeken voor mijn bestuur, een lezing uitwerken, een tijdschriftartikel reviseren, deelnemen aan een debat, een website helpen opzetten, een lesmethode ontwerpen en op mijn scriptie zwoegen. Dat klinkt als opschepperij of streberigheid. Dat is het niet. Het is een dekmantel, een rookgordijn.

Want waarom anders ga ik naar Amerika en hou ik me met al die andere dingen bezig? Zodat ik in hemelsnaam maar niet na hoef te denken over het feit dat ik in februari, als ik terugkom, ben afgestudeerd. Met andere woorden: dat ik werk zal moeten zoeken. Dat mijn studententijd nooit meer terugkomt. Dat ik stapels aanvragen moet schrijven voor een promotieplaats. Dat ik misschien wel moet verhuizen. Dat ik misschien alles wat ik hier in vijf jaar heb opgebouwd moet afbreken. Ik race met tweehonderd per uur op een quarterlifecrisis af, maar helaas heb ik nooit ook maar één rijles gehad en weet ik dus niet eens waar het rempedaal zit.

Ik heb met mijn gewoel waarschijnlijk de deken van haar afgetrokken, want ze is weer wakker. Met haar donkere ogen kijkt ze me minzaam aan. Dan sluit ze haar ogen en kruipt ze dicht tegen me aan. ‘Weet je dat ik trots op je ben?’

Dixi.

Niek Janssen is classicus in spe.