Monarchistisch

Als ik het station uitloop komt Anwar al naar me toelopen. Dit keer heeft hij een witte jas aan met het logo van BNN erop. We high fiven. We high fiven eigenlijk al vanaf het moment dat hij me in september probeerde over te halen om lid te worden van het WNF. Ik was al lid van het WNF. Anwar zag dit als een uitstekend moment voor een rookpauze. Mijn bus reed voor mijn ogen weg en we raakten aan de praat. Sindsdien high fiven we.

Aangezien ik heel vaak de bus mis en Anwar heel vaak uitstekende momenten voor rookpauzes ziet, raken we vaak aan de praat. We praten nooit over onszelf, we zijn geen vrienden. We praten over politieke voorkeuren, buitenlands eten en het vertrouwen in de administratie van WNF.

Anwar steekt een peuk op en gaat naast me staan terwijl ik op mijn bus wacht. ‘Waar was jij toen je het hoorde?’ ‘In de auto, jij?’ ‘Thuis, mijn moeder begon te janken. Ongelooflijk.’ We zwijgen en kijken naar de bussen. ‘Ben jij monarchistisch?’ Dit is een bijzonder persoonlijke vraag van Anwar. ‘Je bedoelt monarchist.’ ‘Loop je me nou te verbeteren omdat ik een buitenlander ben?’ ‘Anwar, je bent een Nederlander.’ ‘En monarchistisch, net als mijn moeder. Al moest ik niet huilen.’ Ik knik. Ons gesprek bloedt een beetje dood en we kijken naar de stromen mensen die zich in bussen proberen te proppen die allang vol zitten. ‘Heb jij haar ooit ontmoet?’ ‘Wie?’ ‘Beatrix, pannenkoek.’ ‘Soort van. Ik heb haar een hand geschud en op de trap van de Troonzaal gekotst.’ Ik trakteer Anwar op mijn beste anekdote voor feesten en partijen. Hij kijkt me met grote ogen aan terwijl ik vertel over hoe ik met 40 graden koorts roggebrood met palingmousse naar binnen heb staan werken omdat het onbeleefd is iets te weigeren als de Koningin het aanbiedt. En over het feit dat ik het roggebrood in vloeibare vorm ook weer heb aangeboden aan de trappen van de Troonzaal. Het gedeelte waarin ik ondersteund door mijn docent het Binnenhof wordt afgeleid laat ik weg. ‘Wauw, kicken. Had ik niet achter je gezocht.’ Anwar is duidelijk onder de indruk en ik ben zeer tevreden met de impact van mijn spannende verhaal. ‘Niets blijft hetzelfde.’ Ik begrijp niet waarom we zo snel van onderwerp wisselen en vraag aan Anwar waar hij het over heeft. ‘De Koningin gaat met pensioen en ik ben ontslagen. Dit is mijn laatste werkdag.’ Anwar en ik kijken elkaar melancholisch aan. Dat was het dan. Onze bijna-vriendschap is voorbij. Uit mijn ooghoek zie ik mijn bus aankomen en ik sta op. ‘Kut man, ik hoop dat je snel wat nieuws vindt.’ ‘Ja man, mazzel!’

Terwijl ik richting mijn bus loop bedenk ik me dat ik nu voor eeuwig in Anwar’s geheugen gegrift sta als dat meisje dat gekotst heeft op de trappen van het Binnenhof, niet als het meisje waar hij een kortstondige high five relatie mee had. Dat is ergens wel een beetje triest.