Column: Acrylverf

Ik ben zo verdomd gek op de Action. Zo nu en dan, als ik bijzonder gestresseerd of verveeld ben, mag ik wel eens graag een penseeltje over een doek halen. Daar wil ik uiteraard geen bakken vol met geld aan uitgeven. Ik ben er namelijk bijzonder bagger in maar het is een zeer rustgevende activiteit. Zeker met Bob Ross via Youtube op de achtergrond die ‘happy little tree shapes’ aan het schilderen is. Mijn bomen zijn nooit ‘happy little tree shapes’ maar gelijken absoluut ‘sad brown rectangles’. En daar word ik dan gelukkig van. Sommige mensen puzzelen. Ik niet. Ik bedoel maar.

Afijn, ik ben dus in de Action en op zoek naar de acrylverf. Aangezien de schappen overvol zijn, maar niet met acrylverf, loop ik naar een medewerkster toe. De medewerkster in kwestie heeft haar platinablonde lokken midden op haar hoofd verzameld met een scrunchy. Kennen we dat nog, de scrunchy? Dat is de essentie van de jaren negentig, gevangen in één haarelastiek. De medewerkster, genaamd Chantal, zoals haar bordje mij verteld, draait zich om en kijkt me een beetje verstoord aan. ‘Sorry dat ik stoor, maar ik ben op zoek naar de acrylverf.’ Chantal voelt zich overduidelijk inderdaad gestoord. Ze stond te praten met een collega en een jongen met een scooterhelm onder zijn arm. ‘Heb je al gekeken bij de verfspullen?’ ‘Ja, dat was wel een beetje mijn eerste gok zeg maar’, antwoord ik. Chantal zucht. Ze voelt de bui al hangen, ze moet meelopen naar de plek des onheils. We lopen naar het gangpad met de verfspullen. Chantal staart vijf minuten naar de schappen en haalt dan haar schouders op. ‘Ik zie geen acrylverf’, zegt ze uiteindelijk. ‘Ik ook niet, daarom vraag ik het aan jou.’ Dat vindt Chantal maar lastig. Inmiddels is haar collega ook bij ons komen staan, ongeduldig wachtend op haar gesprekspartner. ‘Misschien kun je achter even kijken of er nog wat ligt?’ Suggereer ik voorzichtig. Eerst lijkt dit idee Chantal nogal tegen te staan maar dan loopt ze snel naar achter met haar collega, om vervolgens tien minuten weg te blijven. De jongen met de scooterhelm staat twee gangpaden verderop verloren om zich heen te kijken, maar braaf te wachten. Als de meisjes terugkomen kijkt hij verheugd op. Als hij een labrador was geweest was hij gaan kwispelen en kwijlen. Chantal kijkt me ongeïnteresseerd aan. ‘Geen acrylverf gevonden mevrouw.’ Ik betwijfel dat ze daadwerkelijk heeft gezocht. De labradorjongen kijkt ineens naar beneden. ‘Hoe ziet acrylverf eruit?’ Vraagt hij. ‘Nou gewoon, zoals een tube met verf. Meestal vrij groot’, antwoord ik. Hij steekt zijn hand in een bak en houdt een tube rode acrylverf omhoog. ‘Volgens mij ligt het hier.’ De meisjes kijken hem woedend aan. Ik loop naar hem toe en bedank hem terwijl ik mijn mandje vollaad. ‘Nou misschien kan jij hier gaan werken, volgens mij hebben ze iemand als jij nodig’, zeg ik tegen de labradorjongen. Hij kijkt me aan met zijn kwispelogen en ik loop dolgelukkig weg. En mijn humeur kan al helemaal niet meer stuk als ik zie hoeveel de acrylverf kost. Dat zijn verdomd veel ‘sad brown rectangles’ voor nop. Ik ben zo verdomd gek op de Action.