Opruimwoede

Zij had hem verteld over haar grootse plannen, maar vooral over hoe hij daar niet tussen paste. Terwijl alle kleine fotolijsten, plakboeken en half begonnen, maar nooit afgemaakte dagboeken in verhuisdozen pasten, was hij het aftandse, ongewenste cadeau dat wachtte om doorgegeven te worden. Ze besloot om hem als een hoopvolle, oude knuffel uit haar kindertijd op een plank te laten staan op haar, vroeger hun, slaapkamer. Misschien zou hij vanzelf wel verdwijnen en zouden de nat glanzende ogen haar op den duur minder storen.

De dozen verhuisden nooit mee omdat ze zich stoorde aan hun zwaarte en de ruimte die ze in haar woonkamer opnamen. Ze besefte zich dat ze nooit zo’n verzamelaar was geweest. Vastberaden zette ze de dozen de volgende woensdag met het oud papier aan de straat, zonder te merken dat de vroegere liefde in de vouwen van de krant van eergisteren was geslopen. Weinig ceremonieus werd er een plotseling einde gemaakt aan de waakvlam.

Vandaag vervelt hij zonder dat het al te veel zeer doet. De huid kan zachtjes loslaten en geluidloos rond zijn blote voeten vallen wanneer het nodig is. Wanneer hij ’s nachts in bed te veel woelt (van zijn buik naar zijn rug en dan weer terug naar zijn linkerzij)  wordt hij misselijk van de schilfers die hij in zijn dekbed terugvindt. Hij is ondertussen schoon geschrobd en geboend. Zijn vingers zijn rimpelig geworden van het warme water en de ribbels zijn te tellen als de kringen in een boomstam.

Lang heeft zij zijn wonden verzorgd, verbanden gelegd en zwijgend naast hem gezeten. Zij sprak met kleine woorden die ze liet groeien totdat ze in de ruimte rond zongen en  in zijn lege borstkas weerkaatsen. Samen hielden zij van het lijf dat hij tot dan toe als veeg had beschouwd. Als een tuinier met groene vingers leidde ze de bladgroei richting het zonlicht, samen knutselden ze als kleuters met felgekleurde blokjes Lego een groots kasteel dat de tand des tijd zou kunnen weerstaan.

Als reizigster in spe kan ze niet te veel bagage meenemen, dus laat ze de sloopkogels thuis en bergt ze het zware gereedschap op in de gehuurde garagebox onder een flat. In plaats daarvan pakt ze vederlichte woorden in, een wijs advies en een fles wijn voor onderweg. Voldoende om bleke wortels mee bloot te leggen en zachte handen te beschermen van roofdieren. Op haar weg naar buiten stapt ze in iets hards, een object met scherpe hoeken doorboort zelfs haar geharde zool van eelt. Uit haar hak steekt een klein, venijnig blokje, vierkant en schreeuwerig blauw van kleur. Zonder erbij na te denken steekt ze het in haar achterzak en  zo reist hij, onbewust en gedachteloos, stiekem toch met haar mee.