Barmhart

Tekst: Mark Buck

Er is iets aan de maand december dat onherroepelijk een gevoel van warmte oproept. Jammer genoeg kan dat niet van het weer gezegd worden, hetgeen waarschijnlijk verklaart dat voldoende mensen Nederland ontvluchten zodra de feestdagen eraan komen.

Zelf heb ik dat één keer gedaan. Ik verbleef een tijdje in een gastgezin in Rome. Direct bij aankomst bleek dat het gezin en ik een overeenkomst hadden: we spraken elkaars taal niet. Het grotere probleem was dat het ontvangende gezin geen Engels sprak. Het leidde tot een relatief stille autorit naar het huis.

Eenmaal daar aangekomen bleek er een kleine oplossing te zijn: in de boekenkast stond een tamelijk vergeeld Italiaans-Engels woordenboek. Met veel moeite werden met behulp van dat boek enkele elementaire conversaties gestart. Waaronder over het eten, want Italianen laten niet graag iets terugsturen naar de keuken. Daarom werden er allerlei etenswaren uit het woordenboek opgelepeld en ik moest dan maar aangeven of ik het at of niet. Het bleek een goede oefening in op zoveel mogelijk verschillende wijzen ‘ja’ zeggen in het Engels.

Dat was komisch, maar werd wat ernstiger toen de volgende ochtend bij het ontbijt werkelijk alle producten waarop ik de avond eerder enthousiast gereageerd had, ook daadwerkelijk op tafel stonden. Mijn instemming was verward met een eetlust die die van vier paarden moest overtreffen.

Het is die gedachte die me terugvoert naar de kerstavonden bij mijn grootouders thuis. Meer precies: de eettafel die op net voldoende afstand was gezet van een kerstboom die ieder jaar weer precies het plafond aanraakte. Ook hier was er eten in overvloed. Dat kwam zo, mijn oma kookte graag, maar gaf ook iedereen graag het gevoel dat hij speciaal was. Dat leidde er toe dat bij het kerstdiner altijd drie soorten vlees, vijf soorten groenten en drie aardappelbereidingen in een soort buffetvorm opgesteld stonden. Een opmerkelijke prestatie, als je bedenkt dat er vijf man aan tafel zaten. Maar juist die overdaad was een prachtig teken van liefde.

Vorig jaar overleed de vrouw die ik nog altijd als toonbeeld van naastenliefde en barmhartigheid zie, terwijl ze kerstinkopen ging doen. Het is daarom dat ik een van de belangrijkste lessen die ik van haar geleerd heb, met u wil delen. Wie leeft, moet ook soms wat eten. En wie liefheeft, kan er altijd voor zorgen dat niemand iets tekort komt. Ik wens u een zalig en smakelijk kerstfeest toe!

Bekijk hier de overige artikelen uit de december-ANS.