ANS

Iedere vrijdag becommentarieert een redactielid zijn of haar week in ‘Vanuit het ANS-kantoor’.

Prof. mr. S.C.J.J. Kortmann (vrienden noemen hem vast en zeker Bas) is een ecoterrorist. Niet omdat hij er niet voor zorgt dat alle lichten op de campus ’s nachts uit zijn, en zelfs niet omdat hij een lichtbaken heeft laten plaatsen dat meer energie gebruikt dan de trots van de bètafaculteit, het High Field Magnet Laboratory. Neen. Waar snelwegen moeten wijken als er weer eens een waterspitsmuis is gevonden, draait ‘onze’ Bas een gevoelige niche de nek om.

Een niche die momenteel nog floreert als ware het de laatste stuiptrekkingen. Een van de mooiste plekken binnen deze niche, die ook wel bekendstaat als ‘de ondergang’, is ‘de keuken’. Hier laat de uitstervende soort der studentbestuurders zien dat zij het jagen en verzamelen nog niet verleerd zijn.

69 grote refterborden, 35 kleine refterborden, 56 bontgekleurde mokken van verschillende komaf, 11 dienbladen en een bestek-la die bijna niet meer dichtkan door het vele verzamelde eetgerei. Slechts een greep uit wat in de smoezelige keuken van ‘de ondergang’ een indrukwekkende verzameling schimmels staat te vergaren. Sinds kort zijn er afwasmachinetabletten, wat betekent dat de hoeveelheid rotzooi niet meer exponentieel toeneemt, maar zijn equilibrium heeft gevonden.

Al deze relikwieën worden verzameld door de verschillende soorten studentbestuurders die ‘de ondergang’ rijk is. Het type pseudointellectueel, dat zich hier mag voordoen als mentaal superieur via lijfblad ANS, maar ook het type ‘ik draag een pak want ik ben nu al belangrijk’ en het type ‘ik scheer me niet want dat staat zo cultureel’. Laatstgenoemde verplaatst zich met stepjes van kantoor naar toilet, omdat de hele afstand anders gelopen moet worden.

Misschien is het deze stoet aan diversiteit die de ‘gewone student’, die liever thuis blijft wonen en studeert om zich met zesjes door de studie heen te slapen, afschrikt om betrokken te raken.

De echte academische student is dood. En niemand kan het wat schelen.