Vanuit het ANS-kantoor (week 19)

vanuit het ans-kantoor Iedere vrijdag becommentarieert een redactielid zijn of haar week in ‘Vanuit het ANS-kantoor’.

Ik heb veel rare trekjes en daar ben ik me zeer zeker van bewust. Zo kan ik er niet tegen als een docent het bord uitveegt en dan nog een klein streepje laat staan of als een labeltje uit iemands kleding hangt. Ik kan er dan minutenlang naar kijken, ergeren en soms leidt dit er toe dat ik bijvoorbeeld bij een wildvreemde stiekem de labeltjes naar binnen zit te stoppen. Ik ben er zelfs zo goed in geworden dat de personen in kwestie het soms nog niet eens merken.

Een andere vervelende gewoonte begint mijn andere leven te worden. Het neemt steeds meer over van mijn echte leven. Het leven op Facebook welteverstaan, een gedeelte van Facebook in ieder geval. Het interesseert me vrij weinig wat iedereen op dat moment aan het doen is en berichtjes als 'genante opmerking gemaakt op werk' en 'mensen die anderen me laten bespioneren via mijn berichtjes op Facebook zijn echt sneu!' (wat mij betreft degene die het schreef ook als je al je dagelijkse beslommeringen op Facebook zet zodat mensen je kunnen bespioneren). Maar goed, waar het bij mij dus misgaat zijn de spelletjes. Iedere dag zit ik te kijken bij welke event ik de meeste punten kan behalen om tot een volgende level te komen en welke andere personen ik moet aanvallen om zo nog meer punten te behalen. Blij was hij toen ik vertelde dat ik met hemelvaartsdag naar Eindhoven zou gaan. Ik zou daar gaan softballen. 'Het zal je goed doen om eens een dag achter die computer vandaan te komen' glimlachte hij. Ik glimlachte terug, zou het me lukken?

Het softballen was leuk, ik heb geen enkele bal goed het veld in geslagen en rennen was heel moeilijk want het gras was spekglad. Toch was het heel gezellig én er waren allerlei spelletjes. Met mijn liefde voor spelletjes en het gebrek aan Facebook kon ik het niet laten om te kijken wat voor spelletjes er in de aanbieding waren. Één van de spellen bestond uit een veld van anderhalf bij anderhalve meter. Hierin waren zestien vlakken getekend en om die vlakken stond een hekje. De organisatie had twee konijnen gekocht en deze zouden hierop worden losgelaten en daarvoor kon er dus gewed worden op welk vlak zij een amoureuze ontmoeting zouden hebben.

De muziek stond hard, er werd met bier gegooid en iedereen stond rondom het vlak. Na gewed te hebben om vakje 10 vroeg ik aan iemand wat er met de konijnen zou gebeuren na deze wedstrijd. 'Het mannetje wordt door dat groepje mensen meegenomen, die willen al heel lang een konijn op hun studentenhuis' antwoordde hij. 'En met het vrouwtje?' vroeg ik. 'Dat wordt gewoon losgelaten, bos genoeg hier'.

Het spel begon en het vakje waar de ontmoeting tussen de konijnen was, was nummer vijf. Het vrouwtje was verstijfd van de angst en ik wist wat ik moest doen. Ik nam het konijn mee naar huis en gaf het eten en een naam: Saartje. En mijn vriend? Die zal nooit meer klagen over spelletjes op het internet, die kan ik namelijk niet mee naar huis nemen.

Jolene Meijerink