Vanuit het ANS-kantoor (week 22)

Iedere vrijdag becommentarieert een redactielid zijn of haar week in ‘Vanuit het ANS-kantoor’.

Twee maanden in het buitenland, twee ANS’en gemist. Een redactiewisseling gemist. Ik heb geen idee hoe het ANS-kantoor er momenteel vanbinnen uitziet, wie weet heeft de nieuwe hoofdredactie het verbouwd. Sterker nog, ik heb geen idee hoe de nieuwe ANS er vanbinnen uit zal komen te zien. Wel heb ik goede hoop dat de ansichtkaart, die door mij naar Nijmegen verstuurd is, een mooi plaatsje aan de muur heeft gekregen. En als dat nog niet het geval is, gun ik met deze opmerking mijn collega's de tijd om dat alsnog te doen.

Eigenlijk dacht ik: ze hebben genoeg van me. Altijd dat gezeik over die sporters in ANS. Altijd maar die stronteigenwijze houding en ook nog zeuren dat we ’s avonds moeten gaan zuipen. Om over die voortdurende stroom aan slechte grappen en flauwe opmerkingen maar te zwijgen. Verbaasd was ik dan ook op het moment dat vorige maand een email van de kersverse hoofdredactie in mijn inbox figuurlijk binnenplofte met de korte, maar duidelijke vraag: Redactie?

Juist, ik mag nog een heel jaar op het ANS-kantoor doorbrengen. Misschien nog wel meer tijd dan in het vorige jaar, omdat ik nu als grote baas van de website zal gaan opereren. Van mijn voortdurende stroom aan flauwe grappen hebben ze blijkbaar nog niet genoeg. En op het ANS-kantoor mijn kostbare tijd besteden was afgelopen jaar één van mijn grootste hobby’s. In tegenstelling tot de afgetreden (hoofd)redacteurs hoef ik dus nog niet af te kicken en een nieuwe hobby te zoeken.

Deze column heeft de naam ‘Vanuit het ANS-kantoor’. Het is daarom ironisch dat bovenstaande tekst niet in het muffe hol in de Ondergang is geschreven, maar op mijn studentenkamer in het zonnige Münster. Ik heb in Nijmegen veel gemist, maar had mijn buitenlandervaring ook niet willen missen. Gelukkig is er voor iedere situatie een gepaste uitspraak te verzinnen:

‘I’ll be back’

Mart Waterval