Geachte Geert,

Ik heb deze week weer geboeid naar je zitten kijken. Verbazing valt mij allang niet meer ten deel, het is eerder fascinatie te noemen. Je retorische krachten zijn zo overdreven en alom vertegenwoordigd, maar toch krijgt niemand je in een twistgesprek op de knieën. Alexander Pechtold wordt vaker de begaafdste spreker genoemd, maar Pechtold zal de eerste zijn om te bekennen dat jij hem vaak tot het uiterste dwingt. Juist door de voorgenoemde retorische kwaliteiten was ik verrast door je, te simpele, verdediging tegenover de rechtbank.

Het was dat ene begrip, dat begrip dat nu al jaren voor problemen zorgt in Nederland. Vrijheid van meningsuiting. Toen ik het je hoorde zeggen, viel bij mij, eindelijk, na 22 jaar, het kwartje. Je beroepen op een absolute vrijheid van meningsuiting, zoals jij dat doet, zou ook voor al je tegenstanders betekenen dat zij alles mogen zeggen, zonder represailles. Moslims mogen dan gerust bij Pauw en Witteman roepen dat overspelige vrouwen in Iran gestenigd dienen te worden. Mensen mogen dat best roepen dat je een kogel door je hoofd verdient, als dat hun eerlijke mening is. Voordat je gaat roepen dat dit te ver gaat, Geert, wil ik even benadrukken dat jij hier degene bent die zich in iedere penibele situatie beroept op zijn vrijheid tot meningsuiting.

Hier komt het punt waarop de schoen wringt: het begrip vrijheid van meningsuiting is een klassieke contradictio in terminis, zeker op de manier zoals jij het hanteert. Dit besef deed mij afgelopen maandag, toen ik het mij realiseerde, even stilvallen. Wat heeft het wegvallen van de legitimiteit van deze interpretatie van een van de kernbegrippen voor gevolgen? Laat ik je eerst uitleggen waar het precies zit, die tegenstelling. Waar een redelijk extreme of op zijn minst polariserende mening tentoongespreid wordt, wordt de tegengestelde mening veelal niet geaccepteerd. Hoe kan men nog spreken over een vrijheid van meningsuiting, als je zo erg in je eigen mening doordramt dat je een ander niet meer accepteert? Ik stel dan ook voor om het begrip te schrappen. Weg ermee. Door haar ambiguïteit levert het alleen maar problemen op.

Ik hoor het je tot hier roepen Geert. Je kunt toch niet zomaar een van de kernwaarden van de Nederlandse maatschappij weghalen? Dat klopt. Jij mag, als leider van het kabinet Wilders I dat zich zal vormen na de verkiezingen van 12 juli 2013, een concretere, meer eenduidige vorm van vrijheid in spreken geven. Ik vertrouw jou dat wel toe, aangezien ik, als columnist van een orgaan dat jij ‘linkse hobby’s’ placht te noemen, er alleen maar een zooitje van zou maken. Ik laat zulke dingen liever aan jou over, man van sterke oplossingen als het boerkaverbod en de kopvoddentaks. Liever jij dan Mark, die te druk is met het wegbezuinigen van studenten en de toekomst van onze kenniseconomie. Jij hebt na het eerste jaar je grootste zorg, de moslims, toch al verdreven.

Je alvast feliciterend met je naderende premierschap, Verblijf ik,

Walbert

PS Meneer Kortmann, als u dit leest: Al drie inhoudelijke columns, zonder dat het over zuipen en neuken gaat. Goed he?