Geachte heer Pauw,

Ik mag u doorgaans wel. Uw programma Vijf jaar later vind ik een van de fijnste interviewprogramma’s in Nederland. Met uw babyboomkameraad Witteman heb ik echter een stuk minder. Ik zou hem niet publiekelijk een seniele oude zak willen noemen, maar om even de rebelse vleugel van de publieke omroep te quoten: Hij is niet mijn presentator, vriend. De chemie tussen u beiden is onmiskenbaar aanwezig, u heeft een zichtbaar prettige tijd met elkaar. Helaas gaat dit nogal eens ten koste van uw gasten.

Humoristische opmerkingen van uw zijde roepen steeds vaker een gevoel van irritatie bij mij op. Ik ben best wel van de humor, om het even zo te zeggen. Hoe harder en zwarter, hoe beter. Ik erger me doorgaans alleen aan humor als de desbetreffende grapjurk geen zelfspot heeft. De laatste tijd kriebelt het bij mij wel. De timing schort er behoorlijk aan bij u, meneer Pauw. Woensdag was het weer raak. Een ontvoerder was bij uw programma Pauw en Witteman te gast, naar aanleiding van een boek dat hij over de ontvoering, die van Claudia Melchers, geschreven had. Ideaal moment voor een grapje, dacht u. Claudia werd ontvoerd en verdween in een kist. Dan is de link natuurlijk snel gelegd: "Het lijkt Hans Klok hier wel." Ik kan me voorstellen dat in huize Melchers enige maag is omgedraaid.

Als stand-upcomedian was u niets te verwijten geweest. Als kritisch interviewer, zoals we u hebben leren kennen, zijn dit soort grapjes niet bepaald de bedoeling. Focust u zich alstublieft op uw scherpe manier van vragen en minder op een plezant uurtje televisie voor de firma Pauw, dan heeft u in ieder geval één blijde kijker meer.

Met vriendelijke groet,

Walbert