Het issue: Onze puinhoop, hun toekomst

In deze rubriek staat iedere maand een ander issue centraal, waarover de meningen sterk zijn verdeeld. Deze maand: is duurzaam leven onze morele plicht?

Tekst: Tim Ficheroux en Marnix van Holland Illustratie: Laurens de Vos

Duurzaamheid is hot. Biologische winkeltjes schieten als paddenstoelen uit de grond en grote supermarktketens verkondigen op iedere visverpakking dat ze voor duurzame visvangst zijn. Meer dan 250 hoogleraren, 520 wetenschappers en zeventienduizend burgers onderschreven het Pleidooi voor een duurzame veehouderij om een einde te maken aan de ‘georganiseerde onverantwoordelijkheid’. Internationale organisaties als het Intergovernmental Panel on Climate Change wijzen op de urgentie om verdere opwarming van de aarde tegen te gaan. Een probleem is dat een eenduidige definitie van de term duurzaamheid ontbreekt. Waarom zouden we duurzaam moeten leven? Een belangrijk aspect van de duurzaamheidsdiscussie is het filosofische vraagstuk van rechtvaardigheid tussen generaties. Het in 1987 verschenen rapport Our Common Future van de World Commission on Environment and Development, onder leiding van de toenmalige Noorse premier Brundtland, was de eerste oproep tot duurzame ontwikkeling. De commissie-Brundtland stelt dat duurzame ontwikkeling aan de belangen en ambities van de huidige generaties moet voldoen zonder daarmee die van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. Duurzame ontwikkeling krijgt hiermee een element van intergenerationele rechtvaardigheid. Zijn we verplicht rekening te houden met de belangen van mensen die nog niet zijn geboren?

Stelling: Duurzaam leven is onze morele verplichting aan toekomstige generaties.

Bas Eickhout, Europarlementariër voor groenlinks, portefeuillehouder Klimaat, Natuur en Milieu ‘Een morele verplichting aan toekomstige generaties is niet de enige reden om duurzaam te leven. Door het enkel op moraliteit te gooien bereik je nooit een grote groep mensen. Mensen hebben vaak andere zaken aan hun hoofd. We concentreren ons liever op zichtbaardere vraagstukken, die zijn makkelijker te begrijpen. ‘Toch zou duurzaamheid een hogere prioriteit moeten hebben. Onze kinderen en kleinkinderen kunnen zich afvragen waarom wij hier niet meer tijd en moeite aan hebben besteed. Omdat ze deze vraag kunnen stellen hebben we de verplichting om te zorgen dat het hier voor hen goed toeven is. Het is in ieder geval de verantwoordelijkheid van huidige generaties om te zorgen dat de generaties hierna het niet slechter hebben. ‘Het is ook een taak van politici om die vaak diep weggestopte morele intuïties naar boven te halen. De huidige regering verzaakt deze verplichting. Het kabinet is economisch dom en kortzichtig bezig. De green deal van Verhagen kijkt bijvoorbeeld helemaal niet naar wind- en zonne-energie. Biomassa opstoken is weliswaar goedkoop, maar ik heb geen idee wat daar groen aan is.’

Lodewijk de Waal, voorzitter Stichting HIER, de campagne voor een oplossing van het klimaatprobleem ‘Als humanist zie ik de mens niet als heer van de schepping, maar als een individu dat er middenin staat. Een bijzonder dier, maar nog altijd een dier. Als mens zijn we verantwoordelijk voor het “goede leven”. Niet duurzaam leven schaadt niet alleen de aarde, maar ook onszelf en ieder ander individu. ‘Voor humanisten is het idee van gelijkwaardigheid van groot belang. Afrikanen zijn gelijk aan Nederlanders, maar als zij een vergelijkbare ecologische voetafdruk zouden achterlaten is het einde van de wereld in zicht. Onze planeet kan het niet aan als iedereen een Westerse levensstijl aanneemt. Als we niets doen loopt het spaak, maar totdat we zelf het goede voorbeeld geven kunnen we niet met ons vingertje naar anderen wijzen. ‘Uiteraard is het bestrijden van honger en natuurrampen noodzakelijker dan het plaatsen van zonnepanelen op je dak, maar het is wel degelijk allemaal verbonden met duurzaamheid. Als oud-vakbondvoorzitter durf ik te zeggen dat het Nederlandse bedrijfsleven verder is dan de overheid met betrekking tot inzicht in klimaatproblematiek. Voor het huidige kabinet lijkt profit het belangrijkst.’

Prof. dr. Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de RU ‘Het is gebakken lucht om duurzaamheid als een morele verplichting aan toekomstige generaties te zien. We kennen de mensen die in de toekomst zullen leven niet. Als we ze nu een belofte zouden doen, zijn we niet in staat die waar te maken. Daarnaast hebben we geen idee wat een duurzaam leven inhoudt. Het is een term die veelvuldig wordt geterroriseerd en op de pijnbank wordt gelegd. ‘Duurzaamheid heeft een technische en een sociale kant. Technische ontwikkelingen passen we onvoldoende toe en aan de sociale zijde weten we niet hoe we tot maatschappelijke verankering moeten komen. Het is een positieve ontwikkeling dat een steeds grotere groep mensen duurzaamheid begint te ontdekken. Maar de opvatting van duurzaamheid als intergenerationele zorg voor de keuzemogelijkheden van toekomstige generaties heeft geen effect gesorteerd. ‘We hebben de afgelopen 25 jaar laten zien dat we het tegenovergestelde doen van wat we zeggen te doen. Als we echt iets willen bereiken, moeten we fundamenteel ingrijpen. We moeten naar een radicale vorm van duurzaamheid. Dat moeten we geen morele verplichting noemen, maar zien als een vorm van beschaafd handelen. Het is een nastrevenswaardig en menswaardig ideaal.’

Prof. dr. Marcel Wissenburg, hoogleraar Politieke Theorie aan de RU ‘Een duurzaam leven is enkel een morele verplichting aan eigen kinderen. Die verplichting hebben we noch aan de kinderen van anderen, noch aan mensen die pas over honderd jaar worden geboren. Voor onze directe afstammelingen dragen we causale verantwoordelijkheid. Wij veroorzaken hun bestaan. Een kind op de aardkloot zetten is een persoonlijke keuze, dat moet je alleen doen als je er ook zorg voor kan dragen. ‘Stel dat pandavlees heel erg lekker is, zo fijn dat het ons bestaan levenswaardig maakt. Jij en ik doden de laatste panda en eten hem helemaal op. Vervolgens besluit iemand anders een kind de wereld in te slingeren. Dat kind had graag pandavlees gegeten en vindt zijn leven uiteindelijk niet levenswaardig. Is dat onze schuld? Nee, de ouders veroorzaakten het bestaan van dat kind. ‘Natuurlijk zijn er wel argumenten voor een duurzaam leven. Het is in ons welbegrepen eigenbelang om bijvoorbeeld dijken op te hogen om ons te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. We hebben er belang bij om fossiele brandstoffen niet volledig op te stoken. Intergenerationele rechtvaardigheid is echter slechts een metafoor. Het is onze verantwoordelijkheid om ons niet voort te planten over de ruggen van anderen.’

Joep Karskens, coördinater van het Universitair Milieu Platform (UMP) en Sjir Schütt, als bestuurslid bij AKKU verantwoordelijk voor het UMP ‘Onderzoeken naar de gevolgen van klimaatverandering lijken aan te tonen dat de opwarming van de aarde niet zonder negatieve gevolgen is: in grote delen van de wereld wordt het leven significant beïnvloed door de wereldwijd stijgende zeespiegel en temperatuur. De slachtoffers van verwoestijning in India, het Midden-Oosten en Australië kunnen dit beamen. Als we de huidige mate van energieverbruik voortzetten krijgen de volgende generaties nog meer te kampen met deze problemen. ‘Het is een breedgedragen principe om het leven van anderen niet onnodig zwaar te maken. Hierbij kan je bijvoorbeeld denken aan het christelijke idee van rentmeesterschap. Het is een kwestie van goed fatsoen om duurzaam te leven. Het feit dat iemand nog niet geboren is kan natuurlijk geen reden zijn om hem op te schepen met een verknoeide planeet. ‘Door te kiezen voor biologische pindakaas, groene stroom of een hybride bolide stimuleer je een productieketen waarmee een overstap naar een duurzame samenleving wordt gemaakt. Dat is een duidelijke keuze voor het welzijn van toekomstige generaties.’

Klik hier voor alle artikelen van de ANS uit de Introductie 2011